verteringsstelsel Flashcards
mond/bek, speeksel, slokdarm + maag, verteringsenzymen, dunne darm, pancreas sap (alvleesklier), dikke darm
wat gebeurd er in de mond (begin van het spijsverteringskanaal)
speeksel wordt aan voedsel toegevoegd (bevat enzymen)
benoem de 4 soorten tanden + wetenschappelijk naam
- snijtanden = insicivi
- hoektanden = canini
- valse kiezen = permolaren
- echte kiezen = molaren
waardoor wordt er speeksel geproduceerd?
speekselklieren; bevinden zich onder de tong, in de onderkaak en in de mondholte onder de ogen
welke enzymen bevat speeksel?
- Amylase
- vleeseters hebben GEEN amylase in het speeksel!
functie amylase
-helpt suikers uit het voedsel te verteren.
hoe verplaatst voedsel zich van de keelholte naar de slokdarm?
peristaltische bewegingen
welke spier zit er tussen de slokdarm en de maag?
kringspier
kenmerken maag
- maagwand –> spieren en slijmvlies & beschermt door een dikke slijmlaag.
- chemische vertering
- maagslijmvliezen -> pepsine; zelfbescherming.
- tussen de maag en dunne darm -> kringspier
- PH 4 á 5
functie pepsine
-breekt eiwitten af in een vroeg stadium. (gebeurt onder zure omstandigheden).
wanneer stopt de eiwitvertering?
wanneer het milieu weer terug is naar basisch (PH >7).
functie 12-vingerige darm
- eiwitten, koolhydraten en vetten verteren.
- neutraliserende stof toegevoegd –> bicarbonaat.
wat bevat pancreas sap?
enzymen en wordt geproduceerd tussen de 12-vingerige darm en kronkeldarm (alvleesklier).
functie lever
produceren gal.
functie galblaas
opslag van gal
functie gal
wordt afgegeven aan voedselbrij + verteert vetten.