WB 4 - Hoge en lage luchtdruk Flashcards

1
Q

waar ontstonden de passaatwinden ongeveer?

A

rond de evenaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoge luchtdruk … want het is zwaarder

A

daalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

lage luchtdruk … want het is lichter

A

stijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bij wat is er sprake wanneer er hoge luchtdruk is?

A

bij hogeluchtdruk is er sprake van teveel aan lucht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe ontstaat wind?

A

wind ontstaat als er teveel is aan lucht, oftewel een hoge luchtdruk. dan gaat de lucht naar een plek met een lagere luchtdruk, dus zo onttstaat wind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly