weefsels af Flashcards
steunweefsels =
en 3 soorten
het bestaat uit weinig cellen. tussen de cellen bevinden zich stoffen die voor stevigheid en steun zorgen
- bindweefsel
- kraakbeenweefsel
- botweefsel
soorten dekweefsel
3 soorten
eenlagig
- eenlagig plaveiselepitheel
- eenlagig kubisch epitheel
- eenlagig cilinderepitheel
gelaagd
- gelaagd plaveiselepitheel
- gelaagd kubisch epitheel
- gelaagd cilinderepitheel
dekweefsel of epitheel =
- beschermde functie
- bekleedt het oppervlak van het lichaam(huid)
- bekleedt de binnenkant van de holle organen in het lichaam (luchtwegen, darmen, hart** en bloedvaten**)
- slijmvlies= dekweefsel met slijm producerende cellen
- klierweefsel= bijzondere vorm van dekweefsel, geeft stoffen af aan de omgeving
**endotheel= soort epitheel maar niet in contact met buitenwereld
een weefsel is een groep cellen met dezelfde bouw en functie.
benoem 5 soorten weefsel:
- dekweefsel of epitheel
- steunweefsel
- spierweefsel
- zenuwweefsel
- transportweefsel
transportweefsel=
- bloed en lymfe = vloeibaar bindweefsel
- het bloed transporteert bloedcellen door het hele lichaam
- rode bloedcellen: zuurstoftransport
- witte bloedcellen: de afweer tegen schadelijke/lichaamsvreemde stoffen
- bloedplaatjes: stolling
zenuwweefsel=
- prikkelgeleiding van hersenen naar organen en terug
- zenuwweefsel bestaat uit zenuwvellen (neuronen)
- korte uitlopers (dendriet) om prikkels op te vangen
- 1 lange uitloper (axon) om prikkels door te geven naar andere cellen
- bevindt zich in de hersenen, het ruggenmerg en de zenuwknopen
spierweefsel=
zorgt voor beweging door samentrekken van spiercellen
Dwarsgestreept spierweefsel:
skeletspieren - dwarsgestreept - willekeurig - vermoeibaar
glad spierweefsel:
in inwendige organen - glad - onwillekeurig - onvermoeibaar
hartspierweefsel
in hart - dwarsgestreept - onwillekeurig - onvermoeibaar
botweefsel =
- bestaat uit botcellen die een tussenstog maken waarin kalkzouten worden opgeslagen. hierdoor zijn botten (aan de buitenkant) zo hard
- kinderen - weinig kalkzouten- buigzaam
- volwassenen - kalkzouten- balans
- ouderen - meer kalkzouten- kans op een fractuur neemt toe - broze botten
kraakbeenweefsel=
- kraakbeencellen zijn veerkrachtig waardoor het kraakbeen weefsel veerkrachtig is
- komt voor in ribbenkast, oor en tussenwervelschijven
- de tussenstof is bijna doorzichtig. bestaat uit kraakbeenlijm en eiwitvezels
- bevat geen bloedvaten dus geneest slecht
kraakbeenweefsel
3 soorten en waar te vinden
- hyalien kraakbeen (in gewricht oppervlakten)
- elastisch kraakbeen (in oorschelp)
- vezelig kraakbeen ( in tussenwervelschijven)
elastisch bindweefsel
- minder sterk maar wel goed rekbaar
- komt bijvoorbeeld voor in de huid (vetweefsel) en in de slagader wanden
collageen bindweefsel=
- sterk en niet -rekbaar
- cellen met een geleiachtige tussenstof, waarin eiwitvezels liggen.
- komt voor in pezen en gewrichtsbanden.
steunweefsels =
en 3 soorten
het bestaat uit weinig cellen. tussen de cellen bevinden zich stoffen die voor stevigheid en steun zorgen
- bindweefsel
- kraakbeenweefsel
- botweefsel