Vocabulario Hol-Es Flashcards
Haast hebben
Tener prisa
Gebroken
Roto
Ophalen
Recoger
De oplichter
El timador
De winkel/ opslagplaats
El Almacén
De brandkast/kluis
La caja fuerte
Verbergen/ verstoppen
Esconder
Het succes
El éxito
De kapsalon
La peluquería
Nog niet al
Todavia no / Aún no ya
Onmiddellijk
Enseguida
Verhuizen
Trasladarse
Staand
En pie
Kleding uit koffer halen, uitpakken
Deshicer la maleta
File
El atasco
Vertraging
El retraso
Sorry
Perdon
Het beeldscherm
Una pantalla
Gebouw
Un edificio
Vitrine van winkel
El escaparate
Het huisdier
La mascota
Bijten
Morder
Doden
Matar
Vallen
Caerse
Breken
Romperse
Het plezier
El placer
Cool, fantastisch
Chulo
Evenveel
Tanto
Buiten
Fuera
Binnen
Dentro
Het wonder
El milagro
Het beu zijn
Estar harto
Straffen
Castigar
Vragen
Pedir
De parkeerplaats
El aparcamiento
Het liedje
La canción
Grijpen, vangen
Attrapar
Versturen
Mandar=enviar
Het Net
La Red
De reden, geest
La razón
De hoek
El rincón
Aanraken
Tocar
Stelen
Robar
Losmaken
Sacar
Blind
Ciego
Doof
Sordo
Stom (niet kunnen praten)
Mudo
Liegen
Mentir
Leugenaar
El mentidoso
Eerlijk
Sincero=honesto
Trouwen
Casarse
De getuige
El testigo
De rouwtijd
El luto
Stoppen
Dejar
Persoon verlaten
Dejar a ( persona) =abandonar
Gaan slapen
Dormirse, acostarse, ir a la cama
Sprookje
El cuento
Rekening
La cuenta
Vallen, kapot gaan
Caer
Beheksen
Embrujar
Kwetsen
Herir
Bijna
Casi