Untitled Deck Flashcards

1
Q

Wat is een individuele arbeidsovereenkomst?

A

Een overeenkomst tussen werkgever en werknemer over loon, werk en gezag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de drie voorwaarden voor een arbeidsovereenkomst?

A
  1. Gezagsverhouding, 2. Betaling van loon, 3. Arbeidsverplichting.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO)?

A

Een overeenkomst tussen werkgeversorganisaties en vakbonden met arbeidsvoorwaarden voor een hele sector.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden?

A

Primaire: loon, werktijden, vakantiedagen. Secundaire: auto van de zaak, opleidingen, bonussen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer wordt een tijdelijk contract automatisch een vast contract?

A

Bij 3 contracten binnen 2 jaar of langer dan 36 maanden in dienst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een oproepkracht met voorovereenkomst?

A

De werknemer bepaalt zelf of hij ingaat op een oproep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een nulurencontract?

A

De werknemer werkt alleen op oproep en krijgt alleen loon over de gewerkte uren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een min-maxcontract?

A

Een contract met een minimum en maximum aantal uren dat gewerkt moet worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de verplichtingen van een werkgever?

A

Loon betalen, veilige werkomgeving, vakantiedagen, werk- en rusttijden, goed werkgeverschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de verplichtingen van een werknemer?

A

Werk goed uitvoeren, opdrachten opvolgen, arbeid persoonlijk verrichten, goed werknemerschap tonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat betekent ‘algemeen verbindend verklaard’ bij een CAO?

A

Dat de CAO voor de hele sector geldt, ook voor bedrijven die geen lid zijn van de werkgeversorganisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe lang mag een proeftijd maximaal duren?

A

1 maand bij tijdelijke contracten korter dan 2 jaar, 2 maanden bij onbepaalde tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil tussen een vast en een tijdelijk contract?

A

Een vast contract heeft geen einddatum, een tijdelijk contract wel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een opzegverbod?

A

Een situatie waarin een werkgever een werknemer niet mag ontslaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem drie voorbeelden van een opzegverbod.

A

Ziekte (eerste 2 jaar), zwangerschap, tijdens bevallingsverlof.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe eindigt een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd?

A

Automatisch na afloop contract, overlijden werknemer, omzetting naar onbepaalde tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe eindigt een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd?

A

Ontslag door werkgever of werknemer, pensioen, proeftijd, faillissement bedrijf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een transitievergoeding?

A

Een vergoeding die een werknemer krijgt bij ontslag, tenzij het ontslag door de werknemer zelf komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is het doel van de Arbowet?

A

Zorgen voor een veilige en gezonde werkomgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is een RI&E?

A

Risico-inventarisatie en -evaluatie: een analyse van risico’s in een bedrijf.

21
Q

Wat doet een preventiemedewerker?

A

Helpt risico’s in een bedrijf voorkomen en vermindert ongevallen.

22
Q

Wat is BHV?

A

Bedrijfshulpverlening: medewerkers die getraind zijn in noodsituaties.

23
Q

Wat is een PAGO?

A

Periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek: medische controle voor werknemers.

24
Q

Wat zijn de twee belangrijkste ontslagroutes?

A

UWV (bedrijfseconomische redenen, langdurige ziekte) en kantonrechter (disfunctioneren, conflict).

25
Q

Wat is het opzegtermijn bij ontslag?

A

Hangt af van het aantal dienstjaren, minimaal 1 maand, maximaal 4 maanden.

26
Q

Wat is re-integratieplicht bij ziekte?

A

De werkgever moet een zieke werknemer helpen terugkeren in het werk.

27
Q

Wat is een ZZP’er?

A

Zelfstandige zonder personeel, werkt voor opdrachtgevers zonder vast dienstverband.

28
Q

Wat is een flexbaan?

A

Een baan die tijdelijk wordt ingevuld als extra arbeidskrachten nodig zijn.

29
Q

Waarom moeten bedrijven oppassen bij het inhuren van een ZZP’er?

A

Als een ZZP’er als werknemer behandeld wordt, kan de Belastingdienst dit zien als een dienstverband.

30
Q

Wat is payroll?

A

Een extern bedrijf neemt het juridisch werkgeverschap over, maar de werknemer werkt bij het oorspronkelijke bedrijf.

31
Q

Wat is een detacheringsovereenkomst?

A

Een werknemer wordt voor een langere periode uitgeleend aan een ander bedrijf.

32
Q

Wat is een ondernemingsraad (OR)?

A

Een groep werknemers die namens het personeel overlegt met de directie.

33
Q

Wanneer is een OR verplicht?

A

Bij 50 of meer werknemers.

34
Q

Noem vier bevoegdheden van de OR.

A
  1. Adviesrecht, 2. Instemmingsrecht, 3. Informatierecht, 4. Initiatiefrecht.
35
Q

Wat is het verschil tussen adviesrecht en instemmingsrecht?

A

Adviesrecht: werkgever moet luisteren, maar hoeft het niet op te volgen. Instemmingsrecht: werkgever kan een beslissing niet nemen zonder toestemming.

36
Q

Wat doet een vakbond?

A

Komt op voor de belangen van werknemers en onderhandelt over CAO’s.

37
Q

Waarom kunnen werkgevers tegen vakbonden zijn?

A

Vakbonden kunnen looneisen stellen die werkgevers geld kosten.

38
Q

Wat is een personeelsvertegenwoordiging (PVT)?

A

Een alternatief voor een OR bij bedrijven met 10-50 werknemers.

39
Q

Wat is strategisch personeelsbeleid?

A

Langetermijnplanning voor personeelsbestand, zoals opleiding en doorstroom.

40
Q

Wat is employer branding?

A

Het aantrekkelijk maken van het bedrijf voor (nieuwe) werknemers.

41
Q

Wat is het verschil tussen brutoloon en nettoloon?

A

Brutoloon: loon vóór belastingen en premies. Nettoloon: loon dat je daadwerkelijk ontvangt.

42
Q

Wat zijn loonkosten?

A

Het brutoloon plus de premies die de werkgever betaalt.

43
Q

Wat is het verschil tussen volksverzekeringen en werknemersverzekeringen?

A

Volksverzekeringen: door iedereen betaald (bijv. AOW). Werknemersverzekeringen: door werkgevers betaald (bijv. WW, WIA).

44
Q

Wat is een cafetariasysteem?

A

Een flexibel beloningssysteem waarbij werknemers bepaalde arbeidsvoorwaarden kunnen kiezen (bijv. extra vakantiedagen in plaats van loon).

45
Q

Wat is een winstdelingsregeling?

A

Bonus op basis van bedrijfsresultaat.

46
Q

Wat is een prestatiebonus?

A

Bonus op basis van individuele prestaties.

47
Q

Wat is een dertiende maand?

A

Een extra maandsalaris als eindejaarsbonus.

48
Q

Waarom geven bedrijven soms aandelen aan werknemers?

A

Werknemers voelen zich meer verantwoordelijk voor het succes van het bedrijf.

49
Q

Wat is een carrièreperspectief?

A

De mogelijkheid om door te groeien binnen een bedrijf.