Week 1 Flashcards
Noem de 9 systemen
- Tractus circulatorius
- Tractus respiratorius
- Tractus digestivus
- Tractus urogenitalis
- Tractus locomotorius
- Systema nervosum
- Lymfesysteem
- Endocrien systeem
- Integumentair systeem
Wat is het cytoplasma
Alles binnen het plasmamembraan behalve de nucleus
Wat is het cytosol
de vloeistof in de cel
Wat zit er aan het celmembraan?
- Glycocalyx (glycoproteïnen)
- transmembraaneiwitten
- perifere eiwitten
Wat is de functie van het cytoskelet
intermediaire filamenten geven structuur, waarbij actine en microfilamenten helpen bij de beweging van de cel.
Welke filamenten spelen een rol bij transport in de cel?
De microtubuli filamenten
Wat is intracellulair transport?
Transport binnen de cel, geregeld via signaalpeptide. Vindt plaats m.b.v. poriën, membranen, of plaasjes
Wat is exocytose?
Transport van eiwitten (verpakt in golgi) naar buiten de cel (endocytose is andersom, de opname)
Wat is extracellulair transport
Transport buiten de cel. Vindt plaats door vesicles te endo- of te exocyteren.
Wat is de globale werking van een lysosoom?
Zijn verantwoordelijk voor afvalverwerking d.m.v enzymen. Deze worden geactiveerd door lage pH in lysosoom. Is afgelopen van de neutrale pH in cytosol
Wat is de globale werking van golgi-apparaat?
Hier worden eiwitten en vetten verwerkt en verpakt in blaasjes. Som sworden er ook suikers of fosfaatgroepen toegevoegd.
Wat is de globale werking van endoplasmatisch reticulum?
Het ruw ER bevat ribosomen die RNA transleren en de ontstane eiwitten vouwen om verder te transporteren.
Het glad ER synthetiseren glycogeen, steroïden en fosfolipiden.
Welke 4 basisweefsels zijn er?
- epitheel
- bindweefsel
- zenuwweefsel
- spierweefsel
Wat bevindt zich in de nucleus
Chromatine, het DNA dus
Wat is splicing?
Het verwijderen van intronen
Waar ligt de informatie voor rRNA
In de celkern
Waar vind de capping, tailing en splicing plaats van het RNA?
In de celkern.
Wat is condensed/heterochromatine
Donker gekleurde gedeelte van celkern, hier zijn de chromatine bij elkaar geperst en vindt er geen transcriptie plaat (silent/transcripitioneel inactief)
Wat is dispers-/euchromatine?
Licht gekleerude gedeelte. Er is veel ruimte tussen de chromatine en dus transcriptioneel actief.
Wat bepaald de verhouding tussen dispers en condensed?
De functie van de cel
Hoe is een chromatine opgebouwd?
Dat betreft een dubbele helix van DNA, die 2,5x om 8 histonen is gewikkeld en wat samen een nucleosoom, wat zich weer opwind tot solenoïden (structuur van hetrochromatine)
Wat is de algmene functie van de nucleolus?
De synthese van ribosomale subeenheden.
wat is de nucleolus organisator?
Een hoge concentratie van genen die rRNA produceren samen
Wat is de functie van speciefike rRNA’s?
Ze zijn nodig voor de translatie in het cytoplasma
Door welke soort RNA-polymerase worden de genen voor rRNA afgelezen?
Door RNA-polymerases I en II
Waar zitten de kortste en waar de langste RNA-moleculen?
De kortste zitten het dichts bij de promoter, de langste het verste weg van de promoter (kerstboomfiguur)
Wat gebeurt er als de ribosomale eiwitten zijn gesynthetiseerd?
Ze gaan naar de nucleolus om daar samen met het rRNA een subunit van een ribosoom te vormen.
Wat geeft de stevigheid van de kernenevelop?
Nucleair lamine, een netwerk achtige structuur
waar zitten de kernporiën?
op de plek waar geen lamina in het membraan zit
Wat is de functie van een kernporie?
Er zitten transporteiwitten (polair) die eiwitten in of uit de nucleus moeten.
Wat is de functie van nucleair import signaal/nucleair export signaal?
Dit kunnen de transporters herkennen in de transporteiwitten waardoor het eiwit naar binnen of naar buiten kan worden getransporteerd.
Wat is een missense mutatie?
Het gemuteerde codon codeert nu voor ander aminozuur (hetzelfde, hetzelfde)
Wat is een nonsense mutatie?
Het gemuteerde codon is nu een stopcodon die translatie vervroegd stopt (UAA, UAG, UGA). (hetzelfde, korter)
Wat is een silence mutatie?
gemuteerde codon codeert nog steeds voor hetzelfde aminozuur en heeft dus geen gevolgen voor het genproduct (–)
Welke frameshift mutaties heb je?
Insertie en deletie, verandering van leesraam.
Wat is een insertie?
Er komt 1 of er komen meerdere nucleotiden bij. Als dit aantal niet in veelvoud van 3 is, veranderd leesraam. (langer, korter)
Wat is een deletie?
Er verdwijt 1 of er verdwijnen meerdere nucleotiden. (hetzelfde, korter)
Wat is een splice acceptor mutatie?
Een mutatie in de acceptor site: waarbij een exon tot een intron wordt gerekend en het mRNA een exon mist. (korter, korter)