uro Flashcards
mictie
urinelozing bij gevulde blaas
diurese
urineproductie in de nieren
debiet
volume urine per tijdeenheid
vochtbalans
hoeveelheid vocht in = input
drinken,eten,sondevoeding, infuusvloeistoffen oraal
rechtstreeks in bloedbaan= parenteraal
vochtbalans
hoeveelheid vocht out= output urine, zweet,wondvocht,braken,…
negatieve vochtbalans
vochtopname minder dan vochtverlies gevolg= uitdroging
positieve vochtbalans
vochtopname groter dan vochtverlies
polyurie
verhoogde urineproductie= meer dan 2000ml/24u
oligurie
verminderde urineproductie = minder dan 500 ml/24u
anurie
zeer weinig tot geen urineproductie
urineretentie
niet kunnen lozen van urine: urine blijft achter in blaas
acute urineretentie
plotseling: kan gevulde blaas niet meer ledigen via natuurlijke weg
chronische urineretentie
probleem bouwt zich op: man kan nog urineren maar moet moeite doen op stroom op gang te brengen of kan blaas niet volledig ledigen
incontinentie
onvermogen om urine op te houden: onwillekeurig urine verlies
pollakisurie
frequent urineren zonder dat dagelijkse geproduceerde hoeveelheid urine toeneemt
toename aantal urinelozingen per dag
nycturie
veel nachtelijk urineren
dysurie
bemoeilijkte urinelozing
algurie
pijn bij plassen: branderig
straal=flow
normaal krachtig en niet dun