VRAGEN 2016 Flashcards

1
Q

Wat zijn de kenmerken van de sokkel?

A
  • De sokkel is prestigieus.
  • De sokkel is een publieke ruimte. Inkom, lobby, toegang (lift en winkelcentrum.
  • De sokkel bevat (soms) een atrium, directe verlichting kantoren aan de binnenzijde.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
A
  • Stijlstroming -> Kubisme.
  • Piet Mondriaan.
  • Synthetisch Kubistische vervlakking.
  • In blauw oranje roze tinten.
  • Serie straatgevels. Zoektocht naar essentie.

Gevels van de gebouwen uit zijn straat in Parijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Thematiek

A

Thematiek

  1. Appelbomen of stadsgezichten
  2. Onderzoek naar dynamisch evenwicht tussen figuur en grond

tussen het uitgebeelde thema (appelboom als figuur) en het vlak van het schilderij (raster als grond), spanning door in elkaar schuiven van figuur en grond zonder dat een van beide te dominant wordt

  1. Zoektocht naar het essentiële vormgevend principe

dat aan de basis ligt van de (schijnbaar willekeurige) verschijngsvormen van de zichtbare wereld, zoektocht naar de (‘platonische’ zuivere, geestelijke) essentie ‘voorbij’ de zichtbare wereld:
dit essentieel vormgevend prinicpe
= het dynamisch evenwicht tussen horizontaal en verticaal

‘Voorbij’ de zichtbare wereld: net zoals de essentiële vormgeving van een huis pas zichtbaar wordt na afbraak wanneer op de gevel van het aanpalend huis nog enkel de sporen van de indeling van dekamers zichtbaar blijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
A

Howards Tuinstad

  1. Ronde stadsplattegrond (middelgroot) met daarrond landbouw- en groenzone.

De stad is maximum 2400 hectare groot. Aan de rand is er 2000 hectaren landbouwgrond als voorziening voor de stad en een groenzone die samen een fysieke buffer vormen tegen uitbreiding.

  1. Kleinschalige zonering op mensenmaat in 3 zones.

Elk deel van de stad heeft een bepaalde functie en de zones worden met elkaar verbonden door een zorgvuldig uitgedacht netwerk van hoofd- en binnenwegen. De zonering is kleinschalig: vanuit elk huis is elke plaats in de tuindstad te voet bereikbaar op maximum 550 meter afstand.

  • Centrale dienste: publieke gebouwen in een park. -> In het hart van het plan bevind zich een park vanwaar zes brede boulevards zich naar alle kanten verspreiden als de spaken van een wiel en verdelen de stad in zes aparte wijken. In het centrum zit het overheidsgebouw, bibliotheek, ziekenhuis, concertzaal thater ziekenhuis museum gallerij.
  • Woonzone en onderwijs -> Hierna volgen concentrische cirkels van avenues met huizen. Eengezinswoning met tuin, max twee verdiepingen hoog. en scholen.
  • Rand -> voedselproductie, distributie, kleinschalige industrie en transport. -> De tuinstad combineert stad en platteland en is een complete samenleving op kleine schaal: autonoom en autarkisch. Aan de rand bevind zich: volkstuintjes, melkveehouderij, winkels en warenhuizen, martken, station, kleinschalige industrie.
  1. Satelietstreden rond een grootstad -> Raakt de tuinstad vol (32.000 inwoners) dan komt er een sateliedstrad van hetzelfde formaat, waarmee ze met een treinlijn verbonden wordt. De met elkaar verbonden satelietstrden komen op hun beurt rond een centrale (groot)stad van 58.000 intwoners te liggen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Op welke wijze belichaamt het Constructivisme de ideologie van het Communisme? p.31-34 (titels + 1 lijn uitleg/titel)

A
  1. De breuk met het verleden. -> De nieuwe communistische samenleving die democratisch is. De constructieve kunst die abstract is.
  2. Dynamisch: voortdurend in beweging. -> De nieuwe communistische samenleving belichaamt de idee van verandering en dynamisme: technologische vooruitgang en vernieuwing. De constructivistische kunst belichaamt de idee van verandering en dynamisme: de composities zijn beweeglijk en druk, met veel dynamische diagonalen.
  3. Industrieel: Proletarische materialen: De nieuwe communistische samenleving wil inzetten op industrialesering. De consutrctivistische kunst maakt gebruik van industriele materialen.
  4. Rationeel en efficient (als een machine) -> Het communistische regime kiest voor een rationele benadering van productie en de constructivistische kunst kiest voor een rationele vormgeving.
  5. Toegepaste en dus nuttige kunst, in dienst van de samenleving. -> Arbeiders, boeren en ook kunstenaars staan in dienst van de samenleving, van de staat.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
A

De gitaar uit 1912, een assemblage van 80cm hoog, gemaakt uit gebogen metaal en ijzerdraad, is het meest baanbrekende beeldhouwwerk uit het begin van de twintigste eeuw.

De gitaar brengt een aantal revolutionaire vernieuwingen die vooruitwijzen naar de moderne beeldhouwkunst van de twintigste eeuw.

  1. Het eerste beeldhouwwerk met een stilleven als thema, voorloper van de Ready Made.
  2. Het eerste beeldhouwwerk in Sleetse materialen. Voorloper van objet trouve.
  3. De eerste assemblage in eigentijdse, industriele materialen. Voorloper van moderne industriele beeldhouwwkunst. (minimalisme)
  4. Het eerste beeldhouwwerk zonder sokkel. Voorloper van modern streven naar integratie van beeld in de ruimte. (minimalisme)
  5. Het eerste opengewerkt beeldhouwwerk, het beeld is niet langer een beeld met een compacte massa.
  6. Het eerste beeldhouwwerk met een seksuele indentiteit als thema. (duchamp, performance, bourgeouis.)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
A

Tatlin, sokkelloze beelden, beelden integreren in de ruimte in de moderne beeldhouwkunst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A

Tony Garnier, Cité Industrielle

Sociaal utopisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de Cinq points d’une architecture nouvelle?

A

Le Corbusier heeft – op de didactische wijze die hem zo eigen is – in 1926 naar aanleiding van zijn deelname aan de Weissenhofsiedlung in Stuttgart, zijn architectuurtaal gedefinieerd in een heldere, makkelijk te onthouden 5-delige opsomming:

1
Les pilotis (= zuilen):
het gebouw moet van de grond verheven worden
zodat het landschap ononderbroken doorloopt

2
Le toit-jardin (= daktuin):
het platte dak wordt in gebruik genomen als daktuin
zodat er een extra ruimte ontstaat en je (beter) kan genieten van groen, zon en licht

3
Le plan libre (=het vrij grondplan):
vrije indeling van alle ruimtes want de woning wordt gedragen door een beton-skelet (het Domino- frame met vloer-, verdiepings- en daktuinplaat via trap verbonden)

4
La façade libre (= de vrije gevel):
de buitenmuren zijn niet-dragend (zie vorig punt)
zodat de muren opengewerkt kunnen worden met vensters

5
La fenêtre en longeur (= horizontale vensters):
de bandramen lopen horizontaal in de breedte
zodat het licht vrij kan stromen in de woning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly