Veilen Flashcards

1
Q

uit welke onderdelen bestaat de vijl?

A

kap, blad, spaarkant, (angel)arend. vijllengte en heft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

tot hoever moet de arend in het heft zitten?

A

tot de schouder van de vijl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is een spaarkant

A

zijkant van de vijl waar geen kap op is aangebracht en dus glad is. Dit voorkomt beschadigingen op andere delen van het werkstuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe wordt de lengte gemeten van de vijl?

A

van het uiterste punt van de vijl tot de schouder ( waar het heft zit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat verstaan we onder de kap?

A

de vertanding die op het blad is aangebracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke kapsoorten zijn er?

A
  • enkelgekapt: tanden staan een richting op
  • dubbelgekapt: tanden staan 2 richtingen op, haaks op elkaar
  • Rasp: afzonderlijke tanden en erg grof
  • radiale kap: toegepast op vijlen voor aluminium en staal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waarvoor wordt de enkele kap gebruikt?

A

om een glad oppervlak te creeeren en voor zachte materialen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarvoor wordt de dubbele kap gebruikt?

A

om materiaal snel te verspanen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarvoor wordt de rasp gebruikt?

A

hout, aluminium, lood, plastic enz.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe wordt de vijl vervaardigd?

A
  1. staal wordt op gewenste vorm geknipt
  2. na verhitting machinaal gesmeed.
  3. langzaam af laten koelen om kap aan te brengen
  4. kap wordt aangebracht door een snel heen en weer gaande beitel.
  5. verhitting in loodbad
  6. afkoelen in water
  7. schoonmaken d.m.v. zandstralen ( en tanden aan te scherpen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

noem 3 opvallende kenmerken van de vijl

A
  1. de lengte
  2. het type
  3. de kap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke soorten grofheid/fijnheid heb je?

A
00 zeer grof
0 grof
1 bastaard
2 halffijn
3 fijn
4 dubbelfijn
5 extrafijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

kenmerken naaldvijlen

A
  • naaldvijlen zijn niet voorzien van een heft, deze zijn aangesmeed
  • de lengte van de naaldvijlen worden gemeten over de hele lengte ( icl. heft)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke kleine vijlen heb je nog meer?

A

naaldvijlen
riffelvijlen
scharniervijlen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

kenmerken riffelvijlen

A

-gebruikt voor delen waar een normale vijl niet bij kan

gemaakt van vierkantstaf waarbij uiteinden uitgesmeed en ligt gebogen zijn.

  • kap bevindt zich op uiteinden
  • wordt erg weinig gebruikt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kenmerken scharniervijlen

A
  • worden regelmatig gebruikt
  • platte scharniervijl voor bijv. sleuven
    verschillende diktes vanaf 0,5 mm
  • cylindrische scharniervijl voor bijv. buisjes
    verschillende diktes vanaf 0,5 mm
17
Q

waaronder kan je veilen indelen?

A
  1. indeling van fijnheid kap
  2. indeling naar grootte
  3. indeling naar doorsnee
18
Q

Welke doorsnee vijlen zijn er?

A
rondvijl
halfrondvijl
vogeltongvijl
driekantvijl
baretvijl
mesvijl
vlakvijl met ronde kanten
vlakvijl met rechte kanten
vierkantvijl
zwaardvijl
19
Q

waarbij moet je letten bij het bewaren van vijlen?

A

leg ze nooit op elkaar of ander gereedschap om te voorkomen dat ze bot worden

20
Q

hoe maak je vijlen schoon?

A

met benzine en een speciale vijlenborstel

21
Q

op welke manieren kan je een werktuk vastzetten?

A

bankschroef
zetkloof of handschroef
kitstok

22
Q

waarop moet je letten bij het inklemmen van een werkstuk?

A

werkstuk mag niet verder uit de klem steken dan noodzakelijk om trillen te voorkomen

werkstuk mag niet te diep liggen om beschadiging aan klem te voorkomen

werkstuk moet goed vastgeklemd zitten om losschieten te voorkomen

23
Q

hoe kan je een bijzonder glad oppervlak verkrijgen?

A

door bij de laatste bewerking de vijl met krijt in te stijken

24
Q

waarop moet je verder letten bij vijlen?

A

de grootte van de vijl moet in verhouding zijn met het werkstuk

25
Q

vlakvijlen

A

vijl moet strak vastgehoiuden worden

kruislings vijlen om krassen te voorkomen

26
Q

bolle vlakken

A

met de vorm meevijlen

werkstuk met de vorm meebewegen

27
Q

rondvijlen

A

tijdens het vijlen, werkstuk tegen de vijlrichting indraaien

werkstuk regelmatig draaien