voc T5 Flashcards
het trucje
l’astruce (f)
tweedehandskledingzaak
la friperie
vernieuwend
novateur, novatrice
genieten van
bénéficier de
op de kop tikken
dénicher
uitwisselen
échanger
beheersen
maîtriser
grijpen
saisir
voordeel, winst
le bénéfice
de spullen
les biens
het koopje
la bonne affaire
de korte keten
le circuit court
het koopgedrag
le comportement d’achat
de uitgave
la dépense
de deeleconomie
l’économie collaborative
het ondernemerschap
l’entrepreneuriat (m)
de tussenpersoon
l’intermédiaire
het bezit
la possession
besparen
économiser
investeren
investir
onderhandelen, afdingen
marchander
onderhandelen (over)
négocier
valoriseren, herwaarderen
valoriser
tweedehands
de seconde main
in bulk
en vrac
verbeten
acharné(e)
onvoorspelbaar
imprévisible
doordacht
réfléchi(e)
vertrouwen op
faire confiance à
een goede zaak doen, een koopje doen
faire une bonne affaire
aan de verleiding weerstaan
résister à la tentation
met kennis van zaken
en connaissance de cause
in opmars zijn, groeien
être en essor
met zich meebrengen
entraîner
beklemtonen
mettre l’accent sur
bevoordelen
privilégier
zich baseren op
reposer sur
het nadeel, het ongemak
l’inconvénient (m)
defect, stuk, kapot
défectueux, défectueuse
milieu-, ecologisch
environnemental(e)
eerlijk
équitable