week 1 Flashcards
Hola
hallo
hallo
Hola
me llamo
Ik heet
Ik heet
me llamo
y
en
en (Nederlands)
y
tú
jij
jij
tú
cómo te llamas?
hoe heet je?
Hoe heet je?
cómo te llamas
hablar
praten, spreken
praten, spreken
hablar
el español
Spaans
Spaans
el español
otro/a
andere
andere
otro/a
la lengua
taal
taal
la lengua
el saludo
begroeting
begroeting
el saludo
cómo estas?
Hoe gaat het?
Hoe gaat het?
Cómo estas?
Buenas tardes
goedemiddagq
Goedemiddag
Buenas tardes
Goedemorgen
buenos días
buenos días
Goedemorgen
Buenas noches
goedenavond
Goedenavond
Buenas noches
Que tal?
Hoe gaat het?
Hoe gaat het?
que tal?
La despedida
het afscheid
La despedida
het afschei
het afscheid
la despedida
hasta pronto
tot gauw
chau
dag!
dag!
chau
hasta luego
tot straks
tot straks
hasta luego
adios
goodbye
goodbye
adios
La silla
de stoel
de stoel
la sillA
El proyector
de projector
de projector
el proyector
la papelera
de prullenbak
de prullenbak
la papelera
de tablet
la tableta
la tableta
de tablet
el estuche
etui
etui
el estuche
la mesa
de tafel
de tafel
la mesa
el libro
het boek
het boek
el libro
el bolígrafo
de pen
de pen
el bolígrafo
el ordenador
de computer
de computer
el ordenador
el cuaderno
oefenboek
oefenboek
el cuaderno
la pizarra
het schoolbord
het schoolbord
la pizarra
la hoja de papel
een blaadje
een blaadje
la hoja de papel
la mochila
rugzak
rugzak
la mochila
como se dice
hoe zeg je…..?
hoe zeg je….?
cómo se dice…..?
qué significa……?
wat betekent …….?
Wat betekent……?
qué significa…….?
cómo se pronuncia…….?
Hoe spreek je …….uit?
Hoe spreek je …….uit?
cómo se pronuncia
cómo se escribe?
Hoe spel je….?
Hoe spel je …..?
cómo se escribe…..?
si
als
la ventana
het raam
het raam
la ventana
vale
ok
ok
vale
puedes
can
mas alto
harder
harder
mas alto
por favor
alsjeblieft
alsjeblieft
por favor
este/a
this/that
dit/dat
este/a
la tarde
middag
middag
la tarde
estaba pensando
ik was aan het denken
ik was aan het denken
estaba pensando
que
dat
podríamos
we kunnen
we kunnen
podríamos
ir a
gaan naar
gaan naar
ir a
el/la
de het
de/het
el/la
La playa
het strand
het strand
la playa
mas despacio
langzamer
langzamer
mas despacio
repetir
herhalen
herhalen
repetir
en (Spaans)
in/on
in/on
en
lo siento
het spijt me
het spijt me
lo siento
no hablo japones
Ik spreek geen japans
Ik spreek geen japans
no hablo japones
gracias
dank je
dank je
gracias
esto
deze
la pagina
de pagina
de pagina
la pagina
la actividad
activiteit
activiteit
la actividad
el cine
bioscoop
bioscoop
el cine
ideal
ideal
bienvenidos
welkom
la escuela
de school
welkom
bienvenidos
de school
la escuela
el esqui
skien
skien
el esqui
el snowboard
snowboarding
snowboarding
el snowboard
los banos
badkamers
badkamers
los banos
el aeropuerto
het vliegveld
het vliegveld
el aeropuerto
international
internationaal
internationaal
international
Senor
heer
heer
senor
quien es
wie is
wie is
quien es
el musEo
Het museum
het museum
el museo
de/del
van
van
de/del
el arte
de kunst
de kunst
el arte
costarricense
Costa Rican
Costaricaans
costarricense
el taxi
de taxi
Malaga
Malaga
la calle
de straat
el almendro
amandelboom
amandelboom
el almendro
el restaurante
het restaurant
het restaurant
el restaurante
el metro
de metro
de metro
el metro
el sol
de zon
de zon
el sol
el hotel
het hotel
het hotel
el hotel
significar
betekenen
betekenen
significar
hombre!
hey hallo