Verbranding Flashcards

1
Q

Hoe noem je de verticale kolommen in het periodiek systeem?

A

Groepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom staan stoffen in groepen?

A

De stofeigenschappen lijken veel op elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe heet groep 1?

A

Alkalimetalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe heet groep 2?

A

Aardalkalimetalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe heet groep 17?

A

Halogenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe heet groep 18

A

Edelgassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe noem je de horizontale rijen in het periodiek systeem?

A

Perioden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een chemische reactie?

A

Een reactie waarbij de stof eigenschappen veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat komt er uit een chemische reactie?

A

Reactieproducten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe noem je de reactie die plaatsvind bij verbranding?

A

Een verbrandingsreactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe noemen we het als er energie vrijkomt bij een reactie?

A

Exotherm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe noemen we het als je steeds energie aan een reactie moet toevoegen?

A

Endotherm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een reagens?

A

Een stof waarmee je een andere stof kan aantonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarmee kan je zetmeel aantonen? En welke reactie geeft het

A

Jood, het word paars, zwart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarmee kan je water aantonen? En welke reactie geeft het I

A

Custard, het word geel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarmee kan je water aantonen? En welke reactie geeft het II

A

Wit kopersulfaat, het word blauw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waarmee kan je koolstofdioxide aantonen? En welke reactie geeft het

A

Kalkwater, het word wit, troebel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waarmee kan je zwaveloxide aantonen? En welke reactie geeft het

A

Broomwater, het word kleurloos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke twee eigenschappen moet een reagens hebben?

A

Selectief en gevoelig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn de drie voorwaarden voor verbranding?

A

Ontbrandingstemperatuur
Zuurstof
Brandstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is een oxide?

A

Een verbinding met zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de formule voor natriumoxide?

A

Na2O

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is de formule voor aluminiumoxide?

A

Al2O3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is de formule voor ijzeroxide?

A

Fe2O3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Waar bestaat aardgas uit?

A

80% methaan

20% stikstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat is het reactieschema bij de verbranding van aardgas?

A

Aardgas+zuurstof –> water+koolstofdioxide+energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat ontstaat er bij een onvolledige verbranding?

A

Koolstofmonoxide en roet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Waaraan kan je een onvolledig verbranding herkennen

A

Oranje vlam en roet

29
Q

Wat is een reactie schema?

A

Naam beginstof(fen) –> naam reactieproduct(en)

30
Q

Wat is een reactievergelijking?

A

Symbool stof(fen) –> symbool reactieproduct(en)

31
Q

Wat is de wet van Lavosier?

A

Massa blijft behouden

32
Q

Wat zijn de vijf manieren om een verbrandingsreactie te versnellen?

A
Concentratie beginstoffen
Soort stof
Temperatuur
Katalysator
Verdelingsgraad
33
Q

Wat is een katalysator?

A

Een stof die een reactie versneld zonder zelf gebruikt te worden

34
Q

Wat is brand?

A

Een uit de hand gelopen verbrandingsreactie

35
Q

Wat is een ideaal explosief mengsel?

A

Een stof die genoeg zuurstof bij zich heeft om een supersnelle verbrandingsreactie te doen

36
Q

Wat is de langzame verbranding

A

De verbranding van stoffen in je lichaam

37
Q

Noem 3 fossiele brandstoffen

A

Aardgas en -olie en steenkool

38
Q

Wat is de koolstof kringloop?

A

Plant gebruikt CO2 en water. Plant gaat dood en word over milj. Jaren fossiele brandstof. Wij verbranden brandstof en er komt door de verbranding weer CO2 en water in de lucht

39
Q

De formule voor zwavel?

A

S8

40
Q

De Formule voor Fosfor?

A

P4

41
Q

Grieks tellen tot acht

A
Mono
Di
Tri
Tetra
Penta
Hexa
Hepta
Octa
42
Q

Wat is de molecuulformule van water?

A

H2O

43
Q

Wat is de molecuulformule van Ammoniak?

A

NH3

44
Q

Wat is de molecuulformule van ethanol?

A

C2H5OH

45
Q

Wat is de molecuulformule van glucose?

A

C6H12O6

46
Q

Wat is de molecuulformule van methaan?

A

CH4

47
Q

Wat is de molecuulformule van koolstofdioxide?

A

CO2

48
Q

Wat is de molecuulformule van zwaveldioxide?

A

SO2

49
Q

Wat is de molecuulformule van zwavelzuur?

A

H2SO4

50
Q

Wat zijn de drie ontledingsreacties?

A

Thermolyse
Elektrolyse
Fotolyse

51
Q

Wat is thermolyse?

A

Een ontledingsreactie door middel van warmte

52
Q

Wat zijn organische stoffen?

A

Stoffen die bij verhitting zonder zuurstof verkolen

53
Q

Wat is het reactieschema van verbranding van organische stoffen?

A

Organische stoffen –> koolstof+water+rook+gassen

54
Q

Hoe noem je een reactie waarbij je een stof gebruikt om een Andre stof aan de tonen

A

Een aantoningsreactie

55
Q

Hoeveel elementen zijn er?

A

Circa 120

56
Q

Hoe noem je roesten bij andere metalen dan ijzer?

A

Corroderen

57
Q

hoe herken je metalen? 2

A

Ze geleiden warmte en stroom

Ze hebben een glanzend oppervlak

58
Q

Wat zijn synthesereacties?

A

Reacties waarbij nieuwe bruikbare stoffen worden gemaakt

59
Q

Wat is het macroniveau?

A

Het niveau waarop je het met het blote oog kan zien

60
Q

Wat is het micro niveau?

A

Het molecuul niveau

61
Q

Wat is de formule van waterstofperoxide?

A

H2O2

62
Q

Waar bestaat aardgas uit?

A

Ch4, N2 en CO2

63
Q

Wat zijn de reactie producten als aardgas onvolledig verbrand?

A

C(s) en CO

64
Q

Waarom word een vlam bij onvolledige verbranding geel?

A

Het roet gaat gloeien

65
Q

Wat is de formule voor aluminiumhydroxide?

A

Al(OH)3 (s)

66
Q

Waar ontleed aluminiumhydroxide in bij verhitting?

A

Aluminiumoxide en water

67
Q

Wat is de Formule voor aluminiumoxide?

A

Al2O3

68
Q

Noem een voorbeeld van een brandvertragende stof

A

Aluminiumhydroxide