Week 1 Flashcards
Wat is een verbintenis
Een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking - verschuiving van het vermogen van de ene partij naar de andere partij - tussen twee of meerdere personen op grond waarvan de ene partij schuldenaar verplicht is tot een bepaalde prestatie te leveren waartoe de andere partij schuldeiser is gerechtigd.
uit welk artikel vloeien verbintenissen voort?
Art. 6:1 BW
Leg HR Quint/Te Poel uit
x
Wat is een rechtshandeling en welk artikel hoort erbij
Een handeling gericht op een rechtsgevolg; art. 3:33 BW
Leg de volgende soorten rechtshandelingen uit:
Meerzijdig;
Eenzijdig;
Eenzijdig gericht, en;
eenzijdig niet-gericht.
Meerzijdig: rechtshandelingen waarbij meerdere personen betrokken zijn.
Eenzijdig: rechtshandeling waarbij één persoon betrokken is
Eenzijdig gericht: rechtshandeling waarbij één persoon betrokken is, maar waarbij de handelingen tot een andere persoon wordt gericht (opzeggen contract)
eenzijdig niet-gericht: rechtshandeling waarbij één persoon betrokken is, mar aanwezigheid van ‘ontvanger’ niet noodzakelijk is (testament)
Wat is de definitie van een overeenkomst. Noem een soort en bijbehorend artikel.
Een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere een verbintenis aangaan. Obligatoire overeenkomst, art. 6:213 BW
noem drie belangrijke beginselen
- Contractsvrijheid
- Vormvrijheid art. 3:37 lid 1 BW
- Pacta sunt servanda: verbindende kracht art. 6:248 lid 1 BW
Bestaan er ook overeenkomsten in een niet-obligatoire vorm?
ja
Hoe komt een overeenkomst tot stand?
Door aanbod en aanvaarding art. 6:217 lid 1 BW d.m.v. wilsverklaring
Wat is een een herroepelijk en een onherroepelijk aanbod?
dat is te vinden in artikel 6:219 BW
lid 1 is onherroepelijk en lid 2 herroepelijk
Wat is het verschil tussen herroepen en intrekken
Intrekken gebeurt voor het aanbod is ontvangen.
Wat zijn de twee artikelen die komen kijken bij aanvaarding?
art. 6:225 lid 1 BW en art. 6:223 BW
Wilsvertrouwensleer
een rechtshandeling komt tot stand door ‘een op rechtsgevolg gerichte Weil die zich door een verklaring heeft geopenbaard’ art. 3:33 BW. De handelende persoonsmoet de wil hebben geopenbaard in de zin van art. 3:37 BW. De wilsverklaring dient als bescherming van vertrouwen.
Leg art. 3:37 BW uit
In beginsel vormvrij: lid 1
een wilsverklaring kan stilzwijgend zijn, lid 1
verklaring moet door de persoon zijn ontvangen, dan krijgt de verklaring pas werking: ontvangsttheorie lid 3
een verklaring kan ingetrokken worden in dien deze nog niet ontvangen is: lid 5
leg artt. 3:33 en 3:35 BW: de wilsvertrouwensleer uit
wil en verklaring kunnen uiteenlopen
oneigenlijke dwaling: onjuiste voorstelling van de inhoud van de verklaring, denk aan een misstand of een verspreking. Geestelijke stoornis: art. 3:34 BW L bijna alle vormen van geestesstoornis vallen hieronder.