Uitwendige oriëntatiepunten Flashcards
1
Q
acromiaal
A
schouder
2
Q
abdomen/abdominaal
A
buik(holte)
3
Q
anterbrachium/anterbrachiaal
A
onderarm
4
Q
antecubitis/antecubitaal
A
voorkant van de elleboog
5
Q
axilla/axillair
A
oksel
6
Q
brachium/brachiaal
A
arm
7
Q
buccaal
A
wang
8
Q
calcaneus/calcaneaal
A
hiel
9
Q
carpus/carpaal
A
pols
9
Q
cervicis/cerviaal
A
hals
10
Q
cephalon/cefaal
A
hoofd
11
Q
cranium/craniaal
A
schedel
12
Q
digiti/digitaal/falangeaal
A
vingers/tenen/vingerkootjes/teenkootjes
12
Q
cruraal/cruris
A
been
13
Q
dorsum/dorsaal
A
rug
13
Q
faciaal
A
gezicht