Van alles Flashcards

1
Q

Wat houdt ABS in?

A

ABS houdt de auto bestuurbaar bij hard remmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer moet je het niveau van de motorolie controleren?

A

Bij een koude motor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer gebruik je winterbanden?

A

Vanaf 7 graden of lager met een profieldiepte van 4mm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de minimum profieldiepte voor normale banden?

A

1,6mm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom gebruik je winterbanden?

A

Anders heb je een langere remweg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mag je rijden zonder ruitenwissers?

A

Nee, zonder ruitenwissers mag je niet rijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het doel van ruitenvloeistof?

A

Het zorgt voor onder andere de ontdooiing van je ruiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt er als je zonder snelheidsmeter rijdt?

A

Je mag niet doorrijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Mag je zonder toerenteller doorrijden?

A

Ja, zonder toerenteller mag je wel doorrijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de gevolgen van rijden met lage bandenspanning?

A

Slijtage van de banden, slechtere wegligging, hoger brandstofverbruik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat moet je controleren voordat je gaat rijden?

A

De bandenspanning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er bij te hoge bandenspanning?

A

Je verliest profiel en hebt minder grip.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat betekent een groene ventieldop?

A

De band is gevuld met stikstof.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doet een ventieldop?

A

Beschermt tegen vuil en vocht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe vaak moet een dieselauto APK gekeurd worden?

A

Voor het eerst na 3 jaar, daarna elk jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe vaak moet een benzine- of elektrische auto APK gekeurd worden?

A

Voor het eerst na 4 jaar, daarna 2 keer 2 jaar geldig, daarna elk jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de maximum hoeveelheid reserve brandstof die je mag vervoeren?

A

Maximaal 240 L, verdeeld over maximaal 60 L per jerrycan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat moet je doen als je de verkeerde brandstof hebt getankt?

A

Schakel de hulpdiensten in.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wanneer moet je remmen?

A
  • Dieren
  • Kinderen
  • Bal, ballon, vlieger
  • Drempel vlak voor je
  • Gevaarlijke situatie
  • Bocht (weinig zicht)
  • Vrachtwagen als tegenligger
  • Twijfel situatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wanneer moet je gas loslaten?

A
  • Bocht in de verte (er komt niks aan)
  • Drempel in de verte
  • Tegenligger in de verte
  • Besneeuwde weg met tegenligger
  • Waarschuwingsbord
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wanneer doe je niks?

A
  • Er gebeurt niks
  • Rijd je 20 km/u → Doe niks (90%)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Je hebt een onverzekerde auto, wat nu?

A

Je mag niet de openbare weg op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe vaak wordt aangeraden om pauze te nemen tijdens lange ritten?

A

Elke 2 uur, 15 minuten pauze.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is een kenmerk van wegen binnen de bebouwde kom?

A

Hebben meestal een stoeprand. Buiten de bebouwde kom niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Hoe kun je de bebouwde kom herkennen?

A

-Ze hebben plaatsnaam bordjes
-Ze hebben meestal een stoeprand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wanneer mag je door rood licht rijden?

A

Nooit! Ook niet als er een ambulance met sirenes aan komt, gewoon uitwijken naar de zijkant.

27
Q

Wat mag je nooit doen zonder geparkeerd te zijn?

A

Je gordel afdoen.

28
Q

Waar mogen ruiters rijden?

A

Op zowel de berm als de rijbaan, tenzij een bord ze verplicht om op de berm te rijden.

29
Q

Op welke banen mogen aanhangers langer dan 7 meter?

A

Je mag alleen op de eerste 2 banen van rechts rijden op een snelweg met minimaal 3 banen.

30
Q

Wat betekent een rood-wit markeringsbord?

A

Dat er langer dan 1m uitstekende lading is.

31
Q

Wat moet je doen als je band in de zachte berm terechtkomt?

A

Laat je gas los.

32
Q

Is een fietsdrager een aanhanger?

A

Nee, (auto’s met caravan+fietsdrager van minder dan 3500kg moet wel maximaal 90 km/u.

33
Q

Wat is spoorvorming?

A

Remsporen op de weg: komt het meest voor op de rechterrijstrook.

34
Q

Wat is aquaplaning?

A

Je verliest grip op een natte weg door water onder je banden.

35
Q

Welke banden hebben het meeste kans op aquaplaning

A

Brede banden.

36
Q

Waar gebeurt aquaplaning het meest?

A

Wegen met spoorvorming

37
Q

Wat te doen tegen aquaplaning?

A

Laat je gas los.

38
Q

Regels in- en uitvoegen

A
  • Eerst voegt iedereen uit, daarna voeg jij in.
  • Eenmaal de pijlmarkering bereikt, mag je niet meer terug
  • 300m voor de uitvoegstrook geef je richting aan
  • Je verlaagt pas je snelheid als je op de uitrijstrook bent.
  • Bij het uiteinde van de blokmarkering schakel je de richtingaanwijzers uit.
39
Q

Wat moet je doen bij het naderen van een file?

A

Zet de waarschuwingslichten aan en rem tijdig af.

40
Q

Wat doe je als een band in de berm terecht komt?

A

Laat je gas los.

41
Q

Hoe hard mag een bromfietser buiten de bebouwde kom op de rijbaan?

A

Hij mag met 45 km/u op de rijbaan rijden.

42
Q

Wat mag je bij dreigend gevaar?

A
  • Toeteren (=claxonneren)
  • Waarschuwen met lichtssignalen.
43
Q

Wat is dreigend gevaar?

A
  • Licht uit
  • Auto komt te dichtbij
  • Uitlaat laat los
    NIET als je geen voorrang krijgt!
44
Q

Waar mogen voetgangers lopen in een woonerf?

A

Over de gehele breedte.

45
Q

Wat is een belangrijke eigenschap van vrachtauto’s?

A

Grotere draaicirkel, grotere dode hoek en langere remweg.

46
Q

Vrachtauto met rode strepen

A

Zonder aanhangwagen

47
Q

Vrachtauto zonder rode strepen

A

Met aanhangwagen

48
Q

Wanneer schakel je de richtingaanwijzers uit bij invoegen?

A

Bij het uiteinde van de blokmarkering.

49
Q

Wanneer schakel je door?

A

Als je toerenteller tussen de 2000 en 3000 staat

50
Q

Wat is de duurzaamste versnelling op een 80 km/u weg?

A

De 5e versnelling is dan het duurzaamst.

51
Q

Wat betekent het als het witte licht bij een treinspoor knippert?

A

Er is net een trein gepasseerd.

52
Q

Wat betekenen de kruisen bij een treinspoor?

A

Het aantal kruisen betekent het aantal sporen. Dus 2 kruisen = 2 sporen.

53
Q

Wat is de regel voor verkeerslichten ten opzichte van verkeersborden?

A

Verkeerslichten gaan boven verkeersborden.

54
Q

Kan er overal verkeer vandaan komen bij een rond bord?

A

Ja, want de vorm (O) betekent dat er Overal verkeer vandaan kan komen

55
Q

Wat moet je doen als het na lange tijd droogte begint te regenen?

A

Wees voorzichtig, het wegdek kan vettig worden.

56
Q

Wat is de hoogte waarop een kind een kinderzitje moet gebruiken?

A

Tot 1,35 m.

57
Q

Is een airbag verplicht?

A

Nee, een airbag is niet verplicht.

58
Q

Hoe moet je een verkeersregelaar begrijpen?

A

Zie ze als een slagboom.

59
Q

Wat is het teken van een rijkswaterstaatauto?

A

Het is een voorrangsvoertuig.

60
Q

Wat mag je niet doen met een rijverbod?

A

Geen enkel voertuig besturen.

61
Q

Wat mag je niet doen bij een rijontzegging?

A

Geen motorvoertuigen besturen, wel bijv een fiets.

62
Q

Wat zijn klinkers (stenen meestal tuin stoep) tijdens nat weer?

A

De klinkers zijn bij nat weer meestal glad.

63
Q

Kleuren van de reflectoren

A

Rechts: rood
Links: wit