VO week 3 Flashcards
welke spieren insertie trochanter major femor
-m. gluteus minimus
-m. gluteus medius
welke spier insertie trochanter minor femor
m. iliopsoas
origo m. rectus femoris
spina iliaca anterior superior
origo tuberositas ischiadicus
Hamstring
-m. semitendinosus
-m. semimembranosus
-m. biceps femoris
verloop van artrose
- Verlies van GAG (Glycosaminoglycanen) door minder aanmaak van GAG
- Hypertrofie, toename, disorganisatie van chondrocyten
- Verlies van chondrocyten (kraakbeen) eerst te veel water in gewrichtsspleet.
▪ Later afname van water door afname van GAG - Gewrichtsoppervlakte wordt ruw en er ontstaan dwarse scheurtjes in het
oppervlakkige kraakbeen. Later ook overlangse scheurtjes - Verlies van totaal kraakbeen , botweefsel zit dan aan gewrichtsoppervlak wordt
kaal gepolijst (eburnatie): een geeft hard oppervlak - Door kleine fracturen kunnen losse stukjes kraakbeen of subchondraal
bot in gewrichtsruimte komen. (joint mice) - Soms scheurtjes in bot. Gewrichtsvloeistof komt in subchondrale ruimte en er ontstaan subchondrale veranderingen: subchondrale cysten
- Ook treedt vervorming op . Kop komt los in de kom te liggen
- Aan de losgelegen kant vind opvulling plaats door exofytvorming van
bot. (osteofyten)
3 ossale delen bekken
os pubis
os ilium
os ischii
welke bewegingen in art. coxae
Ante- en retroflexie (transversale as); ab- en adductie (saggitale as); rotatie (longitudinale as)
welke dikke spieren mediale zijde been
Adductoren (longus, magnus, brevis, minimus), m. pectineus en de m. gracilis
insertie proximale mediale schacht tibia
m. sartorius, m. gracilis, m. semitendinosus
wat is Excentrische contractie
kracht tegen de zwaartekracht in, de spier geeft kracht, terwijl de origo en insertie verder van elkaar af komen te liggen
wat is concentrische contractie
spier geeft kracht door naar elkaar toe bewegen van origo en insertie
welke spieren bi-articulair bovenbeen
m. sartorius
m. rectus femoris
welke structuren ontstaan door trekkrachten in fascia lata
Tractus iliotibialis
abductoren van heupgewricht
M. tensor fascia lata, m. glutaeus medius en m. glutaeus minimus
exorotatoren art. coxae
M. Piriformis
M. Gemelli inf en sup
M. Obturatorius internus )
M. Obturatorius externus )