Verstandelijke beperking Flashcards
Verstandelijke
beperking/ intellectual
disorder
Een verstandelijke beperking (intellectuele ontwikkelingsstoornis) is een
aandoening die begint tijdens de ontwikkelingsperiode die beide intellectuele en
adaptieve functioneringstekorten omvat in conceptuele, sociale en praktische
domeinen.
Conceptuele domein:
Betreft onder andere competenties op het gebied van
geheugen, taal, lezen, schrijven, rekenkundig redeneren, probleem oplossen
en beoordelen van nieuwe situaties.
Sociale domein
Betreft het besef van de gedachten: gevoelens en
ervaringen van anderen (empathie), interpersoonlijke communicatieve
vaardigheden en sociaal oordeelsvermogen.
Praktische domein
Omvat leervermogen en zeflmanagement in verschillende
levenssituaties, waaronder zelfverzorging, verantwoordelijkheden van een
baan, zelfmanagement van gedrag en plannen van taken.
Similar sequence hypothese
Kinderen met of zonder verstandelijke
beperking passeren dezelfde stadia van cognitieve ontwikkeling in dezelfde
volgorde, ze verschillen alleen in snelheid en het bovengrens van
ontwikkeling.
Similar structure hypothese
Kinderen met een verstandelijke beperking
hebben hetzelfde gedrag en dezelfde onderliggende processen als kinderen
met een gewone ontwikkeling op hetzelfde niveau, alleen op andere leeftijd.
Het gaat dus over dezelfde mentale leeftijd in plaats van dezelfde fysieke
leeftijd.
Lichte vorm van verstandelijke beperking –> IQ en percentage
IQ 55-70 (85%)
Matig vorm van verstandelijke beperking –> IQ en percentage
IQ 40-54 (10%)
Ernstige vorm van verstandelijke beperking –> IQ en percentage
IQ 25-39 (4%)
Zeer ernstige vorm van verstandelijke beperking –> IQ en percentage
IQ beneden 25 (1%)
Flynn-effect
Gemiddelde sore op intelligentietesten stijgt
Prenatale oorzaken
Genetische syndromen,
aangeboren fouten in de stofwisseling, hersenafwijkingen, ziekte van de moeder en
omgevingsfactoren.
Perinatale oorzaken
Hersenbeschadiging door zuurstofgebrek tijdens de geboorte
Postnatale oorzaken
Hersenvliesontsteking, hersenletsel door trauma, infectie, giftige stoffen.
Overeenkomsten en verschillen tussen ID en ASS
- Moeite met emoties (beide)
- Moeite met sociaal gedrag
(ID bepaald niveau van sociaal inzicht aanwezig. ASS Gebrek aan sociaal inzicht) - Moeite met taal
(ID Begrip van emoties in taal ASS laag begrip van emoties in taal)
-IQ
(ID laag IQ, ASS IQ variërend)