vocab a Flashcards
frans leren
accueillir
verwelkomen
l’émission
de uitzending
discuter
praten over
se battre
vechten
ressembler a
lijken op
l’adversaire
de tegenstander
accompagner
begeleiden met
utiliser
gebruiken
grace a
dankzij
se faire mal
ze bezeren
une fois
(als) eenmaal
quand meme
toch
parfois
soms
chaque fois
elke keer
participer a
deelnemen aan
gérer
managen
arriver a
slagen in
épuise
uitgeven
l’essai
de poging
le physique
het uiterlijk
inventer
uitvinden
la presévéranance
het doorzettingsvermogen
l’avenir
de toekomst
le reve
de droom
avoir de la chance
geluk hebben
réussir a
slagen in
par rapport a
ten opzichte van
a nouveau
opnieuw
comme
aangezien, omdat
etre obligé de
verplicht zijn (te)
s’éclater
uit zijn dak gaan
consacar du temps a
tijd besteden aan
oublier
vergeten
venir de
zojuist
craindre
vrezenZ