Vocabolario Flashcards
1
Q
de hoofdstad
A
il capoluogo
il capitale
2
Q
de plaats
het hoofdkwartier
A
La sede (centrale)
3
Q
de industrie
A
l’industria
feminile
4
Q
het eiland
A
l’isola
feminile
5
Q
Arabisch
A
arabo/a
6
Q
Normandisch
A
normanno/a
7
Q
(iemand) ontvangen
A
ospitare (qualcuno)
8
Q
het economisch centrum
A
il centro economico
9
Q
financieel
A
finanziario/a
10
Q
enorm
A
enorme
11
Q
bijna
A
quasi
12
Q
de inwoner
A
l’abitante
mascile
13
Q
de mode
A
la moda
14
Q
de hoek
A
l’angolo
mascile
15
Q
verborgen
A
nascosto/a
16
Q
de routebeschrijving
A
l’itinerario
mascile
17
Q
klagen
A
lamentarsi
18
Q
het geluid
A
il rumore
19
Q
de kleuterschool
A
l’asilo
20
Q
missen
A
mancare
21
Q
de sportfaciliteit
A
l’impianto sportivo
mascile
22
Q
de envelop
A
la busta
23
Q
de deur
A
il portone
24
Q
de markt
A
il mercato
25
Het lijkt mij ...
mi sembra ...
26
de inwoner
de burger
il cittadino
27
liever dan
in plaats van
anziché
28
realiseren
realizzarsi
29
de metrolijn
la linea della metropolitana
30
inzoomen
ingrandire
31
beschikbaar stellen
mettere a disposizione
32
het fietspad
la pista ciclabile
33
ontwerpen
progettare
34
investeren
investire
35
de nummerplaat
la targa
36
afwisselend
alterne
37
verbeteren
migliorare
38
het centrum voor senioren
het bejaardetehuis
il centro per anziani
39
de kliniek
la clinica
40
van leven veranderen
cambiare vita
41
ergens over nadenken
pensarci
42
ergens over praten
parlarne
43
Ik kan niet wachten tot ...
non vedo l'ora di ...
44
ontsnappen
scappare
45
de metropolis
la metropoli
46
de (mode)show
la sfilata
47
verdienen
guadagnare
48
de catwalk
la passerella
49
gewend raken aan iets
abituarsi a qualcosa
50
najagen
achtervolgen
stalken
inseguire
51
de hagedis
la lucertola
52
de vos
la volpe
53
knuffelen
omhelzen
abbracciare
54
verlichten
| met licht
illuminare
55
je armen om de nek gooien
buttare le braccia al collo
56
schreeuwen
gridare
urlare
57
rechtdoor rijden
guidare dritto
58
in de ogen
negli occhi
59
onmiddelijk
instante
60
arme ...
poverino/a ...
61
brutale
scortese
62
het is niet gedaan
non si fa gli
63
zijn zaken
degli affari suoi
64
het verbodsteken
il segnale di divieto
65
de politieagent
il vigile
66
gereserveerd
riservato/a
67
Ik ben niet in de stemming voor ...
Non sono in vena di ...
68
de portier
de keeper
de houder/eigenaar
il portiere
69
stabiel
stabile
70
het gebouw
het pand
il stabile
(l'edificio)
71
ik weet niet of ...
als je mij begrijpt ...
Non so se mi
72
het is verboden om ...
è vietato + infinito
73
het verbod
il divieto
74
het gebod
de verplichting
l'obbligo
75
het is verplicht
è obbligatorio + infinito
76
de toelating
il permesso
77
het is toegestaan
è permesso + infinito
78
de publieke delen
i luoghi pubblici
79
de hond uitlaten
portare a spasso il cane
80
de leiband
il guinzaglio
81
het strand
la spiaggia
82
de korte broek
de short
i pantaloncini
83
de claxon
il clacson
84
plotseling
improvvisamente
85
de aanwezigheid
la presenza
86
nadrukkelijk
insistemente
87
storen
disturbare
88
ergens op wijzen
fare presente che ...
89
a brainwave
a lucky guess
a touch of genious
felice intuizione
90
de advocaat
l'avvocato
l'avvocatessa
91
de notaris
il notaio
92
de protagonist
il/la protagonista
93
het mirakel
het wonder
il miracolo
94
betoverd
incantato/a
95
magisch
magico/a
96
de binnenplaats
il cortile
97
omcirkeld
circondato/a
98
tegengaan
contrasteren
contrastare
99
om niet te geloven
da non credere
100
proeven
assaggiare
101
onmisbaar
imperdibile
102
overwinnend
vincente
103
sensueel
sensuale
104
romantisch
romantico/a
105
industrieel
industriale
106
bergachtig
montuoso/a
107
fascinerend
affascinante
108
mysterieus
misterioso/a
109
leefbaar
vivibile
110
vlak
pianeggiante
111
zich bevinden
trovarsi
112
aan de kust
sulla costa
113
op zee
sul mare
114
in het binnenland
all'interno
115
grenzen (aan)
confinare (con)
116
grenst aan
confina con ...
117
in het noorden
a nord
118
in het zuiden
a sud
119
in het oosten
a est
120
in het westen
a ovest
