verbranding en ademhaling Flashcards
geef drie voorbeelden van brandstoffen?
benzine, gas, diesel
wat betekent energie ?
het is een stof om bijvoorbeeld de auto te laten rijden.
zijn uitlaatgassen verbrandingsproducten?
ja
wat is er nodig bij verbranding?
zuurstof anders dooft de vlam.
wat ontstaat er bij verbranding?
water en koolstofdioxide
wat betekent troebel?
dat het water niet meer helder is.
wat is een indicator?
is een stof die het zelfde aantoont als een ander.
wat ontstaat er bij een brandende kaars?
water
geef een voorbeeld hoe je lucht kan voelen?
als je fiets krijg je wind in je gezicht.
wat zit er tussen de keelholte en de luchtpijp?
de strottenhoofd
waar liggen je stembanden?
in de strottenhoofd
hoe heten de takken waar de luchtpijp in splits?
bronchiën
wat ligt er tussen de longblaasjes en de longhaarvaten?
gaswisseling
is nicotine slecht voor je of goed voor je?
slecht voor je.
wat betekent verslaafd?
dat is als je met iets niet kan stoppen en altijd wilt doen.