Voorzetsels 3e Naamval💫 Flashcards
1
Q
Aus
A
Uit
2
Q
Bei
A
Bij
3
Q
Mit
A
Met
4
Q
Nach
A
Naar
5
Q
Seit
A
Sinds
6
Q
Von
A
Van, door
7
Q
Zu
A
Bij, naar
8
Q
Gegenüber
A
Tegenover
9
Q
Außer
A
Behalve
10
Q
Entgegen
A
Tegemoet