Untitled Deck Flashcards

1
Q

Wat betekent ‘Academisch’?

A

Betrekking hebbend op de universiteit of wetenschappelijk onderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent ‘Accuraat’?

A

Zeer nauwkeurig en zorgvuldig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is ‘Ad valvas’?

A

Aankondiging via een prikbord of informatiebord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent ‘Alternatief’?

A

Een andere keuze of mogelijkheid die afwijkt van het gebruikelijke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een ‘Analogie’?

A

Overeenkomst of gelijkenis tussen twee verschillende zaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekent ‘Analyseren’?

A

Iets grondig onderzoeken door het in onderdelen op te splitsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekent ‘Arbitrair’?

A

Willekeurig, gebaseerd op toevallige keuze in plaats van regels of logica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is ‘Attitude’?

A

Houding, zowel mentaal als fysiek, ten opzichte van iets of iemand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een ‘Aula’?

A

Grote ruimte in een school of universiteit, vaak voor lezingen of bijeenkomsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekent ‘Basaal’?

A

Fundamenteel of eenvoudig, de basis vormend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat betekent ‘Cognitief’?

A

Betrekking hebbend op kennis, denken en begrijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een ‘Component’?

A

Onderdeel van een groter geheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat betekent ‘Consequent’?

A

Handelend volgens eerder genomen besluiten of principes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat betekent ‘Consistent’?

A

Samenhangend en logisch, zonder tegenstrijdigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat betekent ‘Constructief’?

A

Opbouwend, bedoeld om iets te verbeteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een ‘Curriculum’?

A

Leerplan of overzicht van te leren stof in een opleiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is ‘Deductie’?

A

Redenering waarbij je van algemene regels tot een specifieke conclusie komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat betekent ‘Differentiëren’?

A

Verschillen maken of onderscheid aanbrengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat betekent ‘Doceren’?

A

Lesgeven, meestal op een hogeschool of universiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat betekent ‘Efficiënt’?

A

Met zo weinig mogelijk middelen of tijd het beste resultaat behalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is een ‘Emeritus’?

A

Een gepensioneerde professor, priester of andere hoogwaardigheidsbekleder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat betekent ‘Erudiet’?

A

Zeer geleerd en cultureel ontwikkeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is de ‘Essentie’?

A

De kern of het wezenlijke van iets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat betekent ‘Ex cathedra’?

A

Lesgeven zonder interactie, vaak op een belerende manier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat betekent ‘Excelleren’?

A

Uitblinken of beter zijn dan anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat betekent ‘Expliciteren’?

A

Iets duidelijk maken of toelichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is een ‘Exposé’?

A

Korte presentatie of uiteenzetting over een onderwerp

28
Q

Wat betekent ‘Flexibel’?

A

Buigzaam, zich makkelijk aanpassend aan veranderingen

29
Q

Wat betekent ‘Genereren’?

A

Voortbrengen of produceren

30
Q

Wat is een ‘Hypothese’?

A

Voorlopige stelling of aanname die je nog moet bewijzen

31
Q

Wat betekent ‘Interactie’?

A

Wisselwerking tussen mensen of dingen

32
Q

Wat betekent ‘Intrinsiek’?

A

Van binnenuit komend, inherent aan iets of iemand

33
Q

Wat betekent ‘Inventariseren’?

A

Een lijst maken van aanwezige zaken of situaties

34
Q

Wat betekent ‘Irrationeel’?

A

Niet logisch of niet met het verstand te verklaren

35
Q

Wat betekent ‘Legio’?

A

Zeer talrijk, in grote hoeveelheden voorkomend

36
Q

Wat is een ‘Narratief’?

A

Verhaal of vertelling

37
Q

Wat betekent ‘Notuleren’?

A

Aantekeningen maken van wat er in een vergadering besproken wordt

38
Q

Wat betekent ‘Nuanceren’?

A

Een standpunt of uitspraak minder zwartwit maken door meer details te geven

39
Q

Wat betekent ‘Numerus’?

A

Aantal of getal

40
Q

Wat betekent ‘Objectief’?

A

Feitelijk en onpartijdig, zonder invloed van persoonlijke meningen

41
Q

Wat betekent ‘Parafraseren’?

A

Iets in andere woorden herhalen of samenvatten

42
Q

Wat is een ‘Pedagoog’?

A

Deskundige op het gebied van opvoeding en onderwijs

43
Q

Wat betekent ‘Pejoratief’?

A

Negatieve of neerbuigende betekenis of bijklank

44
Q

Wat is ‘Perceptie’?

A

Manier waarop iemand iets waarneemt of ervaart

45
Q

Wat betekent ‘Plausibel’?

A

Geloofwaardig of aannemelijk

46
Q

Wat betekent ‘Poneren’?

A

Iets stellen of beweren

47
Q

Wat is een ‘Practicum’?

A

Praktische oefening of werk in een lesomgeving

48
Q

Wat betekent ‘Pragmatisch’?

A

Gericht op feiten en haalbaarheid, eerder dan op theorie of idealen

49
Q

Wat betekent ‘Primair’?

A

Het belangrijkste of eerste; basaal

50
Q

Wat betekent ‘Proactief’?

A

Initiatief nemen voordat een situatie zich voordoet

51
Q

Wat is een ‘Proclamatie’?

A

Officiële bekendmaking of verklaring

52
Q

Wat betekent ‘Progressie’?

A

Vooruitgang of verbetering

53
Q

Wat betekent ‘Rationeel’?

A

Gebaseerd op logica en verstand, niet op emoties

54
Q

Wat betekent ‘Recapituleren’?

A

Kort samenvatten of herhalen van wat eerder is gezegd

55
Q

Wat is een ‘Rector’?

A

Hoofd van een middelbare school of universiteit

56
Q

Wat betekent ‘Refereren (aan)’?

A

Verwijzen naar iets of iemand

57
Q

Wat betekent ‘Relevant’?

A

Belangrijk of toepasselijk in een bepaalde context

58
Q

Wat betekent ‘Remediëren’?

A

Verbeteren of herstellen van een probleem, vaak in een leerproces

59
Q

Wat is een ‘Repercussie’?

A

Onbedoelde negatieve gevolgen van een actie

60
Q

Wat betekent ‘Screenen’?

A

Onderzoeken of controleren

61
Q

Wat is een ‘Scriptie’?

A

Wetenschappelijke tekst als afsluiting van een opleiding

62
Q

Wat betekent ‘Sinecure’?

A

Een taak die weinig moeite kost

63
Q

Wat is een ‘Sjabloon’?

A

Vast model of patroon dat als voorbeeld dient

64
Q

Wat betekent ‘Specificeren’?

A

Iets in detail uitleggen of benoemen

65
Q

Wat betekent ‘Subjectief’?

A

Afhankelijk van persoonlijke mening of voorkeur

66
Q

Wat is een ‘Syllabus’?

A

Samenvatting van de leerstof of cursusinhoud

67
Q
A