Vocabolario Flashcards
de school
la scuola
de universiteit
l’università (f)
de opleiding
l’educazione
het onderwijs
l’insegnamento
gepensioneerd zijn
essere pensionato/-a
op pensioen gaan
andare in pensione
iemand met een vrij beroep
libero/-a professionista
de advocaat
il avvocato
het bedrijf/het bureau/het agentschap
l’azienda
de onderneming
l’impresa (f)
ondernemen
fare impresa
een bedrijf starten
iniziare un’impresa
het verzekeringskantoor
la compagnia di assicurazione
het luchtvaartbedrijf
la compagnia aerea
de onderzoeker
de onderzoekster
il ricercatore
la ricercatrice
onderzoek doen naar
fare ricerca in
de pneumoloog (longarts)
il pneumologo
de consulent
il consulente
la consulente
consuleren
fare consulenza
de verantwoordelijke van …
il responsabile di …
la responsabile di …
de (kantoor)medewerker
l’impiegato/-a
de ambtenaar
l’impiegato/-a comunale
de verpleegkundige
l’imfermiera (f)
de ondernemer/onderneemster
de zakenman/-vrouw
l’imprenditore
l’imprenditrice
de gemeente
il comune