Vaste Preposities Flashcards
To adjust to
aanpassen aan
to depend on
afhangen van
To worry about
Zich zorgen maken over
to fail
zakken voor
To get used to
wennen aan
To be addicted to
Verslaafd zijn aan
to be in love with
verliefd zijn op
To yearn/long for
verlangen naar
To compare to
vergelijken met
to be astonished at
verbaasd zijn op
to be responsible for
verantwoordelijk zijn voor
to doubt/ question
twijfelen aan
to marry to
trouwen met
to be proud of
trots zijn op
to feel like(eating)
trek hebben in
to treat to
trakteren op
to vote for
stemmen op
to regret
spijt hebben van
to succeed( exam)
slagen voor
to be startled by
schrikken van
to take into account
rekening houden met
to have the right to
recht hebben op
to respond/react to
reageren op
to take advantage of
profiteren van