Volledige set theorie stof (exclusief borden en technische tekentjes) Flashcards

1
Q

Wat zijn de regels van ondeelbare lading?

A

Uitsteken:
* Maximaal 20 centimeter aan beide kanten
* Maximaal 1 m aan de voorkant
* Maximaal 5 m vanaf de achteras
* Een markeringsbord is verplicht als het meer dan 1 m uitsteekt
* Lading dat op het dak van een auto wordt vervoerd moet altijd goed zijn bevestigd op, in of aan een goede lastdrager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de regels van deelbare lading?

A
  • Mag niet aan de zijkanten uitsteken
  • Mag niet aan de voorkant uitsteken
  • Mag maximaal 1 m vanaf de achteras uitsteken
  • Lading dat op het dak van een auto wordt vervoerd moet altijd goed zijn bevestigd op, in of aan een goede lastdrager
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de regels voor een aanhangwagen?

A
  • Aan de voorkant mag niets uitsteken
  • Mag maximaal 1 m vanaf de achterkant uitsteken
  • Een markeringsbord verplicht als de lading meer dan 1 m uitsteekt
  • Een aanhangwagen met een lading lichter dan 750 kg heeft een wit kentekenplaat met hetzelfde
    kentekennummer als de auto
  • Een aanhangwagen met een lading zwaarder dan 750 kg, heeft een geel kentekenplaat met een ander kentekennummer dan de auto, én een eigen kentekenbewijs
  • Op een autosnelweg of een autoweg mag je met een aanhangwagen maximaal 90 km p/u
  • Heb je een aanhanger en ben je langer dan 7 meter, mag je alleen op de twee meest rechter rijstroken rijden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de regels bij het slepen van voertuigen?

A
  • Bij het slepen van voertuigen mag de afstand tussen beide voertuigen niet meer dan 5 m zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de maximale massa rijklaar gewicht bij een personenauto?

A
  • De maximale massa rijklaar gewicht van een personenauto is 3500 kg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het maximale toegestane alcoholgehalte?

A
  • Het maximale toegestane alcoholpromillage in het bloed is 0,2 promille. Dat staat gelijk aan 88 microgram alcohol en dat zijn 1 à 2 biertjes
  • 1 standaardglas alcoholhoudende drank blijft 1,5 uur in het lichaam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de risico’s van het rijden met teveel alcohol op?

A
  • Je mag een blaastest nooit weigeren
  • Een Licht Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer (LEMA) krijg je bij een alcoholpromillage tussen de 0,5 - 0,8 promille
  • Je kunt een rijverbod van maximaal 24 uur krijgen voor rijden met te veel alcohol op
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de regelingen omtrent je rijbewijs en leeftijden waarop je mag rijden?

A
  • Een rijbewijs is 10 jaar geldig
  • Je wordt voor 5 jaar beschouwd als een beginnende bestuurder
  • Vanaf 16,5 jaar mag je rijles nemen
  • Vanaf 17 jaar mag je begeleid rijden met iemand naast je die langer dan 5 jaar zijn rijbewijs heeft én ouder is dan 27 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar mag je niet stilstaan?

A

Stilstaan = vrijwillig langdurig in de auto blijven zitten (zoals afzetten en laden en lossen).
* Je mag 5 m vóór en 5 m ná een zebrapad (voetgangersoversteekplaats) niet stilstaan of parkeren
* Je mag 5 m vóór en 5 m ná een bocht niet stilstaan of parkeren
* Je mag 5 m vóór en 5 m ná een kruispunt niet stilstaan of parkeren
* Op of naast een fietsstrook of busstrook
* Voor een in- of uitrit
* Op een trottoir
* In een tunnel of viaduct
* Op verdrijvingsvlakken en puntvlakken
* Op vluchtstroken, vluchthavens of in de berm (alleen in noodgevallen)
* Bij een gele doorgetrokken streep
* Bij het stilstaanverbodsbord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar mag je niet parkeren?

A

Parkeren = weggaan en de auto op slot doen.
* Op plekken waar je niet mag stilstaan
* Je mag 12 m vóór en 12 m ná een bushokje/halte niet parkeren
* Binnen de bebouwde kom op een voorrangsweg
* Naast een ander voertuig
* Langs een gele onderbroken streep
* Langs het parkeerverbodsbord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer geef je je richting aan bij het uitvoegen?

A
  • 300 meter voor het verlaten van de autosnelweg geef je richting aan
  • 150 meter voor het verlaten van de autoweg geef je richting aan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar zet je de gevarendriehoek?

A
  • In geval van pech plaats je ongeveer 30 m achter de auto een
    gevarendriehoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar vind je welke reflectoren?

A
  • Rode reflectoren vind je aan de rechterzijde van de weg
  • Witte reflectoren vind je aan de linkerzijde van de weg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoeveel zitplaatsen mag je hebben bij het rijbewijs B?

A
  • Met rijbewijs B mag je een auto rijden met 8 andere zitplaatsen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vanaf wanneer zit je op een kinderzitje en gebruik je een gordel?

A
  • Bij een lengte onder 1,35 meter is een kinderzitje verplicht
  • Bij een lengte boven 1,35 meter is een autogordel verplicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de volgafstand en hoe bereken je dit?

A
  • De volgafstand bij normale
    weersomstandigheden is 2 seconden
  • De volgafstand bij slechte
    weersomstandigheden is minimaal 3 seconden
  • Hoe bereken je de juiste volgafstand? Deel jouw snelheid door twee en tel hier 10% bij op.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de gemiddelde reactietijd?

A
  • De reactietijd is gemiddeld 1 seconde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn de profieldieptes per band?

A
  • De minimum profieldiepte van
    winterbanden is 4 mm (winterbanden hebben nut vanaf 7 graden)
  • De minimum profieldiepte van een normale band is 1,6 mm
  • De minimum profieldiepte van een aanhangwagen band is 1,6 mm
19
Q

Mag de bandenspanning onderling afwijken?

A
  • De bandenspanning tussen de voor en achterbanden mogen afwijken
20
Q

Wat doe je bij aquaplaning?

A
  • Bij aquaplaning op de weg wordt het geadviseerd om gas los te laten
21
Q

Hoe kun je tijdens het rijden energie besparen en wat is het ideale toerental?

A
  • De airco in een auto verbruikt de
    meeste energie
  • Als je je versnelling hoog houdt dan bespaar je brandstof
  • Als je je toerenteller laag houdt dan bespaar je brandstof
  • Een toerental tussen de 2000 en 2500 is ideaal
22
Q

Hoe vaak moet je auto APK-gekeurd worden?

A
  • Een dieselauto moet je voor het eerst na 3 jaar APK laten keuren. Daarna elk jaar
  • Een benzineauto & elektrische auto moet je voor het eerst na 4 jaar APK laten keuren, de keuring is daarna 2 keer 2 jaar geldig.
    Daarna moet je de auto elk jaar laten keuren
23
Q

Hoe veel brandstof mag je vervoeren?

A
  • Je mag maximaal 240 l reserve brandstof
    vervoeren, verdeeld over maximaal 60 l per
    jerrycan
24
Q

Wat zijn de snelheden op een autosnelweg?

A
  • Maximaal 100 km p/u tussen 06:00 en 19:00 uur
  • Maximaal 130 km p/u tussen 19:00 en 06:00 uur
  • Minimaal 60 km p/u
  • Maximaal 90 km p/u met
    aanhangwagen
25
Q

Wat zijn de snelheden op een autoweg?

A
  • Maximaal 100 km p/u
  • Minimaal 50 km p/u
  • Maximaal 90 km p/u met
    aanhangwagen
26
Q

Wat zijn de snelheden binnen en buiten de bebouwde kom?

A
  • Binnen de bebouwde kom: maximaal 50 km p/u
  • Buiten de bebouwde kom: maximaal 80 km p/u
27
Q

Welke snelheid mag je aanhouden bij een groene streep op de weg?

A
  • Maximaal 100 km p/u (barkie)
28
Q

Welke snelheid mag je aanhouden bij 2 witte strepen op het midden van de weg?

A
  • Maximaal 80 km p/u
29
Q

Welke snelheid mag je aanhouden bij geen strepen op de weg?

A
  • Maximaal 80 km p/u (tenzij anders
    aangegeven)
30
Q

Wanneer rem je?

A
  • Dieren
  • Kinderen
  • Bal, ballon, vlieger
  • Drempel vlak voor je
  • Gevaarlijke situatie vlak voor je
  • Bocht waarbij je zicht wordt belemmerd
  • Vrachtwagen als tegenligger
  • Twijfel situatie
31
Q

Wanneer laat je je gas los?

A
  • Bocht in de verte en er komt niets aan
  • Drempel in de verte
  • Tegenligger in de verte
  • Besneeuwde weg met een tegenligger
  • Waarschuwingsbord
32
Q

Wanneer doe je niets?

A
  • Gebeurt er niets? Zie je niets?
    Dan doe je niets.
  • Rijd je 20 km p/u dan doe je
    90% van de gevallen niets
33
Q

Wat doe je bij een parkeerschijfzone?

A
  • Een parkeerschijf stel je in op de tijd van aankomst
  • Als je een parkeerschijf hebt met alleen halve uren mag je tussendoor naar boven afronden
  • Je herkent een parkeerschijf plek door een bord of een blauwe streep
34
Q

Welke lichten heb je en wanneer mag je welke uitvoeren?

A
  • Dimlicht: mag je altijd uitvoeren
  • Grootlicht: mag je alleen ‘s nachts uitvoeren zolang je niemand verblind
  • Mistachterlicht: mag je alleen voeren bij zicht minder dan 50 meter
  • Mistvoorlicht: mag je alleen voeren bij zicht minder dan 200 meter
  • Stadslicht: voer je als je geparkeerd of stil staat op een onoverzichtelijke plek
35
Q

Wanneer laat je een uitvaartstoet of militaire colonne wel of niet voor?

A
  • Is het eerste voertuig je gepasseerd, moet je de hele rij voor laten gaan
  • Als je op een voorrangsweg rijdt en je rechtdoor moet, hoef je ze niet voor te laten gaan (je onderbreekt ze niet)
36
Q

In welke volgorde rijdt de militaire colonne?

A
  • Het eerste voertuig heeft twee blauwe vlaggen en een rechter blauwe koplamp
  • De eerstvolgende voertuigen hebben een rechter blauwe koplamp en één rechter blauwe vlag
  • De laatste heeft rechts en groene vlag en rechts een groene koplamp
37
Q

Wat zijn de speciale regels voor een tram?

A
  • Een tram is een bijzonder voertuig
  • Een tram krijgt altijd voorrang tenzij ze te maken heeft met haaientanden of zebrapaden
38
Q

Wanneer mag je niet inhalen?

A
  • Voor een onoverzichtelijke bocht
  • Voor een zebrapad
  • Voor een kruispunt of T-splitsing
  • Na het inhaalverbodsbord
  • Op verdrijvingsvlakken of puntvlakken
  • Als je zelf wordt ingehaald of een tegenligger op dezelfde weg inhaalt
  • Bij een doorgetrokken streep (tenzij de spitsstrook is geopend)
39
Q

Wanneer mag je rechts inhalen?

A

FRUIT
* In de File
* Op een Rotonde
* Op een Uitvoegstrook
* Op een Invoegstrook
* Bij een Tram

40
Q

Waar moet je rekening mee houden bij inzichtvragen?

A

De 3 V’s:
* Veilig
* Vriendelijk
* Verantwoordelijk

41
Q

Wat zijn de regels voor een gelijkwaardig kruispunt?

A
  • Verkeer dat van rechts komt gaat voor
  • Rechtdoor gaand verkeer gaat voor het afslaand verkeer
  • De korte bocht gaat voor de lange bocht
42
Q

Wat zijn de bijzondere manoeuvres?

A
  • Bij bijzondere manoeuvres gaan alle weggebruikers voor
  • Vanaf stilstaande positie wegrijden
  • Vooruit inparkeren
  • Achteruit inparkeren
  • Achteruit rijden
  • Omkeren
43
Q

Wat is het verschil tussen je rijbevoegdheid ontzegd hebben en een rijverbod hebben?

A
  • Als je rijbevoegdheid is ontzegt mag je niet meer in een personenauto, brommobiel of op een bromfiets rijden
  • Als je een rijverbod hebt mag je ook niet meer op een fiets rijden