Voc Parijs Flashcards
De architectuur
L’architecture
Een leger
Une armée
Het arrondissement
L’arrondissement
Een lift
Un ascenseur
De troef
L’atout
De aantrekkingskracht
L’attrait
Een laan
Une avenue
De wandeling
La balade
De buiten wijk
La banlieue
De basiliek
La basilique
Het gebouw
Là bâtiment
De schoonheid
La beauté
de file
le bouchon
het geluid
le bruit
de hoofdstad
la capitale
de kathedraal
la cathédrale
de charme
le chantier
de werf
le chantier
het kasteel
le château
een kerkhof
un cimetière
het historisch hart
le cœur historique
de verzameling
la collection
een heuvel
une colline
een constructie,
une construction
een koepel
une coupole
de boottocht
la croisière (> en bateau)
een modeontwerper
un couturier
de bezienswaardigheid
la curiosité
de verplaatsing
le déplacement
de verlichting
l’éclairage
het gebouw
l’édifice
een trap
un escalier
een (bovenste) verdieping
un étage (supérieur)
een (wetenschappelijk) experiment
une expérience (scientifique)
een (wereld-) tentoonstelling
une exposition (universelle)
de gevel
la façade
een eeuwige vlam
une flamme éternelle
het station
la gare
de grote supermarkt
la grande surface
een eiland
une île
een brand
un incendie
het flatgebouw
l’immeuble
de reisweg
l’itinéraire
de openbare plaats
le lieu public
de huur
la location
Stadhuis
la mairie (F) = l’hôtel de ville
het monument
le monument
het museum
le musée
een (kunst)werk
une œuvre
het erfgoed
le patrimoine
een schilderij
une peinture
een volk
un peuple
de vervuiling
la pollution
een piramide
une pyramide
de kade
le quai
een wijk
un quartier
de koninklijke verblijfplaats
la résidence royale
de rechteroever
la rive droite