voegwoorde Flashcards
1
Q
groep 1
A
Maar
en
of
want
dog
sowel
2
Q
groep 2
A
al (even if)
dan (then)
Toe (then)
dus (therefore)
Daarom
Daarna (Thereafter)
Gevoglik
Anders (Otherwise)
Nogtans (nevertheless)
Intussen (meanwhile)
Verder (furthermore)
Tog (yet)
3
Q
groep 3
A
Dat (that)
Sodat (so that)
Voordat (before)
Nadat (after)
Omdat (because)
Deurdat (because)
Aangesien (because)
Hoeweel (although)
alhoeweel (seeing that)
Toe (when)