WDD2 - week 2 Flashcards

1
Q

Associatieve vezels soorten

A

verbinden grijze stof (schorsdelen) met elkaar
• Fibrae artcuates = kort
• Fasciculi = lang. In capsula externa en extrema

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Commisurale vezels onderdelen

A

verbinden homo- of heterotope gebieden links en rechts met elkaar
• Corpus callosum (balk, forceps minor en forceps major)
• Commisura fornicis
• Commisura anterior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Projectievezels onderdelen

A

verbinden verschillende delen van het CZS met elkaar (alle 3 het zelfde, andere plek andere naam). Motorische baan:
• Corona radiata
• Capsula interna
• Pedunculus cerebri (in mesencephalon) – middelste deel bevat pyramidevezels
• Pyramidebanen
• Decussatio pyramidum – overkruizen banen
• Tractus corticospinalis lateralis (90%)
• Tractus corticospinalis medialis (10%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Sensibiliteit gnostisch afgelegde weg

A
  • Tastorgaan
  • Achterstreng
  • Fasciculus gracilis/cuneatus = onderste deelhersenstam
  • Kruizen in decussatio lemniscorum
  • Nucleus gracilis/cuneatus
  • Lemniscus medialis
  • Vpl kern van de thalamus
  • Schors
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vitale sensibiliteit afgelegde weg

A

tractus spinothalamicus

  • Achterhoorn kruizen
  • Anterolaterale systeem (tractus spinothalamicus)
  • Vpl kern van de thalamus
  • Primaire sensibele cortex (scherpe pijn: neo spinothalame pijnbaan)
  • Mediale thalamus naar lobus limbicus (Doffe pijn: paleo spinothalame
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Basale kernen ontstaan en welke zijn er

A

ontstaan door lokale proliferatie (verdikking van bodem)
• Lenskern
• Staartkern (nucleus caudatus)
• Thalamus (geen basale kern)
• Claustrum
Binnen koker (als hart van bloem) is lenskern, deel er om heen is nucleus caudatus. Corpus amygdaloideum ligt helemaal aan de staart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Diencephalon onderdelen

A
  • Epithalamus
  • Thalamus – subcorticaal schakelcentrum van afferente info (behalve reuk)
  • Subthalamus
  • Hypothalamus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Alarmsymptomen hoofdpijn

A
  • Acuut en hevig
  • Voorgeschiedenis (kanker)
  • Immuundeficientie – bv sneller infetie
  • Toename na trauma
  • Boven 50j – verdacht omdat vaker kwaadaardige oorzaak
  • Onder 6j – bijna niet primair
  • Zwanger – door pre eclampsie en hoge bloeddruk
  • Koorts - infectie
  • Meningeale prikkeling
  • Braken – verhoogde intracraniele druk
  • Meningisme
  • Ochtendhoofdpijn – verhoogde intracraniele druk
  • Visusverlies
  • Ander gedrag
  • Gedaald bewustzijn
  • Neurologisch uitval
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ICHD3 classificatie hoofdpijn

A
  • Primaire hoofdpijn: spanning, migraine, trigeminale autonome cefalalgie (TAC) zoals clusterhoofdpijn en andere primaire hoofdpijn
  • Secundaire hoofdpijn: trauma hoofd/nek, vasculair cranieel/nek, niet vasculair, middel/ontrekking, infectie, metabool, structuren schedel, aangezicht of nek aangedaan, psychische stoornis
  • Aangezichtspijn: trigeminus neuralgie/neuropathie, glossofaryngeus neuralgie/neuropathie, occipitalis neuralgie, tolosa hunt syndroom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Spanningshoofdpijn kenmerken

A
  • Meest voorkomend
  • Klinisch heterogeen (verschillende klachten)
  • 30 min tot dagen
  • Milde tot matige bilaterale drukkende pijn: als band om hoofd
  • Komt niet door verhoogde spierspanning en ook niet door stress
  • Medicamenteuze (antidepressiva) en niet medicamenteuze behandeling (fysio)
  • Analgetica verergert
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Migraine kenmerken

A

• Gemiddeld 1 keer per maand
• Familiair
• Op plek 2 van aandoeningen die QOL beperken
• Vereisten:
o Tenminste 5 aanvallen
o 4 tot 72 uur
o twee van volgende: unilateraal, bonzend, matig/ernstig, verergering door/vermijding lichaamsbeweging
o een hiervan tijdens aanval: missselijkheid/braken, overgevoeligheid licht en geleud
o niet andere diagnose
• prodromen: niet lekker voelen, beetje down
foto en fonofobie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Migraine aura

A

30%
Voorbijgaande focale uitvals/prikkelingsverschijnselen. Voorafgaand of gelijk met hoofdpijn, uitbreidend in minuten, duurt 4 tot 60 min.
• Meestal visuele stoornissen (flikkerscotoom)
• Minder vaak: paresthesieen, dof gevoel, afasie
• Zeldzaam: halfzijdige parese, vertigo, diplopie, dysartrie, ataxie

Aurastatus – meerdere auras op dag
Persisterend aura – 7 dagen achter elkaar minimaal (focale epilepsie overwegen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

oorzaak migraine/aura

A

Spreading cortical depression – hyperactiviteit die zich uitbreidt (uitgelokt door hypoactiviteit).
Vasculair kan lekken eiwitten naar dura mater – n trigeminus activatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ontstaan pijn migraine

A

Pijn ontstaat door activatie trigeminus met serotonine ne tgrp vrijkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

onderscheid tussen aura en TIA

A
  • Bij aura meer pos symptomen (te veel van iets zoals lichtflitsen), TIA meer negatieve
  • Aura in minuten uitbreidend, TIA direct max
  • Aura gevolgd door hoofdpijn, TIA niet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hemiplegische migraine kenmerken

A

Migraine met aura met o.a. motorische uitval
Ook: visueel, sensibel, fatisch
Aura kan uren tot dagen duren
Zeldzaam: insulten, verlaagd bewustzijn tot coma
Erfelijk autosomaal dominant of sporadisch
Mutatie in DNA dat codeert voor ionkanalen cortical spreading depression

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Behandeling migraine

A

Aanvalsbehandeling
Stap 1: paracetamol + NSAIDs
Stap 2: paracetamol + NSAIDs + anti-emetica
Stap 3: triptanen (serotonine receptor agonist)
Profylaxe; candesartan, propranolol
Toekomst; pro inflammatoir (substantie p, CGRP)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

TACs kenmerken

A
•	Orbitofrontaal
•	Autonome verschijselen: rood oog, trannend, loopneus/verstopt
•	Bewegingsdrang
unilateraal
kort
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Clusterhoofdpijn kenmerken

A
•	Unilaterale heftige borende pijn rondom of achter het oog
•	Autonome verschijnselen (zie boven)
•	Bewegingsdrang
•	15-180 min
•	Clusters
•	Prevalentie 124/100000
•	Oorzaak onbekend
7 dagen tot 1 jaar, chronisch langer dan 1 jaar
Bij mannen vaker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

behandeling clusterhoofdpijn

A
  • Aanval; triptanen sumatriptan(neusspray, injectie), 100% zuurstof 7-15l/min
  • Profylaxe; verapamil, methysergide, lithium, topiramaat, prednison
  • Leefstijl; niet roken of drinken, soms sterke geuren en fysieke inspanning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

trigeminusneuralgie kenmerken

A

Hevige schietende pijn via verloop tirgeminustak(ken)
idiopatisch of neurovasculair conflict root entry zone (janetta procedure)
symptomatisch door carbamazepine, gabapentine, ablatie ganglion van gasser. Oorzakelijk door wegnemen vna neurovasculair conflict in root entry zone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Subarachnoidale bloeding (SAB)

A

bloed in subarachnoidale ruimte (onder arachnoidea) waar liquor zit. Vaak door gebarsten aneurisma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Symptomen SAB

A
  • Klachten door hoge druk eerst hoofdpijn (accuut en hevig. Soms zelfs knapje
  • dan misselijkheid, braken
  • gedaald bewustzijn
  • symptomen afh van hersengebied
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Behandelopties SAB

A

goede neurologische conditie: chirurgisch “clippen” (permanent) of endovasculair “coilen”
– Zo snel mogelijk - “rebleeding” voorkomen

slechte conditie: Expectatief
– Slechte conditie door hydrocephalus / verbetering na
drainage ?
– Persisterend slechte conditie: expectatief of toch
behandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
SAB epidemiologie
* 10 SABs /100.000 patiënten per jaar * Ca 1700 per jaar in NL * Huisarts praktijk 5000 patiënten: 1 SAB per 3 jaar * Piekincidentie 50-70 jaar * Komt zeer zelden bij kinderen voor
26
Intracraniële aneurysmata kenmerken
* Oorzaak Genetisch, Roken en hypertensie * Meerderheid van aneurysmata is klein (<5 mm) * 50 - 80 % zal niet ruptureren gedurende het leven
27
diagnostiek SAB
* Initiële opvang door de neuroloog * Anamnese * CT – Cta – Angio * LP na 12 uur
28
Oorzaken SAB
* Aneurysma 80% * AVM 5% * Stollingsstoornis * Sinus trombose * Drugs gebruik (cocaine) * Onbegrepen 15%
29
Aanvullend onderzoek bij SAB
• CT hersenen • CTA • Digitale subtractie angiografie (DSA) • Exacte anatomische configuratie aneurysma • Vervaardigen in centrum waar aneurysma behandeld wordt • 3D rotatie DSA • 3D dataset die in alle richtingen gedraaid kan worden • Doel van de reconstructie is een “werkprojectie” te vinden waarin het aneurysma zich vrij projecteert van de onderliggende vaten
30
Diagnostisch protocol bij SAB
• Aneurysmata komen meervoudig voor in 20 tot 30% van de populatie; daarom kijken welk aneurysma heeft gebloed ? Groter, onregelmatiger van vorm ->meer kans ruptuur – Uitstulping = recente bloeding – Relatie tussen verdeling van het subarachnoideale bloed of intracerebraal hematoom met de locatie van het aneurysma
31
Clipping
• Craniotomie • Toename morbiditeit door manipulatie en ischemie • Clippen: definitieve behandeling – Weinig recidieven
32
Coilen
• Complicaties bij + 4% van de procedures – Perforatie van het aneurysma – Thrombo-embolisch • Deel aneurysma (20-25%) gevuld met coils, rest zal thromboseren • Kans op revascularisatie van een deel van het aneurysma – Vooral in eerste maanden na behandeling. – Revascularisatie in 5 tot 10% van de patiënten
33
wat is beter; clippen of coilen
coilen
34
voor en nadelen van wijdere coils
zakken niet af naar moedervat, wel meer morbiditeit
35
Lange termijn resultaten behandeling Coiling
– Kans op revascularisatie van een deel van het aneurysma – Revascularisatie in 10 tot 15% van de patiënten – Kans op bloeding uit gecoild aneurysma: 0.8 %
36
Lange termijn resultaten Clippen
– Recidief door niet optimaal plaatsen van de clip (5%) of recidief (1.5%). – Kans op bloeding 0.26% • Nieuwe aneurysmata bij 3 % van de patiënten die al eens behandeld zijn voor een aneurysma De aanwezigheid van een aneurysma en de kans op een ruptuur is daarom niet een eenmalige gebeurtenis
37
epidemiologie beroertes
Wereldwijd +13 miljoen beroertes per jaar • NL 40.000 beroertes per jaar • Nr. 1 oorzaak blijvende invaliditeit en doodsoorzaak nr. 3 in Westerse wereld • Enorme impact op kosten gezondheidszorg – Directe zorgkosten in eerste jaar na beroerte gemiddeld €20.000 p.p. 25% onder 60j
38
soorten beroerte en hoe vaak komt het voor
infarct - prop (80%) bloeding - scheur (15%) subarachnoidaal (5%)
39
indeling beroertes
``` Infarct • Ischemie o TIA = binnen 24 uur over o Infarct (80%) • Bloeding (20%) o ICH = intracerebraal o SAB = subarachnoidaal ```
40
intracerebrale hematomen (hersenbloeding) epidemiologie en prognose
* NL: circa 9000 patiënten per jaar met * Relatief veel patiënten herstellen slecht * Hoge mortaliteit in acute fase
41
intracerebrale hematomen behandeling
– Indien gebruik orale anticoagulantia (bloedverdunners): staken/couperen – Bloeddruk management – Hemicraniëctomie
42
oorzaken herseninfarct
* Atherosclerose grote vaten * ‘Small vessel disease’ * Cardioembolisch (Atriumfibrilleren, Klepaandoening, b.v.b. prothese, Recent myocardinfarct, Verwijd hart, Endocarditis, Persisterend foramen ovale) * Overig (zeldzamere oorzaken) * Onbekend
43
Penumbra
ischemische halfschaduw. Deel van hersenen aangedaan door bloedprop
44
invloed tijd tot behandeling hersenbloeding/prop op prognose
• Per minuut gaan 1,9 miljoen hersencellen verloren • Voor iedere 6 minuten uitstel van behandeling daalt de absolute kans op goed herstel (zelfstandig functioneren) met 1%
45
behandeling herseninfarct
Intraveneuze trombolyse (IVT): Actilyse, alteplase, recombinant tissue Plasminogen Activator (rtPA). een uur laten inlopen. • Hoe sneller toegediend, des te effectiever • Moet binnen 4.5 toegediend worden • ‘Number needed to treat’ = 5 à 6 endovasculaire therapie (EVT) • EVT bij patiënten met een acuut herseninfarct (binnen 6 uur na het begin van klachten) is veilig en klinisch effectief • Kans op goed herstel van minder dan 1 op 5 naar 1 op 3 (14% toename!) • Positieve effect van EVT op functionele uitkomst na 3 maanden is na 2 jaar nog onverminderd aanwezig • Groter verschil in mortaliteit na 2 jaar in het voordeel van EVT • Laag aantal nieuwe herseninfarcten
46
wat is het eerste onderzoek bij een mogelijke hersenbloeding/infarct
ct
47
Belangrijkste ‘zichtbare’ symptomen na CVA in linker hemisfeer (carotis/media)
mondhoekparese rechts rechtszijdig parese/paralyse arm/been complete afasie
48
Belangrijkste ‘zichtbare’ symptomen na CVA Staminfarct (basilaris)
bont beeld van (deels) uitval kracht / gevoel | hersenzenuwfunctiestoornis
49
Belangrijkste ‘zichtbare’ symptomen na CVA in Rechter hemisfeer (carotis/media)
mondhoekparese links | linkszijdig parese/paralyse arm/been
50
``` Belangrijkste ‘onzichtbare’ symptomen na CVA in Linker hemisfeer (carotis/media) ```
hemianopsie rechtszijdig taalstoornis (afasie): receptief en expressief
51
Belangrijkste ‘onzichtbare’ symptomen na CVA Algemeen
``` vermoeidheid cognitieve stoornissen verandering in emotie en gedrag angst depressie pijn ```
52
Belangrijkste ‘onzichtbare’ symptomen na CVA in Rechter hemisfeer (carotis/media)
hemianopsie linkszijdig neglect, ruimtelijk inzicht cognitieve communicatiestoornissen
53
hoeveel procent heeft initieel bij een beroerte een parese
85%
54
hoeveel procent heeft bij een beroerte na 6 maanden nog een parese
>50%
55
hoeveel procent met een beroerte is weer aan het werk na een jaar
44%
56
tot wanneer kun je herstel verwachten na CVA: hersenweefsel
8 weken. neurologisch herstel door aanpassing in weken tot maanden (max 6)
57
invloed trainen op beroerte herstel
* niet bewijs dat veel trainen in eerste fase helpt * wel begeleiden, werken aan compensatie, voorwaarden behouden * zo vroeg mogelijk inschatten wie wel of niet goed herstelt
58
advies natraject beroerte
* naar huis met therapie (70%) - revalidatiecentrum | * opname kliniek (30%) – revalidatiecentrum of verpleeghuis
59
prognose beroerte
* mobiliteit (lopen) - rompbalans (TCT) binnen 72 uur en voldoende beenkracht * handfunctie – extensie vingers en abductie arm * ADL – varthel index op dag 5 (9 punten)
60
epidurale bloeding oorzaak, locatie, kliniek, behandeling
``` Oorzaak: - Trauma, zoals een motorongeluk of een val - Ruptuur menigeale arteriën - Vaak samen met een schedelfractuur Locatie: tussen schedel en dura mater Kliniek: - Verlaagd bewustzijn - Vaak een lucide interval - Hoofdpijn - Misselijkheid/braken - Epileptisch insult - Verwardheid Behandeling: chirurgisch ingrijpen of conservatief beleid. Dit is afhankelijk van de grootte, de massawerking en de kliniek_ ```
61
Subdurale bloeding oorzaak, locatie, kliniek, behandeling
``` Oorzaak: - Trauma, zoals een motorongeluk of een val - Ruptuur ankervenen - Meestal is er geen schedelfractuur Locatie: tussen dura mater en arachnoid Kliniek: - Verlaagd bewustzijn - Hoofdpijn - Misselijkheid/braken - Epileptisch insult - Verwardheid Behandeling: Chirurgisch ingrijpen of conservatief beleid. Dit is afhankelijk van de grootte, de massawerking en de kliniek ```
62
SAB oorzaak, locatie, kliniek, behandeling
Oorzaak: - Ruptuur van een sacculair aneurysma van de cirkel van Willis - Risicofactoren zijn: Roken, hypertensie, atherosclerose, familieleden met SAB, polycysteuze nierziekten. Locatie: subarachnoidale ruimtes Kliniek: - Verlaagd bewustzijn - Plotselinge hevige hoofdpijn - Misselijkheid/braken - Epileptisch insult - Tekenen van meningitis - Soms oogspierparesen - Een of meer preretinale bloedingen te zien in de oogfundus (bij ongeveer 20% van de patiënten) Behandeling: Coilen (via catheterisatie lies) of Clippen (open operatie via craniectomie) bij voorkeur binnen 24 h.
63
Parenchymateuze hersenbloeding oorzaak, locatie, kliniek, behandeling
Oorzaak: - Meestal trauma - Niet-trauma oorzaken zijn: o.a. small vessel disease of een macrovasculaire oorzaak, zoals een aneurysma. Locatie: Parenchym, afhankelijk van de locatie en de uitgebreidheid kan de bloeding zich uitbreiden tot in het ventrikelsysteem. Kliniek: - Acute focale neurologische uitval afhankelijk van locatie - Hoofdpijn - Misselijkheid/braken - Verlaagd bewustzijn - Nekstijfheid Behandeling: - Opname stroke unit - Correctie stolling - Bij dreigende inklemming kan chirurgisch ingrijpen overwogen worden
64
Corticaal infarct oorzaak, locatie, kliniek, behandeling
Oorzaak: - Trombo-embolieën uit de a. carotis of de a. vertebralis, proximale aorta en het hart - Lokale intracerebrale atherosclerotische plaques Locatie: Het stroomgebied van een of meer takken van de cerebrale of cerebellaire bloedvaten Kliniek: Acute neurologische uitval afhankelijk van de locatie met daarbij uitval van corticale functies. Behandeling: IVT of IAT. Herseninfarct: acute behandelingen) - Opname stroke unit - Secundaire preventie
65
Lacunair infarct oorzaak, locatie, kliniek, behandeling
Oorzaak: Meestal door hypertensie, wat leidt tot lipohyalinose en vervolgens tot vaatwandvernauwing en vaatafsluiting. Maar kan ook door trombo-embolieën Locatie: Het stroomgebied van kleine perforende bloedvaatjes in de basale kernen, capsula interna, thalamus of hersenstam Kliniek: - Acute neurologische uitval afhankelijk van de locatie met intacte corticale functies - Geen hemianopsie. Uitsluitend een (combinatie van) enkelzijdige motorische en sensibele uitvalsverschijnselen. Behandeling: - IVT of IAT indien mogelijk - Opname stroke unit - Secundaire preventie
66
Waterscheidingsinfarct oorzaak, locatie, kliniek, behandeling
Oorzaak: - Vaak het gevolg van sterke bloeddrukdalingen - Ernstige stenose of occlusie van de a. carotis - Collaterale bloedvoorziening is onvoldoende Locatie: Het grensgebied van twee grote cerebrale arteriën of subcorticaal op de grens van diepe en oppervlakkige takken van de a. cerebri media. Kliniek: Acute neurologische uitval afhankelijk van de locatie met daarbij uitval van corticale functies. Behandeling: - IVT of IAT - Opname stroke unit
67
meest voorkomende oorzaak van een herseninfarct
Atherosclerose
68
welke uitvalsverschijnselen verwacht je bij een probleem in het ACP stroomgebied?
Homonieme hemianopsie contralateraal aan de locatie van de laesie.
69
welke uitvalsverschijnselen verwacht je bij een probleem in het ACA stroomgebied?
- Hemiparese van met name het been, contralateraal aan de locatie van de laesie - Sensibiliteitsuitval van met name het been, contralateraal aan de locatie van de laesie - Apathie, gedragsstoornis of desoriëntatie
70
welke uitvalsverschijnselen verwacht je bij een probleem in het ACM stroomgebied?
- Hemiparese arm > been, contralateraal aan de locatie van de laesie - Hemisensibiliteitsuitval arm > been, contralateraal aan de locatie van de laesie - Afasie als de dominante hemisfeer is aangedaan - Dysartrie - Homonieme hemianopsie
71
Pure motor syndrome
Hemiparese van gelaat en arm aan contralateraal aan de locatie van de laesie. Dysartrie. Geen uitval van sensibiliteit
72
Pure sensory syndrome
Hemisensibiliteitsuitval van arm en been contralateraal aan de locatie van de laesie. Geen parese.
73
Dysarhria-Clumsy Hand Syndrome
Hemiparese hand contralateraal aan de locatie van de laesie. Dysartrie.
74
Sensorimotor Syndrome
Hemiparese en hemisensibiliteitsuitval van gelaat, arm contralateraal aan de locatie van de laesie.
75
aneurysmatische subarachnoïdale bloeding kenmerken ogen
``` rode waas (terson syndrome) 20% een of meer preretinale bloedingen in de oogfundus te zien. ```
76
Wat is de algemene differentiaal diagnose van | acute hoofdpijn + bewustzijnsdaling?
1. Subarachnoïdale bloeding, 2. | parenchymateuze hersenbloeding, 3. (sinustrombose), 4. (meningitis)
77
risico SAB na behandeling coilen of clippen
Recidief bloeding uit aneurysma, Hydrocefalus, ‘’delayed’’ cerebrale Ischemie (vaatspasmen), insulten, infecties (pneumonie, meningitis indienventrikeldrain)
78
Ependym
dak van laterale ventrikels dat een cellaag dik is in tel, di, met en my Ependym plooien en vaatrijk bindweefsel (tela choroidea) worden samen plexus choroideus rond derde en vierde ventrikel.
79
waar wordt hersenvocht gemaakt
Plexus choroideus bij derde en vierde ventrikel.
80
foramina v luschka,
twee, in vierde ventrikel
81
foramen v magendi
een, in midden
82
waar komt liquor terecht bij afvoeren
Subarachnoidale ruimte via foramen luchka en magendie
83
Cisternen
holtes gevuld met hersenvocht, die worden gevormd door instulpingen van de subarachnoïdale ruimte rondom de hersenen, die wordt begrensd door het arachnoid (aan de buitenzijde) en het pia mater (aan de binnenzijde)
84
Archnoidale granulaties
instulping sinus saggitalis superior in intradurale ruimte
85
welke hersendelen worden gevoed door de cerebri media, anterior, posterior en choridea anterior
Cerebri media – vooral apicale delen Cerebri anterior – mediale delen Cerebri posterior – basalere delen en occupitales Choridea anterior – hippocampus en midden basale kernen
86
waar draineren de Vv superiores cerebri
sinus sagittalis superior
87
Ankervenen
superiores cerebri | Verder ook venae emissariae van buiten schedel
88
Primaire hoofdpijn
spanning migraine trigeminale autonome cefalalgie (TAC) zoals clusterhoofdpijn en andere primaire hoofdpijn
89
Secundaire hoofdpijn
``` trauma hoofd/nek vasculair cranieel/nek niet vasculair, middel/ontrekking infectie metabool structuren schedel, aangezicht of nek aangedaan psychische stoornis ```
90
Aangezichtspijn
trigeminus neuralgie/neuropathie glossofaryngeus neuralgie/neuropathie occipitalis neuralgie tolosa hunt syndroom
91
Welke tertiaire hoofdpijnsyndromen zijn er
* Trigeminus neuralgie * Neuritis optica * Tolosa hunt syndroom
92
Wat is de indeling van primaire hoofdpijnsyndromen van kort naar lang:
* Trigeminus neuralgie: seconden tot minuten * Clusterhoofdpijn: kwartier tot paar uur * Migraine: uren tot dagen * Spanningshoofdpijn: uren tot vele dagen
93
Welke medicatie wordt profylactisch gebruikt bij migraine
propranolol, metroprolol, candesartan (angiotensineR block), Na valproaat (gaga, na/k), topiramaat (na kanaal block, gamma aminoboterzuur versterken)
94
Welke medicatie wordt gebruikt bij een migraine aanval?
Triptaan, domperidon, NSAID, paracetamol
95
Welke medicatie wordt profylactisch gebruikt bij clusterhoofdpijn
verapamil
96
Welke medicatie wordt gebruikt bij een clusterhoodpijn aanval
100% zuurstof 12l/min, triptaan
97
Welke medicatie wordt gebruikt bij spanningshoofdpijn?
Amitriptyline, fysiotherapie
98
Alarmsymptomen secundaire hoofdpijn
acuut, koorts, voorseschiedenis kanker, polymyalgia rheumatica, HIV, continue hoofdpijn bij oudere, acenocoumarol gebruik
99
Tic douloureux (klassiek trigeminus neuralgie) kenmerken en behandeling
* Hevige pijnscheuten in een gelaatshelft, meestal maxillair/mandibulair * Uitgelokt door aanraking/beweging (eten, scheren, tanden poetsen, wind) * Kan ook continu zeurend aanwezig * Kan door vaat tegen trigeminus tak * Behandelen met carbamazepine, ablatie Gasser ganglion, Janetta operatie
100
Spanningshoofdpijn pathofysiologie, LO en behandeling
• Verlaagde pijndrempel • NO – rol centrale sensitisatie van nociceptive paden • Stress maakt erger, niet oorzaak LO normaal, miss pijn nekspieren bij palpatie. Geen aanvullend onderzoek Behandeling amitriptyline en fysiotherapie/mensendieck therapie
101
SUNCT/ SUNA duur en kenmerken
10 sec tot 2 min, veel tranen en roodheid
102
Paroxismale hemicrania bij wie, duur en medicatie
vrouwen, 2-15 min, indomethacine verlicht
103
Pathofysiologie clusterhoofdpijn
onbekend, mogelijk a carotis interna vasodilatatie, compressie plexus pericaroticus, circadiaan ritme.
104
ezelsbruggetje hersenzenuwen
Op Ons Oude Tuin Terras At Frits Verse Groenten Van Albert Heijn
105
ezelsbruggetje hoe veel hersenzenuwen uit tel die mes met my
1-1-2-4-4
106
ezelsbruggetje welke hersenzenuwen motorisch en welke sensibel
Some Say Money Matters But My Brother Says Big Boobs Matter More
107
Probleem links in chiasma opticum gezichtsveld
dan geen informatie meer van linker kant oog, dus rechter kant gezichtsveld – hemianopsie rechts.
108
Probleem in temporaalkwab gezichtsveld
dan homonieme kwadranthemianopsie. Zou het pareitaal zijn dan onder.
109
Probleem in occupitaalkwab gezichtsveld
dan ook hemianopsie met kleine sparing in midden oog