Vormgeving 1 (10) Flashcards
1
Q
Wat is Semiothiek?
A
Begrijpen
2
Q
Wat is Gestalt?
A
Zien
3
Q
Wat is Retorica?
A
Overtuigen
4
Q
Wat denotatie?
A
Beschrijven en analyseren. Feitelijk; voor iedereen hetzelfde.
5
Q
Wat is connotatie?
A
Het bedachte [persoonlijke & sociale context]
6
Q
Wat zijn ethos, pathos en logos/
A
Visuele communicatie om te overtuigen. Ethos = Geloofwaardigheid / Pathos = Gevoel of emotie / Logos = rationeel of doordacht