Week 1 Flashcards

1
Q

Hoe wordt energieverbruik gemeten?

A

Indirecte calorimetrie: uitademingslucht vergelijken en verbruikte zuurstof meten waarbij: VO2 = -ΔO2 in liter per uur/dag. 1L O2 komt vrij per 5 kcal die verbrand zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de Respiratoire Quotiënt (RQ)

A

Verhouding tussen CO2 productie en O2 verbruik. (voorbeeld: EE = 3,9 VO2 + 1,1 VCO2)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe wordt zuurstofverbruik gemeten?

A

Indirecte calorimetrie: uitademingslucht vergelijken en verbruikte zuurstof meten waarbij: VO2 = -ΔO2 in liter per uur/dag. 1L O2 komt vrij per 5 kcal die verbrand zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt CO2 productie gemeten

A

Dubbel gelabelde water methode (standaard methode voor energieverbruik meten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

In welke verhouding wordt energie verbruikt

A

Basaalmetabolisme (BMR): 60%
Fysieke arbeid en NEAT: 30%
Adaptieve thermogenese: 10%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaruit bestaat de adaptieve thermogenese

A

Obligate deel:
Energiepercentage van de inname dat nodig is om het te verteren, verwerken en op te bouwen in het lichaam, wat warmte produceert
Facultatieve deel:
Bij overmaat inname van koolhydraten, eiwitten en vetten wordt het sympathisch systeem geactiveerd, waardoor het energieverbruik toeneemt als poging om energieverbruik in balans te brengen met energie inname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In welke verhouding wordt energie verbruikt

A

Basaalmetabolisme (BMR): 60%
Fysieke arbeid en NEAT: 30%
Adaptieve thermogenese: 10%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

In welke verhouding wordt energie verbruikt

A

Basaalmetabolisme (BMR): 60%
Fysieke arbeid en NEAT: 30%
Adaptieve thermogenese: 10%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

In welke verhouding wordt energie verbruikt

A

Basaalmetabolisme (BMR): 60%
Fysieke arbeid en NEAT: 30%
Adaptieve thermogenese: 10%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

In welke verhouding wordt energie verbruikt

A

Basaalmetabolisme (BMR): 60%
Fysieke arbeid en NEAT: 30%
Adaptieve thermogenese: 10%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In welke verhouding wordt energie verbruikt

A

Basaalmetabolisme (BMR): 60%
Fysieke arbeid en NEAT: 30%
Adaptieve thermogenese: 10%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

In welke verhouding wordt energie verbruikt

A

Basaalmetabolisme (BMR): 60%
Fysieke arbeid en NEAT: 30%
Adaptieve thermogenese: 10%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In welke verhouding wordt energie verbruikt

A

Basaalmetabolisme (BMR): 60%
Fysieke arbeid en NEAT: 30%
Adaptieve thermogenese: 10%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

In welke verhouding wordt energie verbruikt

A

Basaalmetabolisme (BMR): 60%
Fysieke arbeid en NEAT: 30%
Adaptieve thermogenese: 10%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

In welke verhouding wordt energie verbruikt

A

Basaalmetabolisme (BMR): 60%
Fysieke arbeid en NEAT: 30%
Adaptieve thermogenese: 10%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

In welke verhouding wordt energie verbruikt

A

Basaalmetabolisme (BMR): 60%
Fysieke arbeid en NEAT: 30%
Adaptieve thermogenese: 10%