voc Flashcards
1
Q
een persbericht
A
une dépêche
2
Q
verkrijgen
A
obtenir
3
Q
opeisen
A
reclamer
4
Q
bizar
A
insolite
5
Q
puppy’
A
chiot
6
Q
een afgesloten plaats
A
un enclos
7
Q
verdrinken
A
se noyer
8
Q
verblijven
A
séjourner
9
Q
een aanslag
A
un attetat
10
Q
de huldiensten
A
les secours
11
Q
de voorzichtigheid
A
le prudence
12
Q
meedelen
A
relater
13
Q
aanzetten
A
pousser
14
Q
ontspannen
A
divertir
15
Q
vertrouwen opbouwen
A
de fédéliser
16
Q
alomtegenwoordig
A
omniprésent
17
Q
dagelijks
A
quotidien
18
Q
door elkaar schudden
A
bouleverser
19
Q
medialandschap
A
paysage médiatique
20
Q
de branden
A
les incerdis
21
Q
in een lus
A
en boucle
22
Q
onthullen, uitbrengen
A
divulguer
23
Q
schuldig
A
coupable