voc Flashcards
1
Q
een persbericht
A
une dépêche
2
Q
verkrijgen
A
obtenir
3
Q
opeisen
A
reclamer
4
Q
bizar
A
insolite
5
Q
puppy’
A
chiot
6
Q
een afgesloten plaats
A
un enclos
7
Q
verdrinken
A
se noyer
8
Q
verblijven
A
séjourner
9
Q
een aanslag
A
un attetat
10
Q
de huldiensten
A
les secours
11
Q
de voorzichtigheid
A
le prudence
12
Q
meedelen
A
relater
13
Q
aanzetten
A
pousser
14
Q
ontspannen
A
divertir
15
Q
vertrouwen opbouwen
A
de fédéliser
16
Q
alomtegenwoordig
A
omniprésent
17
Q
dagelijks
A
quotidien
18
Q
door elkaar schudden
A
bouleverser
19
Q
medialandschap
A
paysage médiatique
20
Q
de branden
A
les incerdis
21
Q
in een lus
A
en boucle
22
Q
onthullen, uitbrengen
A
divulguer
23
Q
schuldig
A
coupable
24
Q
ongepubliceerd
A
inédite
25
vangen
capter
26
roddels
ragots
27
verwaarlozen
négliger
28
desbetreffende
pertinent
29
het moe worden
se lasser
30
aandacht grijpen
capter
31
bedekken
couvrir
32
op de voorpagina verschijnen
faire la une
33
de uitdieping
l'approfondissement
34
het fopbericht
le canular
35
het account
le compte
36
het simpel nieuwsfeit
le fait divers
37
de primeur
le scoop
38
de drager
le support
39
de televisiekijker
le téléspectateur
40
het publiek
l'audience (f)
41
de geloofwaardigheid
la crédibilité
42
de belediging
l'insulte
43
het pushbericht
la notification push
44
de veronderstelling
la supposition
45
publiceren
publier
46
vertrouwelijk
confidentiel
47
overdadig
démesuré
48
media-
médiatique
49
digitaal
numérique
50
vals berschuldigen
accuser à tort
51
toegang hebben tot
avor accès à
52
de aandacht trekken
capter l'attention
53
verslag uitbrengen over een onderwerp
couvrit un sujet
54
verondersteld zijn om
être censé
55
te ver gaan
franchir la ligne
56
op et spel zetten
mettre en jeu
57
op de voet volgen
suivre de près
58
in een lus draaien
tourner en boucle