vragen Flashcards
anamnese & klinisch onderzoek
- 2! stappen in diagnostiek
a: verzamelen info medische geschiedenis (symp, voorgesch, levensstijl, medicijngebruik)
k: fysiek onderzoek; onderzoeken lichaamsdelen, bloed & tests
Beschrijf de mogelijke radiologische onderzoeken die in een modern ziekenhuis doorgaan
- röntgen foto’s
> rontgen om beeld binnen lichaam te maken - CT-scan
> rontgen + computeralgoritmes om gedetailleerd beeld binnen lichaam - MRI
> magnetische velden radiogolven beeld binnen lichaam - echografie
> geluidsgolven om beeld binnen lichaam - nucleaire beeldvorming
> kleine hvh radioactieve stof on beeld binnen lichaam te maken
Geef een overzicht van de functies van de complementeiwitten
- stimulatie chemotaxis (WBC aantrekken naar welbepaalde plaats weefsel)
- bevorderen fagocytose, restanten als opsonine
- afbreken plasmamembraan door ‘membrane attack complex’ & bedreigende agens stoppen
- algemeen complement ook ontstekingsreactie bevorderen
Beschrijf de vasculaire fase van de ontstekingsreactie
- verwijding bloedvaten
- vermindering bloedstroom naar ontstekingsgebied
> toename bloedtoevoer ontstekingsgebied > witte bloedcellen & stoffen (voor onsteking) vervoerd
Beschrijf de cellulaire fase van de ontstekingsreactie
- activatie witte bloedcellen (neutrofielen & macrofagen)
> migreren ontsteking
> ophoping ontstekingsgebied
> afbreken m.o. of beschadigd weefsel + productie ontstekingsmediatoren
Bespreek het RAAS system
= renine-angiotensine-aldosteron-systeem
- bloeddruk regelt
- vocht - & elektrolytenbalans
- geproduceerd door nieren & triggert aanmaak angiotensine
> stimuleert aldosteron > Na & water behoud in lichaam
Bespreek acute nierinsufficiëntie
snelle daling nierfunctie, meestal gevolg schade nieren (infecties, medicijngebruik, bloedstolsels)
- symptomen: vermoeidheid, misselijk, braken, anurie, oligurie, urinekleur, slaperigheid
Bespreek de pathofysiologie die leidt tot de respectievelijke ionenstoornissen bij chronische nierinsufficiëntie
balans elektrolyten in lichaam verstoort > teveel/tekort ionen (Na, K, fosfaat)
> hyperkaliëmie
> hyperfosfatemie
> hypernatriëmie
Bespreek UTI
= urinewegeninfectie
- door bacteriën in blaas, nieren of urinebuis
- symptomen: meer frequent plassen, pijn, branderigheid, bloed in urine, koorts, koude rillingen
Bespreek de nierstenen
= harde kristallen deposito’s die zich vormen in nieren of urinewegen
> mogelijk pijn rug, buik, zijkant & bloed in urine
- door onbalans chemische samenstelling urine (te veel calcium, oxalaat, urinezuur)
Bespreek de oorzaken en de onmiddellijke gevolgen van type I diabetes
- auto-immuunproces, lichaam eigen insulineproducerende beta-cellen van alvleesklier aanvalt
> hyperglycemie (verhoogde bloesuikerspiegel), glycosurie (suiker urine), polydipsie (verhoogde dorst) & polyurie (verhoogd plassen)
Bespreek de oorzaken en de symptomen van type II diabetes
combinatie genetische factoren & ongezonde levensstijl
> vermoeidheid, dorst, veel plassen, honger, gewichtsverlies, slapeloosheid, jeuk & infecties
Bespreek de microangiopathie op het niveau van de ogen en de nieren
= schade kleine bloedvaten
- bij diabetes > retinopathies (oogschade) & nefropathie (nierenschade)
Bespreek de oorzaken en de pathofysiologie van de zogenaamde “diabetische voet”
- neuropathie, macro- en micro‐angiopathie en hyperglycemie
= complictie waarbij schade aan bloedvaten & zenuwen in voeten > verminderde bloedtoevoer & gevoelsverlies ontstaat
> open wonde & infecties , moeilijk genezen & leiden tot amputatie
Bespreek de ziekten die hypothyreoidie veroorzaken
- Hashimoto thyreoiditis
> auto‐immune aandoening
> via antistoffen tegen follikelcellen schildklier > de schildklier
onvoldoende T4 en T3 produceren
> bloed is het TSH verhoogd - medicijnen schildklier ontregelen