voeding Flashcards

1
Q

Wat kan je voorkomen met een goed voermanagement?

A

Gedragsproblemen, eetstoornissen en ziektes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke voedingsstoffen zitten in graan?

A

Zetmeel (koolhydraten), eiwitten, vitamines, mineralen en voedingsvezels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de voordelen van rogge?

A

Stabiel bloedsuikergehalte, lange verzadiging, veel vezels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de voordelen van haver?

A

Veel vezels, hoog eiwitgehalte, langzame koolhydraten, goed tegen zenuwaandoeningen, mooie huid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar moet je op letten bij het geven van tarwe?

A

Kan verstoppingen en koliek veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt bedoeld met “nomadisch”?

A

Rondtrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bespreek het voedingspatroon van een veulen.

A

Eerst enkel moedermelk, na enkele weken beginnen ze gras te eten. ze leren van hun moeder en de kudde wat ze wel (of beter niet) eten. Als ze 4 à 6 maanden oud zijn, halen ze meer energie uit gras dan uit moedermelk. Toch drinken ze zeker maanden moedermelk, of tot hun 2 jaar. Vaak is dit 6 tot 8 weken voor de geboorte van een volgend veulen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Paarden kunnen energie heel efficiënt omzetten. Wat bedoelt men hiermee?

A

Het paardenlichaam is zo ontworpen, dat het dier veel voer van slechte kwaliteit kan eten en zo voldoende voedingsstoffen kan binnenkrijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk type gras geniet hun voorkeur?

A

gras met veel structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waardoor ontstaat abnormaal bij gedomesticeerde paarden?

A

Door het verlies van natuurlijke vrijheden zoals: foerageren, juiste voeding, voldoende beweging, sociaal contact en het vermijden va pijn of angstige situaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk type stal zou voor jouw paard het best zijn? En waarom?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Maak opdracht 4, pagina 15

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

In welke grote takken worden paardenvoeders verdeeld?

A

ruwvoer en krachtvoer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat wordt verstaan onder ruwvoer?

A

gras, hooi, voordroogkruid, luzerne, stro

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar is biergist goed voor?

A

Goed voor hoeven, huid en vruchtbaarheid. Ondersteunt de goede darmbacteriën, dus goed voor de spijsvertering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kan je voorkomen dat een paard dik wordt op grasrantsoen?

A

Graasmasker, laag kwaliteitsgras, stripgrazen, beperkte weidegang, slowfeeder.

17
Q

Hoeveel gras kan je paard eten?

A

per 100kg lichaamsgewicht 2kg droge stof per 24u. de hoeveelheid hangt ook af van het groeistadium van je paard en de kwaliteit van je weide.
2uur grazen is vergelijkbaar met 2kg hooi of 1kg krachtvoer.

18
Q

Hoe lang blijft gras houdbaar als je het droogt?

A

anderhalf jaar

19
Q

Waarom mag je hooi niet langer dan 5 tot 15 minuten natmaken door het helemaal onder te dompelen?

A

Omdat er dan voedingsstoffen verloren gaan

20
Q
A