Verbos Flashcards
Pasear
Wandelen
Empezar
Beginnen
tener ganas de
Zin hebben in/om
Gustar
Leuk vinden, houden van
Sacar
Bereiken
Saludar
Begroeten
Sentarse
Gaan zitten
trasladarse
Verhuizen
tratar de usted
U zeggen
tutear
Jij zeggen
Dedicar
Besteden
intentar
Proberen
Aceptar
Accepteren
apetecer
Zinnen hebben in/om
estar de acuerdo
(Het) eens zijn
disculparse
Zich verontschuldigen
proponer
Voorstellen
quedar con alguien
Afspreken met iemand
rechazar
Afwijzen
recomendar
Aanbevelen
dirigirse
Zich richten tot
Saber
Weten
Invitar
Uitnodigen
Vivir
Wonen, leven
añadir
Toevoegen
levantar
Opstaan
sorprender
Verrassen
volver
Terugkeren
Pensar
(Na)denken
llevarse
Meenemen
Mandar
Sturen, verzenden
conseguir
Bereiken
Iniciar
initëren, opstarten
Comprar
Kopen
Proponer
voorstellen, een voorstel doen
Pedir
Bestellen, vragen