Vocabulary Flashcards
ijverig
eifrig
onderaan
at the bottom
fanatiek
fanatisch
huishoudelijk
domestic/häuslich
het koor
der Chor
kunstijsbaan, de
Eisfahrring
de moestuin
der Gemüsegarten
ontspannen (zich)
sich entspannen
tuinieren
gärtnern
tussendoor
in between/dazwischen
verdwalen
verirren
de verzorging
die. Versorgung
de vrijetijdsbesteding
die Freizeitbeschäftigung
begraven
vergraben
de bezienswaardigheid
die Sehenswürdigkeit
bezoeken
besuchen
de bezoeker
der Besucher
boeken
buchen
de boeking
die Buchung
bruisend
schäumend/bubbly
het diner
das Abendessen
het eethuisje
das Restaurant
eeuwenoud
ewig alt, sehr alt
de excursie
die Exkursion
het gedeelte
das Teil, Partie, Abschnitt / selection
de gids
der Guide
de haven
der Hafen
helder
hell
historisch
historisch
inclusief
inklusiv
indrukwekkend
beeindruckend
koninklijk
königlich
de kont
Arsch, Hintern
de kust
die Küste
landelijk
ländlich
de lieverd
Liebling
de luchthaven
der Flughafen
het meer
der See
de middeleeuwen
das Mittelalter
nadat
nachdem
ontdekken
entdecken
de overnachting
die Übernachtung
de rots
der Stein / rock
het schip
das Schiff
schitterend
glänzend, leuchtend, blendend
de toerist
der Tourist
toeristisch
touristisch
vanuit
von, aus / out of, from
verblijven
verbleiben / to stay
vormen
formen
zeilen
segeln
(zich) aanmelden
sich anmelden
belasten
belasten
boksen
boxen
de creativiteit
die Kreativität
fotograferen
photographieren
de fotografie
die Photographie
de handdoek
das Handtuch
het lidmaatschap
die Mitgliedschaft
de onzin
der Unsinn
trainen
trainieren
verbeteren
verbessern
de vorm
die Form
de zwaan
der Schwan
het zwembad
das Schwimmbad
de zwembroek
Schwimmhose
het zwempak
Badeanzug
de zwemslag
Schwimmstil / art
het aanbod
das Angebot
de bladzijde
die Blattseite
financieel
finanziell
het geloof
der Glaube
de indeling
die Einteilung
de mogelijkheid
die Möglichkeit
(zich) presenteren
sich präsentieren
schaars
knapp, spärlich, rar
de uitspraak
Aussage, Aussprache, Urteil
de voldoening
Befriedigung, Genugtuung
concluderend
in conclusion / schließlich
passief
passiv
maatschappelijk
gesellschaftlich, sozial
aanvallen
anfallen/attack
het asiel
das Tierheim
het beest
Das Biest
bevrijden
befreien
brullen
brüllen
doden
töten
economisch
ökonomisch
grommen
knurren, brummen / growl
de inwoner
der Einwohner
het journaal
die Nachrichtensendung
de klauw
die Klaue
loeren
lauern, spähen
objectief
objektiv
de omstandigheid
der Umstand
