Unit 2 Flashcards
To get
Krijgen
Attendant
Medewerker
To take you round
Rondleiden
As
Als
Leagues
Competities
Experienced
Ervaren
Eager
Gretig
Followed by
Gevolgd door
Exciting
Spannend
Libraries
Bibliotheken
To face
Onder ogen zien
Indicated
Aangegeven
Notwithstanding
Niettegenstaande
Gathering
Bijeenkomst
To accomplish
Voor elkaar krijgen
As to
Waar het gaat om
Took place
Had plaats
Ingenious
Vindingrijk, slim
Was delayed
Had vertraging
Died of
Overleed aan
Pigtails
Vlechten
Teased
Geplaagd
One time
Op een keer
Because of
Vanwege
Getting called
Genoemd worden
A fondness
Een zwak
At an early age
Op een jonge leeftijd
Warmed to
Kreeg een warm gevoel bij
Effort
Inspanning
Tried her hand
Probeerde uit
Outings
Uitstapjes
In the past few months
In de afgelopen maanden
To admit
Toegeven
In turn
Vervolgens
Indefinitely
Voor onbepaalde tijd
I wish
Ik wou…
More likely
Eerder (zou eerder…)
Shame on younger me
Mijn jongere ik moest zich schamen
Picked
Gekozen
Struck by lighting
Door de bliksem getroffen
Necessary
Nodig/noodzakelijk
To prompt, prompting
Aanleiding geven tot
To keep it together
Helder bij de geest blijven
Reprieve
Uistel
To relinquish
Opgeven, afstaan
Similar
Soortgelijke
Key sights
Belangrijkste bezienswaardigheden
Crew
Bemanning
Not be well off
Het niet breed hebben
To arrive at work
Op het werk aankomen
Outings
Uitstapjes
Notwhithstanding
Niettegenstaande
Still holds true
Geldt nog steeds
Entire
Geheel
Sense
Gevoel
Caputring
Vattend
To face
Onder ogen zien
Not have a clue
Geen idee hebben
Appear
Verschijnen
To struggle/struggling
Worstelen
I had my fill
Ik had er genoeg van
At my wit’s end
Ten einde raad
Sheltered
Beschermd
Make our way home
Op weg naar huis gaan
To appear
Verschijnen/lijken
To look up
Opzoeken