Untitled Deck Flashcards
Wat wordt er in het beenmerg gemaakt?
Leukocyten en rode bloedcellen.
Wat doet de thymus?
De thymus is belangrijk bij verder differentiatie van T-lymfocyten.
Wat is evolutionair ouder: adaptief of aangeboren immuniteit?
Aangeboren.
Wat kan adaptieve immuniteit dat aangeboren niet kan?
Adaptieve immuniteit kan zich aanpassen aan de klasse van het binnenkomende pathogeen en de respons dus verbeteren bij her-infectie met dezelfde pathogeen.
Wat zijn mediatoren?
Mediatoren zijn oplosbare moleculen (bv eiwitten/lipiden) die geproduceerd zijn door immuuncellen of weefselcellen (bv fibroblasten en epitheelcellen).
Welke pathogenen doden macrofagen?
Endosomale bacteriën.
Welke pathogenen doden eosinofiele granulocyten?
Parasieten.
Welke pathogenen doden neutrofiele granulocyten?
Extracellulaire bacteriën.
Wat remt de stolling van het bloed?
Anti-coagulans.
Waar hangt het aantal gelobde kernen aan vast?
De leeftijd van de granulocyt.
Wat is een trombocyt, erythrocyt, reticulocyt en megakaryocyt en hoe zien ze eruit?
Trombocyt = Bloedplaatje (blauw stipje heel klein)
Erythrocyt = Rode bloedcel (geen kern en rood)
Reticulocyt = hele jonge erythrocyt —> Wel ribosomen hierdoor een beetje blauwer dan erythrocyt
Megakaryocyt = Voorlopercel die bloedplaatjes maakt (meerdere onregelmatige kernen) —> Grote blauwe blob.
Hoe ontstaat leukocytose?
Witte bloedcellen komen versneld uit het beenmerg door cytokinen, hierdoor komen er ook meer onrijpe neutrofiele in het bloed dit heet Linksverschuiving.
Wat veroorzaakt: Neutrofilie, Lymfocytose, eosinofilie?
Neutrofiele → vaak Bacteriële infectie
Lymfocytose → Virale infecties
Eosinofilie → Allergieën en parasitaire infecties.
Waar ontstaat de galwegen?
Uit de embryonale voordarm als uitstulping van de primitieve galweg.
Wat moeten de T lymfocyten eerst doen voordat ze de thymus kunnen verlaten?
Ze moeten eerst een strenge selectie doen zodat alleen T-cellen met geen of lage affiniteit aan peptiden binden afkomstig van eigen eiwitten.
Hoe kan cholecystlithiasis het best aangetoond worden?
Echografie.
Wat is TCR en waar komt het voor?
TCR staat voor T-cel receptor.
Wat is linksverschuiving?
Leukocytose onder invloed van cytokinen hierdoor komen er meer onrijpe neutrofiele in het bloed.
Wat is: Neutrofilie?
Neutrofilie: Bacteriële infectie —> Toename neutrofiele granulocyten.
Wat is: Neutrofilie, Lymfocytose, Eosinofillie en Leukopenie?
Neutrofilie: Bacteriële infectie —> Toename neutrofiele granulocyten
Lymfocytose: Virale infectie —> Toename lymfocyten
Eosinofillie: Allergieën en parasieten —> Toename Eosinofillie
Leukopenie: Infectie —> Verlaagd aantal circulerende witte bloedcellen onder andere veroorzaakt door rickettsiae.
Wat zijn de stappen om het gal te concentreren?
- Ionen pomp (cel —> Intercellulaire ruimte)
- Osmose (water uit cel en gasblaas lumen —> Intercellulaire ruimte)
- Hydrostatische druk bouwt op
- Deze druk —> Water en ionen naar bloedvaten
- Gal wordt geconcentreerd.
Wat is het verschil tussen een ontsteking en een infectie?
Een ontsteking is de reactie van je lichaam op weefselbeschadiging.
Een infectie is een mogelijke oorzaak voor weefselbeschadiging.
Wat is: Rubor, Calor, Tumor, Dolor en functio laesa?
Rubor = roodheid
Calor = Warmte
Tumor = zwelling
Dolor = pijn
Functio laesa = verlies van functie.
Wat is het verschil tussen actieve en passive hypermie?
Actieve Hypermie: Door ontspanning van de gladde spieren in de arteriolen zullen de arteriolen verwijden. 1-10X toegenomen bloeding.
Passive Hypermie: De veneuze afvoer blijft achter, al dat bloed kan dus niet snel genoeg weggevoerd worden. Hierdoor ontstaat dus stuwing.
Wat is transsudaat exsudaat? (sereus en fibrineus)
Transsudaat: de eiwit arme vloeistof (water en elektrolyten) die uit de wand lekt. Dit komt door drukverandering zonder ontsteking.
Exsudaat: Eiwit rijk of arme vloeistof die uit wand stroomt dit zijn grotere moleculen en komt door ontsteking met grotere doorlaatbaarheid. Sereus: Waterblaar | Fibrineus: Eiwit rijk.
Wat gebeurt er als er veel albumine uittreedt?
Er zal ook meer water uittreden door de colloïd osmotische druk.
Wat zijn Alpha globulines en gamma globulines? En wat doen ze?
Alpha globulines: Protease remmers dus ze remmen enzymen die eiwitten afbreken. Ze reguleren de ontsteking zodat hij niet uit de hand loopt.
Gamma globulines: Antilichamen zoals bijvoorbeeld IgA, IgM etc.
Wat zijn de stappen van de neutrofiel om de vaatwand uit te gaan?
- Naar de zijkant van de vaatwand gaan voor slappere stroming.
- Tethering (selectines) —> Reversibel slappe binding.
- Rolling op de vaatwand.
- Sterke adhesie (selectines —> integrines —> Sterke hechting).
- Emigratie (CD31) —> door endotheel —> Onstekingshaard.
- Neutrofiel beweegt richting ontsteking door chemotaxie (cytokines).
Hoe herkent een neutrofiele granulocyt een bacterie?
Dit doet de neutrofiel door binding aan TLR (toll like receptor). Dit noem je opsonisatie => aanpassing aan het cel oppervlak dat fagocytose stimuleert.
Welke enzymen zijn het belangrijkst bij een ontstekingsreactie?
Myeloperoxidase: betrokken bij de ‘oxidatieve burst’ van granulocyten tijdens hun activatie;
Lysozym: gericht tegen de celwand van bacteriën;
Collagenase: nodig om te kunnen voortbewegen in het weefsel.
Wie maken de groeifactoren: TGF-beta, VEGF en FGF en wat doen ze?
TGF-beta: wordt gemaakt door macrofagen en trombocyten. Dit zorgt voor stimulatie fibroblasten.
VEGF en FGF: wordt gemaakt door macrofagen en heeft als functie angiogenese (vaatnieuwvorming).
Wat is het verschil tussen: Reparatie, Restauratie en regeneratie?
Reparatie: het hele proces van vervanging van verloren gegaan weefsel door herstelweefsel;
Restauratie: het herstel van cellen die reversibel beschadigd zijn;
Regeneratie: het vervangen van verloren gegane cellen door deling van de overgebleven cellen van hetzelfde celtype. Dit kan alleen plaatsvinden als de celpopulatie het vermogen tot celdeling nog bezit.
Wat zijn de effecten van histamine?
Vasodilaterend —> verwijding capillairen.
(endotheel) contractie —> bloedplasma kan naar buiten stromen.
Pijn en jeuk.
Wat zijn de vier belangrijkste cascades en wat doen ze?
- Coagulatiecascade (vormt fibrine als stolsel)
Tissue factor —> Fibrinogeen —> fibrine. - Fibrinolytische cascade (breekt fibrine af)
Plasminogeen activator —> Plasminogeen —> plasmine (breekt af). - Kinine cascade (pijn en vaatverwijding)
Kalikreinenen —> Kininogeen —> Bradykrinine —> pijn en vaat- - Complement cascade (C3a en C5a)
—> zorgt voor: Chemotaxie, mestcelactivatie en vorming MAC.
Wat zijn de belangrijkste initiatoren van cascades?
Negatieve oppervlaktes (endotheel en trombocyten).
Hageman factor (factor XII).
Wat doen: Th1, Th2 en Th17 cellen?
Th1 cellen: Produceren de cytokine IFNy —> Klassieke activatie macrofagen.
Th2 cellen: IL-4, IL-5 en IL-15 die de alternatieve activatie van macrofagen en eosinofiele granulocyten activeert.
Th17 cellen: Scheidt IL-17 uit en zorgt voor de activatie van neutrofiele granulocyten en monofagen door middel van cytokinen.
Hoe ontstaat littekenweefsel? de 7 stappen
Stap 1: Groot gebied beschadiging;
Stap 2: Zuurstofarm (hypoxie);
Stap 3: Stimuleert stabiel HIF-1 alpha;
Stap 4: Stimuleert VEGF (stimuleert angiogenese);
Stap 5: Myofibroblasten vorming;
Stap 6: Fibroblast vorming (deze verdwijnt uiteindelijk door apotose);
Stap 7: Litteken (celarm).
Hoe wordt resectie uitgevoerd op lever?
- Embolisatie van lever voorafgaand aan operatie —> Polyvinyl in vena porta zorgt voor verstopping.
- Atrofie van rechter helft lever —> Groeifactoren worden gestimuleerd.
- Resectie van lever.
- Met deze groeifactoren zullen de overgebleven levercellen doorgroeien.
Wat zijn de stappen voor vetmetabolisme?
- Emulsie van vetten door gal (contactoppervlak wordt groter).
- Afbraak van vetten door pancreaslipase —> 2 vrije vetzuren en 2-monoacylglycerol. Co lipase helpt. Cholecystokinine wordt ook afgegeven. en Secretine —> Bicarbonaat —> pH daalt.
- Opname de 2 vrije vetzuren + 2 monoacylglycerol —> micellen.
- Korte C4-12 binden aan serumalbine en C14 en langer bindt aan chylomicronen.
Wat is er nodig om micellen uit galzouten te vormen?
1 uiteinde van het galzout moet lipofiel zijn en het andere uiteinde moet juist sterk hydrofiel zijn.
Wat zijn de stappen om uit cholesterol galzuren te vormen?
Uit Cholesterol:
1. 7-alphahydroxylase —> 7-alpha hydroxycholesterol (afhankelijk van concentratie galzouten) Dit is de snelheidsbepalende stap.
Hogere concentratie —> lagere activiteit van enzym.
2. 7-alpha-hydroxycholesterol —> chenodeonxygalzuur of cholinezuur.
Wat zijn de stappen om uit een galzout een lipofiele cholesterol te vormen?
Cholesterol:
1. 7-alphahydroxylase —> 7-alpha hydroxycholesterol (afhankelijk van concentratie galzouten) Dit is de snelheidsbepalende stap.
Hogere concentratie —> lagere activiteit van enzym.
2. 7-alpha-hydroxycholesterol —> chenodeonxygalzuur of cholaanzuur.
Waarom kan gal niet afgebroken worden?
Omdat het een steroïde kern heeft.
Hoe heten galzouten die gedeconjugeerd worden?
Secundaire galzouten.
Hoe kunnen pigmentstenen ontstaan?
Door een verhoogde concentratie ongeconjugeerde bilirubine.
Wat zijn de 6 stappen om hemoglobine af te breken?
1️⃣ Heem → biliverdine + koolstofmonoxide (via oxidatie en afbraak).
2️⃣ Biliverdine → bilirubine (via biliverdine reductase).
3️⃣ Bilirubine bindt aan albumine en wordt naar de lever vervoerd.
4️⃣ Bilirubine wordt opgenomen in de lever via de sinusoïdale membraan.
5️⃣ Conjugatie met 1 of 2 glucuronzuurmoleculen (via UDP in het ER).
6️⃣ Geconjugeerd bilirubine wordt in gal uitgescheiden (wateroplosbaar & niet-toxisch).
Welke PRR hebben dendritische cellen en macrofagen Op hun celmembraan en in de endolysoom en welke pathogenen?
Celmembraan (bacteriën en schimmels: TLR4 voor LPS en TLR2 voor proteoglycaan gram positieve bacteriën).
Endolysoom: TLR 7 en 8 voor ssRNA en TLR 3 en 9 voor dsDNA.
Welke immuunmediatoren produceert een macrofaag?
- TNF-alfa: Vasodilatie en vaatpermeabiliteit.
- IL-6: Omgevingstemperatuur verhoogd replicatie pathogenen remt.
- Chemokinen: Rekruteren T cellen helpt bij opruimen infectie.
- IL-1Beta: Activatie andere imuuncellen zoals bv macrofagen.
Wat is de voor en nadelen van een virus met en zonder envelop?
Met envelop:
voordeel: Lijkt erg op gastheercel.
Nadeel: Is erg kwetsbaar.
Zonder envelop:
Voordeel: Kan maanden lang buiten lichaam overleven.
Nadeel: Is snel herkend.
Waar vind replicatie plaats bij DNA-virussen en RNA-virussen?
DNA virussen: in celkern.
RNA virussen: in cytoplasma.
Wat zijn de stappen voor virale replicatiecyclus?
- Adhesie.
- Penetratie.
- Ontmanteling.
- Replicatie.
- Assemblage.
- Vrijkomen.
Wat is het verschil tussen hit and run en hide and seek?
Hit and Run: Korte ziekteduur maar zeer infectieus (griep).
Hide and Seek: Lange ziekteduur maar weinig infectieus en weinig ziektelast.
Wat hoort bij de bovenste, middelste en lage luchtwegen?
Bovenste: Neus, sinussen, tonsillen en farynx.
Middelste: Epiglottis, Larynx en Trachea.
Laagste: Bronchi, Bronchiole en alveoli.
Is er een specifieke behandeling voor virale hemorragische koorts?
Nee, maar er is wel ondersteunende therapie. Het eerste dat achteruitgaat is de nierfunctie dus deze mensen krijgen dialyse.
Wat is het verschil tussen colloïd en kristalloïd osmotische druk?
Grote moleculen —> Colloid osmotische druk.
Kleine moleculen.
Welke structuren behoren tot de bovenste luchtwegen?
Sinussen, tonsillen en farynx.
Welke structuren behoren tot de middelste luchtwegen?
Epiglottis, larynx en trachea.
Welke structuren behoren tot de laagste luchtwegen?
Bronchi, bronchiole en alveoli.
Is er een specifieke behandeling voor virale hemorragische koorts?
Nee, maar er is wel ondersteunende therapie. Het eerste dat achteruitgaat is de nierfunctie, dus deze mensen krijgen dialyse.
Wat is het verschil tussen colloïd en kristalloïd osmotische druk?
Grote moleculen —> Colloid osmotische druk
Kleine moleculen —> kristalloid osmotische druk.
Hoe wordt pfeiffer aangetoond?
Positieve EBV-IgG en IgM
Bij welke 3 alarmsymptomen doe je lichamelijk onderzoek bij de griep?
- patient heeft langer dan 5 dagen koorts (kind ouder dan 3)
- Zuigeling drinkt minder dan helft van normaal drinken.
- Onvoldoende reactie op pijnstilling
Wat is het verschil tussen Antigene drift en Antigene shift?
Drift: Willekeurige RNA punt mutaties, men is gedeeltelijk beschermd.
Shift: 1 van de 8 RNA strengen is helemaal nieuw
Welke Influenza veroorzaakt pandemieën?
A, B of C
Influenza A
Wat zijn de 4 manieren om HIV te remmen?
- Reverse transcriptase remmers
- Protease remmers
- Fusie remmers
- Integraseremmers
Wat doen nucleosideanalogen en noem 3 types met een paar voorbeelden.
nucleosideanalogen remmen virale DNA polymerase. Dit zijn:
Aciclovir en valaciclovir (HSV, VZV)
Ganciclovir en valganciclovir (CMV)
Adeflovir (HEP-B)
waarom is er een lag fase bij de primaire respons?
Omdat in de thymus en beenmerg een willekeurig proces is om de specificatie van de antigeenreceptoren te bepalen. V, D en J segmenten
door wat wordt de isotype bepaalt in een antilichaam? En wie stuurt dit aan?
Door het constante gedeelte van de zware keten.
De T lymfocyten sturen cytokines om de class switching bij de B cel te activeren.
Waarom worden EBV dat zich schuil houdt in geheugen cellen niet opgeruimd door cytotoxische cellen?
Omdat maar een beperkt aantal genen van EBV tot expressie komen hierdoor zal er weinig virale peptide op MHC 1 gepresenteerd worden.
wanneer is een CMV test weinig betrouwbaar?
Bij reactivatie
Welke cellen worden besmet bij de primaire infectie van EBV en CMV?
EBV: B cellen
CMV: Monocyten en macrofagen
zijn CMV en EBV positief of negatief voor heterofiele antistoffen
EBV: Positief
CMV: Negatief
welk virus ziekte is een van de meest voorkomende complicatie voor orgaantransplantatie?
CMV
waar bevindt HSV1 zich?
HSV1 bevindt zich in het ganglion (neuronen kern)
Waar bevindt herpes labialis zich bij een secundair impetiginisatie?
in de nervus trigeminus (achter oor)