Voorzetzels Flashcards
1
Q
Para
A
For, to
2
Q
Ser
A
Zijn
3
Q
De
A
Of from
4
Q
Su
A
Jouw haar zijn hun
5
Q
En
A
On in
6
Q
Por
A
For by
Para
For, to
Ser
Zijn
De
Of from
Su
Jouw haar zijn hun
En
On in
Por
For by