Voertuigen/motorvoertuigen/motorrijtuigen Flashcards
1
Q
personenauto
A
motorvoertuig
2
Q
motor
A
motorvoertuig
3
Q
8-persoonsbus
A
motorvoertuig
4
Q
bus
A
motorvoertuig
5
Q
lijnbus
A
motorvoertuig
6
Q
vrachtwagen
A
motorvoertuig
7
Q
brommobiel
A
motorrijtuig
8
Q
bromfiets
A
motorrijtuig
9
Q
snorfiets
A
motorrijtuig
10
Q
gehandicaptenvoertuig
A
motorrijtuig
11
Q
tram
A
motorrijtuig
12
Q
trein
A
motorrijtuig
13
Q
metro
A
motorrijtuig
14
Q
fiets
A
geen motorvoertuig
15
Q
fiets met trapondersteuning
A
geen motorvoertuig