W4 Flashcards

1
Q

Welke drie mogelijkheden met betrekking tot het vaststellen of sprake is van een rechtmatige inmenging?

A

Absoluut geformuleerde grondrechten, grondrechten met een duidelijk omschreven uitzondering of grondrechten met een beperkingsclausule

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn absoluut geformuleerde grondrechten?

A

grondrechten zonder beperkingsmogelijkheid, inmenging in de reikwijdte is nooit gerechtvaardigd en is dus een schending van het grondrecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn duidelijk omschreven uitzonderingen bij grondrechten?

A

grondrechten die ruimte laten voor bepaalde duidelijk geformuleerde uitzonderingen/beperkingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn grondrechten met een beperkingsclausule?

A

bepalingen die een bepaald grondrecht vastleggen en voorts een beperkingscausule bevatten. Het bevat een voorwaarde om een grondrecht te mogen beperken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de formele elementen van een beperkigsclausule?

A

Competentievoorschrift (welk orgaan mag een grondrecht beperken?) en procedurevoorschrift (welke procedure moet worden gevolgd bij het beperken van een grondrecht?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de materiële elementen van een beperkingsclausule?

A

doelcriteria (welk doel moet worden nagestreefd om een grondrecht te mogen beperken?), verhouding tussen de beperking van het gediend belang (verhouding tussen het doel en de aard van de beperking) en het kernrecht (mag niet worden aangetast, kom niet vaak voor).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de drie vereisten voor een beperkingsclausule?

A

legaliteit, doelcriterium en necessitytoets.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly