week 1 Flashcards

1
Q

wat is het privaatrecht

A

het recht dat gaat over de verhoudingen tussen burgers onderling en tussen burgers en bedrijven en andere rechtspersonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn voorbeelden van privaatrechterlijke geschillen?

A

Als je een fiets koopt, een huis huurt, ergens gaat werken, een samenlevingscontract sluit, of schade veroorzaakt door onzorgvuldig handelen. regels over de beslechting van privaatrechtelijke geschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is het burgerlijk procesrecht?

A

het bp recht regelt de verhoudingen tussen de partijen in een civiele procedure. Dit gaat dus over de regels over de beslechting van privaatrechtelijke geschillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is het publiekrecht?

A

ziet op de verhoudingen tussen de overheid en burgers en bedrijven. Zo is het strafrecht onderdeel van het publiekrecht, net als het staatsrecht en het bestuursrecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn functionele rechtsgebieden?

A

Daarbij komt dan zowel publiekrecht als privaatrecht aan de orde. Je moet als jurist dan zelf bedenken welke regels je moet toepassen. Voorbeelden zijn het gezondheidsrecht, milieurecht, financieel recht of informatierecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is vermogensrecht?

A

Het vermogensrecht gaat – grof gezegd – over alle rechten en plichten met economische waarde. De kern daarvan staat in Boek 3, 5, 6, en 7/7A.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

leg de gelaagde structuur van het BW uit

A

het vermogensrecht in het Burgerlijk Wetboek is opgebouwd volgens een gelaagde structuur. Van meer algemene (Boek 3) naar meer bijzondere regels (Boek 7/7A). Zo is de huurovereenkomst geregeld in Boek 7 (art. 7:201 e.v. BW). Maar de regels over het niet-nakomen van een overeenkomst staan in Boek 6. En als een makelaar een huurovereenkomst sluit namens de eigenaar van van een huis, staan de regels daarvoor in Boek 3.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

leg uit wat de betrekking is van het Eu-recht in het privaatrecht.

A

Het EU-recht is een van de rechtsbronnen. In het BW zul je gedurende het vak veel regels tegenkomen die voortvloeien uit Europese richtlijnen, zoals de Richtlijn oneerlijke bedingen. Er zijn ook Europese verordeningen met privaatrechtelijke regels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

leg uit wat de rol van de grondrechten zijn het privaatrecht.

A

Grondrechten kunnen doorwerken in privaatrechtelijke verhoudingen. Niet alleen als de overheid partij is, maar ook tussen burgers en bedrijven onderling. Grondrechten zijn onder meer te vinden in de Grondwet, in het Handvest van de Grondrechten van de EU en in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn Bijzondere wetten?

A

In bijzondere wetten wordt alleen afgeweken van algemene wetten, indien dit noodzakelijk is. Privaatrecht is te vinden in bijzondere wetten zoals de Faillissementswet, de Auteurswet en de Octrooiwet. Er staan ook nog enkele bepalingen over personenvennootschappen in het oude Wetboek van Koophandel (WvK). De meeste regels uit het WvK zijn inmiddels naar het BW verhuisd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de rol van jurisprudentie in het privaatrecht?

A

De rechtspraak (jurisprudentie) past het privaatrecht niet alleen toe, maar verduidelijkt het ook, en ontwikkelt het verder. Ook rechterlijke uitspraken zijn daardoor een bron van privaatrecht. In de studie zul je veel uitspraken tegenkomen, vooral van de Hoge Raad der Nederlanden (HR) en van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is het ongeschreven recht?

A

het ongeschreven recht zijn bijvoorbeeld de normen van de maatschappelijke zorgvuldigheid en van redelijkheid en billijkheid. Deze normen komen later in het vak uitgebreid aan de orde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de voorwaarden voor het tot stand komen van een overeenkomst?

A

Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling die onderlinge verhoudingen wilt regelen door verbintenissen aan te gaan of op te heffen. Het is gericht op het ontstaan, wijzigen of teniet doen gaan van een onderlinge rechtsverhouding. Als partijen weliswaar hebben samengewerkt om een bepaald rechtsgevolg tot stand te laten komen, maar betreft dit rechtsgevolg niet hun onderlinge verhouding, is het geen overeenkomst.
er moet een aanbod en aanvaarding daarvan zijn (art. 6:217BW)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke drie rechtsfiguren vormen de rechtmatige daad?

A

zaakwaarneming (art. 6:198 BW)
onverschuldigde betaling (art. 6:203 BW)
ongerechtvaardigde verrijking (art. 6:212)

geregeld in Boek 6 Titel 4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is een rechtsfeit?

A

Een rechtsfeit is een feit met een rechtsgevolg.

Er zijn twee categorieën rechtsfeiten: (menselijke) handelingen en blote rechtsfeiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is een bloot rechtsfeit?

A

Een bloot rechtsfeit is een rechtsfeit dat niet het gevolg is van menselijk handelen. Ook andere feiten dan menselijke handelingen kunnen namelijk een rechtsgevolg hebben.

Voorbeeld: als iemand de 18-jarige leeftijd bereikt, is diegene niet meer minderjarig, waardoor allerlei regels met betrekking tot minderjarigen niet meer van toepassing zijn.

17
Q

wat is een handeling?

A

Er zijn twee categorieën (menselijke) handelingen die ook een rechtsfeit zijn: rechtshandelingen en andere handelingen.

18
Q

wanneer een aanbod herroepen worden?

A

Een aanbod kan herroepen worden als het aanbod niet onherroepelijk is (vb. als er een aanvaardingstermijn voor het aanbod is 3:219 lid 1) en zolang de ander het nog niet heeft aanvaard en er ook nog geen bericht over de aanvaarding is verzonden. (6:219 lid 2 BW).
Als het een vrijblijvend aanbod is, dan is de aanbieder niet verplicht een aanvaarding te accepteren en kan het aanbod dus meteen na aanvaarding herroepen worden, tenzij anders is aangegeven (6:219, lid 2 BW)

een beding (afspraak/bepaling in contract) is onherroepelijk als een partij vastlegt om een overeenkomst aan te gaan als de andere partij dat wilt. de partij die de belofte doet, zit vast aan dat aanbod en het niet zomaar kan intrekken. (art 6:219, lid 3)
vb. Stel dat een verhuurder in een contract met een huurder vastlegt dat de huurder de optie heeft om na een jaar een nieuwe huurperiode af te spreken als de huurder dat wenst. Dit beding geldt dan als een onherroepelijk aanbod: de verhuurder kan deze toezegging niet meer intrekken en moet de huurder de mogelijkheid bieden om opnieuw te huren als deze daarvoor kiest.

19
Q

wanneer kan een verklaring worden ingetrokken?

A

Een verklaring (bvb. aanbod) kan worden ingetrokken als het bericht van de intrekking de bestemde persoon eerder of gelijktijdig met de ingetrokken verklaring. (art 3:37, lid 5 BW)

20
Q

wat wordt er bedoeld in art. 3:35 BW?

A

als iemand iets redelijkerwijs mocht aannemen op basis van wat een ander heeft gezegd of gedaan (verklaring 3:37) dat jij iets bedoelde, dan kan je er in sommige gevallen niet op terugkomen, zelfs als het niet je echte intentie was. Dit beschermt het vertrouwen van anderen in zakelijke en persoonlijke afspraken.

21
Q

wat wordt er bedoeld in art. 3:37 lid 2?

A

Hiermee wordt bedoeld dat als de wet of een overeenkomst vereist dat een verklaring schriftelijk moet worden gedaan (bijvoorbeeld een opzegging of een klacht), deze verklaring ook kan worden gedaan “bij exploit.” Dit betekent dat je een deurwaarder kunt inschakelen om de verklaring officieel te bezorgen.
Exploit is een officiële, door een deurwaarder opgemaakte verklaring die rechtsgeldig wordt afgeleverd aan de ontvanger. Dit zorgt ervoor dat er altijd bewijs is van de ontvangst, wat handig kan zijn in gevallen waarin schriftelijke bevestiging vereist is.

22
Q

waar gaat het vermogensrecht over?

A

art 3:6 BW.
gaat over de regels rondom bezittingen en verplichtingen van personen, zowel particulieren als bedrijven. Het vermogensrecht regelt wat mensen en organisaties met hun eigendom en vermogen mogen doen, hoe ze verplichtingen aangaan, en hoe ze deze weer kunnen beëindigen.

23
Q

Wat zijn voorbeelden van het vermogensrecht?

A

Belangrijke onderdelen van het vermogensrecht:
Goederenrecht: Dit regelt de eigendom en zeggenschap over zaken en rechten. Denk aan het kopen van een huis of het recht op een stuk grond. Onder goederenrecht valt bijvoorbeeld eigendomsoverdracht, het recht van hypotheek en pandrecht, en het beheer van bezittingen.

Verbintenissenrecht: Dit gaat over afspraken en verplichtingen tussen partijen, zoals contracten en overeenkomsten. Hier worden rechten en plichten tussen mensen of organisaties vastgelegd, bijvoorbeeld bij het huren van een woning, het lenen van geld, of het aangaan van een arbeidsovereenkomst.

Erfrecht: Dit onderdeel bepaalt wat er gebeurt met iemands vermogen na overlijden, zoals de verdeling van een nalatenschap. Het erfrecht regelt de overgang van bezittingen en schulden van de overledene naar de erfgenamen.

Verjaring en verjaringstermijnen: Het vermogensrecht bepaalt ook dat rechten soms kunnen verjaren. Bijvoorbeeld, als iemand jarenlang geen aanspraak maakt op een recht (zoals een openstaande schuld), kan hij of zij dit recht verliezen na een bepaalde tijd.

Voorbeelden uit het dagelijks leven:
Contracten: Wanneer je een abonnement afsluit of een auto koopt, vallen de afspraken die je daarbij maakt onder het verbintenissenrecht.
Eigendom: Als je een huis koopt, gaat het eigendom officieel over op jouw naam. Dit wordt geregeld door het goederenrecht.
Erfenis: Als iemand overlijdt, bepaalt het erfrecht wie het vermogen (zoals spaargeld of bezittingen) van die persoon erft.

24
Q

wat is absoluut recht?

A

recht dat voor iedereen geldt en jegens iedereen kan worden ingeroepen.

25
Q

wat is relatief recht?

A

recht dat jegens één persoon en niet jegens iedereen kan worden ingeroepen

26
Q

wat is het verschil tussen een goed en een zaak?

A

een goed overkoepeld de rechten over zaken en zaken zelf. ** ?

27
Q

wat volgt uit blaauwboer/berlips?

A

Contractuele afspraken gelden alleen tussen contractspartijen.

28
Q

wanneer is een overeenkomst onaantastbaar?

A

Een onaantastbare overeenkomst is een overeenkomst die niet kan worden vernietigd of ongeldig verklaard, zelfs niet als er sprake is van bepaalde gebreken. Hier zijn enkele situaties waarin een overeenkomst als onaantastbaar kan worden beschouwd:

  1. Wettelijke Bepalingen: Sommige overeenkomsten zijn door de wet als onaantastbaar aangemerkt. Dit kan bijvoorbeeld gelden voor bepaalde huurovereenkomsten of arbeidsovereenkomsten, waar de wet bescherming biedt aan de zwakkere partij.
  2. Openbare Orde en Goede Zeden: Een overeenkomst die in strijd is met de openbare orde of goede zeden kan ongeldig zijn, maar als deze niet in strijd is, kan deze onaantastbaar zijn.
  3. Volledige Wilsbeschikking: Als beide partijen volledig en vrijwillig instemmen met de voorwaarden van de overeenkomst, zonder dwang of misleiding, kan deze als onaantastbaar worden beschouwd.
  4. Specifieke Regelingen: In sommige gevallen kunnen specifieke wettelijke regelingen of contractuele bepalingen ervoor zorgen dat een overeenkomst onaantastbaar is, zoals bij bepaalde consumentenovereenkomsten.
  5. Onherroepelijke Aanbiedingen: Een aanbod dat onherroepelijk is gemaakt en door de andere partij is aanvaard, kan ook als onaantastbaar worden beschouwd.