Web Technology Flashcards

1
Q

Wat is het internet?

A

Een wereldwijd computernetwerk bestaande uit onderling verbonden netwerken die gebruikmaken van gestandaardiseerde communicatieprotocollen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is HTML?

A

HTML is de standaard opmaaktaal voor het creëren van webpagina’s. Het staat voor HyperText Markup Language.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat beschrijft HTML?

A

HTML beschrijft de structuur van webpagina’s door middel van markup.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een eenvoudig HTML-element?

A

Een element definieert het document als HTML5. Het is het root-element van een HTML-pagina en bevat metadata over het document.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn HTML-tags?

A

HTML-tags zijn elementnamen omgeven door punthaken: <tagnaam>. Ze vormen paren, zoals <p> en </p>.</tagnaam>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het doel van een webbrowser?

A

Het doel van een webbrowser is om HTML-documenten te lezen en weer te geven. De browser toont de HTML-tags niet, maar gebruikt ze om te bepalen hoe het document wordt weergegeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn HTML-attributen?

A

HTML-attributen verschaffen aanvullende informatie over een element en worden altijd in de starttag geplaatst. Ze komen meestal voor in name/value pairs, bijvoorbeeld: name=’value’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is HTTP?

A

HTTP staat voor Hypertext Transfer Protocol. Het faciliteert de communicatie tussen clients en servers volgens het request-response model.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de twee belangrijkste HTTP-methoden?

A

De twee belangrijkste HTTP-methoden zijn GET en POST.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verschil tussen GET en POST?

A

GET vraagt data op uit een gespecificeerde bron, terwijl POST data stuurt voor verwerking naar een gespecificeerde resource. GET-requests kunnen worden gecached en hebben een lengterestrictie, terwijl POST-requests niet worden gecached en geen lengterestrictie hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is JavaScript?

A

JavaScript is een high-level, geïnterpreteerde programmeertaal die voldoet aan de ECMAScript-specificatie. Het wordt gebruikt voor client-side ontwikkeling en kan HTML en CSS bewerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn HTML-events?

A

HTML-events zijn gebeurtenissen die plaatsvinden op HTML-elementen, zoals het laden van een webpagina, het wijzigen van een invoerveld of het klikken op een knop. JavaScript kan reageren op deze events.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn JavaScript-variabelen?

A

JavaScript-variabelen zijn containers voor het opslaan van datawaarden. Er zijn drie keywords: var, let en const.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is hoisting in JavaScript?

A

Hoisting is een gedrag in JavaScript waarbij variabelen die met var zijn gedeclareerd, worden behandeld alsof ze aan het begin van de functie of het globale scope zijn gedeclareerd, ongeacht waar de daadwerkelijke declaratie plaatsvindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn template literals in JavaScript?

A

Template literals zijn strings die worden begrensd door backticks (`) in plaats van dubbele of enkele aanhalingstekens. Ze ondersteunen multiline strings en stringinterpolatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een HTTP-request?

A

Een HTTP-request bestaat uit een startregel (methode, URL, HTTP-versie), headers (metadata) en een body (optioneel, bijv. bij POST-requests).

17
Q

Wat is een HTTP-response?

A

Een HTTP-response bestaat uit een statusregel (HTTP-versie, statuscode, redenzin), headers (metadata) en een body (de feitelijke gegevens die worden teruggestuurd).

18
Q

Wat zijn veelvoorkomende HTTP-statuscodes?

A

Veelvoorkomende HTTP-statuscodes zijn 200 OK (request geslaagd), 201 Created (resource aangemaakt), 400 Bad Request (ongeldige request), 404 Not Found (resource niet gevonden) en 500 Internal Server Error (serverprobleem).

19
Q

Wat is cURL?

A

cURL is een command-line tool voor het uitvoeren van HTTP-requests, vaak gebruikt voor API-testen.

20
Q

Wat is Postman?

A

Postman is een GUI-gebaseerde tool voor het testen van API’s. Het wordt gebruikt om HTTP-requests en -responses te verzenden en te inspecteren.