Verb Flashcards
Understand
Begrijpen
Walk
Lopen
Run
Rennen
Throw
Gooien
Typen
Type
(Iets) Maken
Make (Something)
(Iets) Bouwen
Build (Something)
Wachten
(To) Wait
Luisteren
Listen
Ruiken
Smell
Bijten
Bite
Lezen
Read
Study
Studeren
Bring
Brengen
Try
Proberen
Dance
Dansen
Swim
Zwemmen
Think
Denken
Play
Spelen
Kick
Schoppen
Sleep
Slapen
Shower
Douchen
Look
Kijken
Eat
Eten
Want
Willen
Wander
Wandelen
Go up
Omhoog gaan
Go down
Omlaag gaan
Snow
Sneeuwen
Arrive
Arriveren
Depart
Vertrekken
Smile
Glimlachen
Freeze
Vriezen
Open
Openen
Close
Dicht (maken)
Must
Moet
Do
Doen
Shall
Zal
Fight
Vechten
Buy
Kopen
Sell
Verkopen
Drink
Drinken
Drown
Verdrinken
Cry
Huilen
Hop
Springen
Ask
Vragen
(Are you) Sure
(Ben jij) Zeker
Act
Acteren
Hide
Verstoppen
Invite
Uitnodig
Need
Nodig (Hebben)
Bake
Bakken
Fry
Bakken
Act
Handelen
Spend
Besteden
Fit
Passen
Cook
Koken
Are
Zijn
Touch
Voelen
Remember
Onthouden
Forget
Vergeten
Suspect
Vermoeden
Appreciate
Zich Realiseren
Require
Nodig hebben (om)
Become
Worden
Add
Optellen
Complain
Klagen
Bathe
Wassen
Put (down)
Neerzetten
Have
Hebben
May
Mogen
Mailen
Call
Bellen
Expect
Verwachten
Present
Presenteren
Predict
Voorspellen
Taste
Proeven
Write
Schrijven
Display
Presenteren
Fight
Vechten
Hit
Slaan
Strike
Raken
Comb
Kammen
Aim
Aimen
Be
Zijn
Catch
Vangen
Carry
Dragen
Do
Doen
Make
Maken
Sleep
Slapen
Look
Kijken
Dry
Droog
Wet
Nat
Drive
Rijden
Ride
Rijden
Drop
Dalen
Continue
Doorgaan
Adopt
Uitkiezen
Accept
Accepteren
Awake
Wakker worden
Claim
Claimen
Correct
Correct
Wrong
Fout
Fit
Passen
Dig
Delven
Sit
Zitten
Sleep
Slapen
Be
Zijn
Bid
Bieden
Forgive
Vergeven
Advise
Adviseren
Bear
Verhouding
Cost
Kosten
Arise
Wakker worden
Exist
Leven
Know
Weten
Sat
Zat
Ate
At
Slept
Geslapen
Looked
Gekeken
Laughed
Lachten
Was
Was
Danced
Danste
Jumped
Gesprongen
Ran
Liepen
Rained
Regende
Combed
Kamde
Washed
Gewassen
Danced
Danste
Jump
Springen
Combed
Kamde
Washed
Gewassen
Ate
Gegeten
Froze
Gevroren
Remembered
Herrinerd
Go
Ging
Walked
Gewandeld
Sit
Zit
Jump
Spring
Run
Rennen
Type
Typen
Sleep
Slapen
Hang
Hangen
Forgive
Vergeven
Spy
Spioneren
Open
Openen
Get up
Opstanden
Sneak
Sluipen
Sit
Zit
Jump
Springen
Run
Rennen
Look
Kijken
Wait
Wachten
Eat
Eten
Climb
Klimmen
Be
Wees
Exist
Leven
De-exist
Dood
Ponder
Denken
Sit
Zitten
Love
Houden van
Like
Houden van
Adopt
Adopteren
Can
Kunnen
Could
Zou
Happen
Gebeuren
Use
Gebruiken
Paint
Verven
Hang
Hangen
Climb
Klimmen
Love
Houden van
Like
Houden van
Adore
Houden van
Bought
Gekoopt
Played
Gespeeld
Asked
Gevraagd
Questioned
Gevraagd
Has
Heeft
Called
Gebeld
Brought
Gebracht
Saw
Gekeken
Sink
Omlaag gaan
Rise
Omhoog gaan
Smile
Glimlachen
Go
Gaan
Do
Doen
Stand (up)
Opstanden
Toss
Gooien
Fight
Vechten
Break
Breken
Wonder
Denken
Hike
Wandelen
Jog
Joggen
Talk
Praten
Did
Gedaan
Remain
Blijven
Feel
Voelen
Appear
Verschijnen
Disappear
Verdwijnen
Taste
Smaken
Stand
Standen
Stand(still)
Stilstaan
Danced
Danste
Swam
Zwom
Slide
Glijden
Skate
Schaatsen
Wonder
Nadenken
Touch
Aanraken
Overwork
Overwerken
Went
Gegaan
Going
Gaan
Take
Nemen
Steal
Stelen
Stole
Gestolen
Buy
Koop
Bought
Gekocht
Buying
Kopen
Sit
Zit
Sat
Zat
Sitting
Zitten
Look
Kijk
Looked
Gekeken
Looking
Kijken
Write
Schrijven
Find (out)
Uitvind
Found (out)
Uitgevonden
Finding (out)
Uitvinden
Appearing
Verschijnen
Disappearing
Verdwijnen
Deny
Weiger
Denying
Weigeren
Accept
Accept
Accepting
Accepteren
Sleeping
Slapen
Walk out
Loop uit
Walking out
Uitlopen
Walked out
Uitloopt
Throw
Gooien
Become
Word
Became
Werden
Becoming
Worden
Die
Doodgaan
Dead
Doodgegaan
Dying
Doodgaan
Look out
Uitkijken
Look in
Inkijken
Opt out
Afschrijven
Back away
Terugtrekken
Back out
Weggaan
Fed up
Moe
Pop in
Inschrijven
Pop out
Uitschrijven
Lie
Liggen
Get up
Opstanden
Sound
Klink
Sounding
Klinken
Sounded
Klinkte
Get
Krijg
Getting
Krijgen
Got
Kreeg
Gotten
Gekregen
Taste
Smaken
Tasting
Smaken
Tasted
Smaakte
Stay
Blijf
Arrest
Arresteer
Remain
Blijf
Remaining
Blijven
Staying
Blijven
Arresting
Arresteren
Feel
Voel
Feeling
Voelen
Felt
Gevoeld
Sneeze
Nies
Sneezing
Niezen
Will
Zal
Would
Zou
Shall
Zal
Should
Moet
May
Mag
Might
Misschien
Arise
Wakker worden
Arose
Wakker werden
Arisen
Wakker gewordt
Make
Maken
Create
Maken
Cause
Veroorzaken
Check in
Inchecken
Check out
Uitchecken
Prevent
Voorkomen
Am
Ben
Are
Zijn
Is
Is
Was
Was
Shut
Sluit
Flee
Weggaan
Abide
Met
Cast
bellen
Behold
Tonen
Fled
Weggegaan
Cast
Gebeld
Cast
Gooien
Cast
Gegooid
Scoff
Spot
Overlook
Negeren
Ignore
Negeren
Take
Neem
Took
Nam
Taking
Nemen
Taken
Namen
Took
Genaamd
Admire
Houd
Admiring
Houden
Sound
Klink
Flee
Weggaan
Fled
Weggegaan
Clad
Gekleden
Alight
Uitstappen
Dwell
Gaan
Dwelt
Gegaan
Abide
Blijven
Abode
Gebleven
Arose
Wakker gewordt
Glean
Sprokkelen
Help
Hulp
Believe
Geloven