Volksgezondheid Flashcards

1
Q

Bevoegdheid ziekteverzekering

A

Federaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bevoegdheid organisatie ziekteverzekering en uitoefening gezondheidszorg

A

Federaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bevoegdheid geneesmiddelen en gezondheidszorgproducten

A

Federaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bevoegdheid patiëntenrechten

A

Federaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bevoegdheid ouderenzorg en invalidenzorg

A

Gemeenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bevoegdheid eerstelijnszorg en thuiszorg

A

Gemeenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bevoegdheid revalidatie

A

Gemeenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bevoegdheid gezondheids- en ziektepreventie

A

Gemeenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Op welke manier is België zowel een Bismarck als Beveridge systeem?

A

Bismarck: pensioenen ifv vroeger loon
Beveridge: terugbetaling ziektekosten, regeling sociale bijstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe wordt de RSZ gefinancierd?

A

Werknemers en werkgevers: percentage brutoloon + werkgevers hebben bijkomende bijdragen
Federale overheid: dotatie + alternatieve financiering
Zelfstandigen: % op netto inkomen, berekende kwartaalbijdrage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Disease

A

Objectief vaststellen
Ziektebeeld
Wetenschappelijke invalshoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Illness

A

Perceptie van gezondheid
Symptomen
Subjectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Sickness

A

Sociale constructie
Ervaring van ziekte en reactie erop wordt beïnvloed door de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Zuigelingensterfte

A

Indicator mbt sterfte
Hoeveel baby’s tussen geboorte en 1 jaar er sterven
Vooral congenitale oorzaken en perinatale complicaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Sterfte op kinderleeftijd

A

Laag sterftecijfer
Tussen 1-14 jaar
Vooral ongevallen en tumoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Sterfte bij volwassenen

A

Indicatoren kunnen verschillen
Hoger bij mannen dan bij vrouwen
Leeftijdsverwachting
Dale - daly en qualy
Mannen sterven vaker door hoger risicogedrag
Vrouwen hebben vaker kanker en cerebrale sterfteoorzaken

17
Q

Determinanten van gezondheid

A

Leeftijd en geslacht
Sociale determinanten
Levensstijlfactoren: roken, alcohol, voeding en beweging

18
Q

Gezondheidsdoelstelling 2018-2025

A

Gezonder leven: geïntegreerd beleid aandacht kwetsbare groepen en levensstijlfactoren