Unita 2-1 Io sono così Flashcards
Cilegie
Kersen
Neanche
Ook niet
Frittata
Omelet
Filastrocca
Rijmpje
Ciascuno; ogni
Elk (ieder mens etc); elk (elke dag etc)
Scegliere
Kiezen
Cognome
Achternaam
Alla fine
Tenslotte
Trattare
Behandelen
Se stesso
Zichzelf
Aggiungere
Toevoegen
Indovinare
Raden, erachter komen
scoprire, venire a sapere
Ontdekken; te weten komen
Davvero, sul serio, veramente
Werkelijk 3x
Qui/qua
Hier/ongeveer hier
Li/là
Vlakbij jou/daar
Dimmi
Zeg me
La metà
De helft
La corsa; il corso
Hardlopen; cursus
Il titoletto
Kopje in tekst
Il Treno parte Lo stesso
Significa la stessa
Toch, evengoed
Hetzelfde
Trasferirsi
Verhuizen
Trovarsi
Zich voelen, bevallen
Per via di
Vanwege
Da lontano
Van ver
La catena
De ketting
Tirare il dado
Met de dobbelsteen gooien
Il rapporto
De relatie
Quindi
Vandaar
Che/chi
Die, dat/(al) wie
Pignolo
Pietluttig
Goloso
Hebzuchtig
Pigro, poltrone
Lui
Buffo, divertente
Grappig