Vitamins & minerals Flashcards

1
Q

Vitamine A

A

Essentieel voor het gezichtsvermogen, bescherming tegen staar, botontwikkeling, immuungezondheid en het bestrijden van bepaalde kankers.

Bronnen: Eieren, garnalen, melk, wortels en pompoen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vitamine B1 (Thiamine)

A

Helpt voedsel omzetten in energie, bevordert een gezonde huid en zenuwfunctie.

Bronnen: Varkensvlees, zalm en sojaproducten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vitamine B2 (Riboflavine)

A

Omzetting van voedsel in energie, noodzakelijk voor gezonde bloedcellen.

Bronnen: Melk, volkoren producten en groene bladgroenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vitamine B3 (Niacine)

A

Omzetting van voedsel in energie, ondersteuning van de bloedsomloop.

Bronnen: Gevogelte, champignons, aardappelen en pindakaas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vitamine B5 (Pantotheenzuur)

A

Helpt bij de vorming van lipiden, neurotransmitters, steroïde hormonen en hemoglobine.

Bronnen: Kip, broccoli, avocado’s en tomatenproducten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vitamine B6 (Pyridoxine)

A

Reguleert aminozuren, ondersteunt slaap, eetlust, stemming, rode bloedcellen, cognitieve functies en immuunsysteem.

Bronnen: Vis, peulvruchten, aardappelen en bananen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vitamine B7 (Biotine)

A

Synthese van glucose, afbraak van vetzuren, gezonde botten en haar.

Bronnen: Volkoren producten, vlees, eidooiers en sojabonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vitamine B9 (Foliumzuur)

A

Nodig voor celvorming, belangrijk voor zwangere vrouwen voor hersengezondheid van de baby.

Bronnen: Asperges, okra, spinazie en sinaasappelsap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vitamine B12 (Cobalamine)

A

Maakt nieuwe cellen aan, breekt amino- en vetzuren af, behoudt zenuw- en rode bloedcellen en DNA.

Bronnen: Vlees, gevogelte, vis, melk en eieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vitamine C (Ascorbinezuur)

A

Antioxidant, beschermt cellen tegen schade, ondersteunt het immuunsysteem en voorkomt staar en bepaalde kankers.

Bronnen: Citrusvruchten, broccoli, paprika’s en aardbeien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vitamine D (Calciferol)

A

Behoud van calcium- en fosforgehaltes, versterkt botten.

Bronnen: Verrijkte melk, boter en vette vis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vitamine E (Alfa-tocoferol)

A

Antioxidant, beschermt vitamine A en vetten, voorkomt Alzheimer.

Bronnen: Plantaardige oliën, bladgroenten, volkoren producten en noten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vitamine K

A

Activeert eiwitten en calcium voor bloedstolling.

Bronnen: Kool, lever, broccoli en boerenkool.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Calcium

A

Bouwt en beschermt botten en tanden, ondersteunt spiersamentrekkingen, bloedstolling en bloeddrukregulatie.

Bronnen: Zuivelproducten, tofu, boerenkool en zalm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Chloride

A

Balans van lichaamsvloeistoffen, essentieel voor spijsvertering.

Bronnen: Keukenzout (natriumchloride).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Chroom

A

Versterkt insulineactiviteit, reguleert bloedsuikerspiegel.

Bronnen: Vlees, eieren, gevogelte, noten en kaas.

17
Q

Koper

A

Helpt bij ijzermetabolisme, immuunsysteem en rode bloedcellen.

Bronnen: Lever, schaal- en schelpdieren, noten en zaden.

18
Q

Jodium

A

Reguleert schildklierhormonen en stofwisseling.

Bronnen: Gejodeerd zout en zeevruchten.

19
Q

IJzer

A

Vervoert zuurstof via hemoglobine en myoglobine, ondersteunt enzymatische processen.

Bronnen: Vlees, gevogelte, eieren, groenten en volkoren producten.

20
Q

Magnesium

A

Ondersteunt chemische reacties, spiercontracties, bloeddruk en botgezondheid.

Bronnen: Spinazie, broccoli, cashewnoten, volkoren producten en melk.

21
Q

Mangaane

A

Vorming van botten, metabolisme van aminozuren en koolhydraten.

Bronnen: Vis, noten, peulvruchten en volkoren producten.

22
Q

Molibdeen

A

Ondersteunt eiwitverwerking en afbraak van toxische stoffen.

Bronnen: Noten, melk en peulvruchten.

23
Q

Fosfor

A

Bouwt en beschermt botten en tanden, omzetting van voedsel in energie.

Bronnen: Zuivel, vlees, eieren en aardappelen.

24
Q

Kalium

A

Balans van lichaamsvloeistoffen, spiercontracties, reguleert hartslag en bloeddruk.

Bronnen: Bananen, avocado, grapefruit en vis.

25
Q

Selenium

A

Antioxidant, beschermt cellen, reguleert schildklierhormonen.

Bronnen: Vlees, vis en walnoten.

26
Q

Natrium

A

Balans van lichaamsvloeistoffen, zenuwimpulsen, spiersamentrekkingen.

Bronnen: Keukenzout.

27
Q

Zwavel

A

Stabiliseert eiwitstructuren, gezonde huid, haar en nagels.

Bronnen: Vlees, vis, gevogelte, noten en peulvruchten.

28
Q

Zink

A

Aanmaak van cellen, immuunsysteem, wondgenezing en smaak.

Bronnen: Rood vlees, oesters, bonen en noten.