Unité 2: L'entreprise Flashcards
een sector
un secteur
een economische sector
un secteur d’activité
de primaire sector
le secteur primaire
de landbouw
l’agriculture (f)
de visvangst
la pêche
de mijnontginning
l’extraction (f) des minerais
l’industrie minière
de secundaire sector
le secteur secondaire
de staalindustrie
l’industrie sidérurgique
de metaalindustrie
l’industrie métallurgique
de farmaceutische industrie
l’industrie pharmaceutique
de olie-industrie
l’industrie pétrolière
de auto-industrie
la construction automobile
de bouw
la construction le bâtiment le BTP (bâtiment et travaux publics)
de energiesector
le secteur énergétique
de textielnijverheid
l’industrie textile
de tertiaire sector
le secteur tertiaire
de handel
le commerce
de diensten
les services (m)
het transport
le transport
de ambachten
l’artisanat
de quartaire sector
le secteur quaternaire
de informatiesnelwegen
les autoroutes de l’information
de multimedia
le multimédia
het vrijwilligerswerk
le volontariat
le bénévolat
een vrijwilliger (iemand die niet betaald wordt)
un(e) bénévole
een vrijwilliger (die er zelf voor kiest om iets te doen)
un(e) volontaire
de openbare, publieke sector
le secteur public
de particuliere sector
le secteur privé
de profitsector
le secteur marchand
de non-profitsector
le secteur non marchand
een onderneming
une entreprise
een bedrijf
une société
een firma
une boite
een landbouwbedrijf
une entreprise / une exploitation agricole
de landbouw
l’agriculture (f)
een industrieel bedrijf
une entreprise industrielle
een ambachtelijk bedrijf
une entreprise artisanale
een ambacht
un artisanat
een ambachtsman / een zelfstandige met manueel beroep vb. loodgieter
un artisan
een ambachtelijk product
un produit artisanal (des produits artisanaux)
de dienstverlenend bedrijf
une entreprise des services
een familiebedrijf
une entreprise familiale
een staatsbedrijf
une entreprise publique / de l’État
een staatsbedrijf privatiseren
privatiser une entreprise publique
een privébedrijf
une entreprise privée
een handelsonderneming
une entreprise commerciale
VBO (vereniging van Belgische ondernemingen)
la FEB (la Fédération des entreprises belges)
een ondernemer
un entrepreneur
ondernemen
entreprendre
een manager
un dirigeant
un manager
un chef d’entreprise
een zakenman, een zakenvrouw
un homme d’affaires
une femme d’affaires
de zakenwereld
le monde des affaires
de zaken gaan goed / slecht
les affaires vont bien / mal
de zaken gaan terug beter
les affaires reprennent
de handel
le commerce
een handelaar
un commerçant
een zelfstandige
un indépendant
handel drijven
faire du commerce
een handelswaar, een koopwaar
une marchandise
een handelszaak
un (fonds de) commerce
een handelszaak beheren
gérer un commerce
een zaakvoerder
un gérant
een handelszaak stopzetten
cesser son commerce
de opheffing, stopzetting van een handelszaak
la cessation de commerce
een zaak overnemen
reprendre un commerce
een overname
une reprise
een overnemer
un repreneur
een zaak overlaten
céder un commerce
het overlaten
la cession d’un commerce
de oprichting van een bedrijf
la création, la fondation d’une entreprise
een bedrijf oprichten, starten
créer, fonder, monter une entreprise
een oprichter
un fondateur, un créateur
een geldschieter
un bailleur de fonds
een vennoot
un(e) associé(e)
een partner
un(e) partenaire
investeren in
investir dans
wij investeren in
nous investissons dans
een investeerder
un investisseur
een investering
un investissement
een investeringsproject evalueren
évaluer un projet d’investissement
een cashflow
un flux de trésorerie
un cash-flow
de net present value
la valeur actuelle nette
disconteren
actualiser
de discontovoet
le taux d’actualisation
de interne rendementsgraad
le taux de rendement interne
de statuten
les statuts
een BVBA
une S.P.R.L. (une société privée à responsabilité limitée)
een NV
une S.A. (une société anonyme)
een VZW
une A.S.B.L. (une association sans but lucratif)
een eenmand BVBA
une S.U.R.L (une société unipersonnelle à responsabilité limitée)
een gewone commanditaire vennootschap
une S.C. (société en commandite simple)
een commanditaire vennootschap op aandelen
une S.C.A. (une société en commandite par actions)
een cooperative vennootschap
une société coopérative
de Kamer van Koophandel
la Chambre de commerce
een handelsrechtbank
un tribunal de commerce
de grootte van het bedrijf
la taille de l’entreprise
een schaalvoordeel
une économie d’échelle
een KMO
une PME (une petite ou moyenne entreprise)
een multinational
une multinationale
een (internationale) groep
un groupe (international)
een moederbedrijf
une maison-mère
une société-mère
een dochteronderneming
une filiale
een filiaal
une succursale
een filiaalhouder
un gérant de succursale
een organigram
un organigramme
een dienst
un service
een afdeling
un département
de hierarchie
la hiérarchie
de trappen van de hierarchie
les échelons (m) de la hiérarchie
opklimmen in de hierarchie
gravir les échelons
gepromoveerd worden (tot directeur)
être promu (directeur)
een overste, een diensthoofd
un supérieur, un chef
een medewerker
un collaborateur,
une collaboratrice
een collega
un collègue
een vertegenwoordiger
un représentant
een klant
un client
een leverancier
un fournisseur
leveren
fournir
een toeleverancier
un sous-traitant
de toelevering
la sous-traitance
een toeleveringsbedrijf
une entreprise de sous-traitance
een onderaannemer
un sous-traitant
een onderaanneming
la sous-traitance
een activiteit uitbesteden aan een onderaannemer
sous-traiter une activité
outsourcing
l’externalisation
het uitvoerend personeel
le personnel exécutant
een arbeider
un ouvrier
een arbeidster
une ouvrière
een magazijnier
un magasinier, un manutentionnaire
een ploegbaas
un chef d’equipe, un contremaître
een administratief medewerker
un employé de bureau
een bediende
un(e) employé(e)
een receptionist
un(e) réceptionniste
een boekhouder
un(e) comptable
een accountant
un expert-comptable
une experte-comptable
een secretaris
un(e) secrétaire
een directiesecretaresse
un(e) secrétaire de direction
de handel
le commerce
een handelaar
un commerçant
een zelfstandige
un indépendant
handel drijven
faire du commerce
een handelswaar, een koopwaar
une marchandise
een handelszaak
un (fonds de) commerce
een handelszaak beheren
gérer un commerce
een zaakvoerder
un gérant
een handelszaak stopzetten
cesser son commerce
de opheffing, stopzetting van een handelszaak
la cessation de commerce
een zaak overnemen
reprendre un commerce
een overname
une reprise
een overnemer
un repreneur
een zaak overlaten
céder un commerce
het overlaten
la cession d’un commerce
de oprichting van een bedrijf
la création, la fondation d’une entreprise
een bedrijf oprichten, starten
créer, fonder, monter une entreprise
een oprichter
un fondateur, un créateur