Vakdidactiek Flashcards
leg de ervaringskegel van Döring uit.
= kegel met hierarchische volgorde: Verbale symbolen visuele symbolen => abstractie leren radio beelden film cd-rom
tentoonstelling
studie uitstap
demonstraties => observatie leren
toneel
opgestelde proef
directe doelbewuste beleving => doe-leren
verklaar de begrippen: hardware, software en meduim.
hardware= apparatuur om informatie op te vangen, vast te leggen of weer te geven Software= de in bepaalde vorm samengebrachte en gestructureerde informatie waarmee de hardware werkt of die door de hardware wordt gepresenteerd. staat op softwaredrager medium= geëigende combinatie van hardware en software waarmee de informatieuitwisseling tot stand komt
Welke 3 functies kunnen aan didactische media toegekend worden?
illustreer.
1) informeren en documenteren: filmpjes, transparant, beelden 2) inzicht stimuleren: via verwerking beeldmateriaal 3) tot toepassing uitnodigen: beelden laten klasseren, in de juiste volgorde leggen,...
geeft een 3 tal positieve effeccten van het gebruik van didactische leermiddelen.
- wekt belangstelling op, individueel maar ook colectief
- vergemakkelijkt een nieuw aanknopingspunt
- wekt een spontane reactie op
- biedt afwisselingsmogelijkheden
Wat is de belangrijkste doelstelling bij het gebruik van beelden in de lessen AA?
= oefenen van het nauwgezet observeren
wat is een “media-verbond”? illustreer met een concreet voorbeeld.
= onderlinge afstemming en het in elkaar passen van de media.
Wat besluit je over gebruik van media tijdens de les?
Hoe meer de leerlingen zelf kunnen doen en zien, hoe beter ze het zullen onthouden
geef 3 voorbeelden van leermiddelen die uitnodigen tot weten, 2 die uitnodigen tot inzicht.
Weten: - leerteksten - films - internet Inzicht: - schema's en tabellen - beelden die geanalyseerd moeten worden
Wat is de bedoeling van een vooraf uitgewerkt bordplan?
de lln een gestructureerd lesbeeld aanbieden
Hoe kan een goede bordindeling (3 vlakken) er uitzien?
vlak 1:
Wat we moeten kennen om dit onderwerp aan te pakken + agende+ afspraken + boeken en atlasverwijzingen
vlak 2 :
bovenaan de tittel
uitbouw van de les in een gestructureerd plan
vlak 3:
nadere uitleg, schets, grafiek,…
uiteindelijke besluiten
Aan welke kenmerken(4) moet een goed bordplan voldoen?
1) geeft de korte samenvatting van de lesinhoud weer
2) geeft de samenhang op overzichtelijke en veralgemeende wijze weer
3) goed gestructureerd
4) biedt hulp om informatie van andere media te structureren.
Welke werkwijze volgt een leerkracht bij het opmaken van een bordschema gedurende de les?
stap voor stap komt het schema tot stand:
- hoofdpunten laten uitkomen
- opeenvolgende punten aanduiden
- korte zinnen vormen
- symbolen en verwijzingen gebruiken
Hoe kunnen bordschetsen ontstaan?
2 manieren:
1) lk overtrek goed gekozen lijnen van een op het bord geprojecteerd beeld;
2) schetsen met de vrije hand
Welke raadgevingen(4) kunnen gevolgd worden ivm het tekenen van schetsen op het bord?
1) duidelijk en overzichtelijk zijn
2) kleuren helpen de inhoud te structureren
3) donkere kleuren zijn niet geschikt voor bordschrift
4) controleer steeds de schetsen en voorzie ze van onderschrift, legende of toelichting
Welke 4 soorten van geografische schetsen onderscheid men?
1) topografische schets:
kaarten van landen of werelddelen worden in vereenvoudigde contouren geschetst om er ver op te kunnen werken.
2) Thematische schets:
sterk vereenvoudigde topografische onderlegger worden gegevens over klimaat, economie, verkeer,… aangebracht
3) functieschets:
verschillende geografische factoren worden in onderling verband duidelijk gemaakt. moeten groeien voor de ogen van lln
4) profiel:
doorsnede door een deel van het aardopp waarmee op vereenvoudigde wijze verticale dimensie wordt gebracht
reliefprofiel, causaal profiel, blokprofiel
geef 2 vakoverschrijdende en 3 specifieke doelstellingen ivm het gebruik van een informatietekst.
Vakoverschrijdend:
- bekwaamheid en bereidheid om informatie tijdsbesparend en gedefinieerd te vatten
- bekwaamheid en bereidheid de tekst kritisch te analyseren
Specifieke doelstellingen:
- de ervaring opdoen dat kranten informatie verstrekken over ruimtegebonden problemen en ontwikkelingen
- de ruimte in kranten leren zien als een ruimte gemanipuleerd door groepen, sociale en of economische, politieke machten
- noodzaak aan lokalisatie; de problemen in hun juist milieu plaatsen op een achtergrond van regionaal-geografische kennis
geef de 6 fasen waaruit het “wetenschappelijk kritisch leze” van een tekst bestaat. bespreek kort elke fase.
1) Lezen en situeren:
situering, titel, auteur moet gekend zijn
2) zoeken naar de hoofdgedachte:
-lineaire analyse: moeilijke woorden, belangrijkste woorden
- inhoudsanalyse: merk en groepeer woorden/zinsdelen die eenzelfde idee uitdrukken
3) het zoeken naar de gedachtegang:
opbouwen van een structuurschema
4) verklaren:
confronteer inhoud met je voorkennis
vermijd herhaling van tekstinhoud
5) kritiek geven:
tekst beoordelen na vergelijken met andere
zoeken naar interne tegenspraken,…
eerst positieve, dan negatieve kritiek
6) formuleer commentaar:
samenvatting met eigen woorden en betekenis ervan
kritiek weergeven