Uittreksel Flashcards

1
Q

Wat is industrial organization theory?

A

Het reduceren van competitie door kruissubsidiëreing (gebruiken van cashflow van de ene industrie voor financiering van activiteiten van de andere industrie) en wederzijdse kopen en verkopen (ik koop van jou als jij van mij koopt), bundeling (twee producten bundelen, zoals explorer op Windows computers) en wederzijdse verdraagzaamheid (organisaties die elkaar niet kapot maken door keiharde concurrentie, maar elkaar verdragen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is transactional cost theory?

A

als de kosten voor het extern halen van benodigde producten te hoog zijn, waardoor de kans op falen aanwezig is, kun je het beter zelf gaan doen. Hierdoor is diversifiëren dus een reactie op mogelijk markt falen. Marktrelaties kunnen falen door optimisme (alleen jezelf voordeel doen, geen gezamenlijk belang), actief specifiteit (als een activiteit specifiek nodig is voor deze industrie en dus niet elders afgzet kan worden), onzekerheid (hoe groter de onzekerheid, hoe moeilijker het wordt lange termijn afspraken te maken) en/of hogere transactie frequentie (hierdoor kan oponthoud ontstaan door koehande en onderhandelen vaker voorkomen en dit kost geld)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is Agency theory?

A

in moderne organisaties is er een splitsing tussen eigenaarschap en management control, mangagers nemen de besluiten namens de eigenaren. Hier kun je te maken krijgen met verschillen in de balangen tussen de een en de ander. Diversifiëren kan leiden tot voordelen voor beiden partijen, maar er zijn drie voordelen voor managers die niet gelden voor de eigenaren: 1. Meestal leidt het tot schaalvergroting van de organisatie wat een verbgroting van de vergoeding van de top managers leid. 2. Managerial entrenchment, als de investering meer waarde heeft onder leiding van het huidig management dan een ander management. 3. Reduce employment ristk, zorgen dat de portfolio breed genoeg is zodat er nie gesneden hoeft te worden in het management.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is Dominant logic?

A

net als bij de agency theory gaat dominant logic er vanuit dat het top managemetnt geen gezichtloze abstractie is, maar juist een verzameling van belangrijke personen wiens invloed van groot belang is voor de richting van de organisatie. Door deze visie is ook de blik op gerelateerdheid anders, hier hang verschillende perspectieven van de verschillende managers mee samen. Wat is gerelateerdheid? Perhrsson: vijf hoofdklassen van gerelateerdheid zijn product technologie, generalistishce management vaardigheden, merk herkenning en type leveringskanalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de resourced based view?

A

De recource based view legt de nadruk op de middelen van de organisatie. Volgens de RBV hebben organisaties die diversifiëren om voordeel te behalen uit over het algemeen toepasselijke immatriële vaste activa, werken om waarde te behalen die niet uit een enkel (niet divers0 bedrijf behaalt kon worden. Zij doen het beter dan organisaties die diversifëren om minder strategische redenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de real option theory?

A

Flexibiliteit is noodzakelijk voor organisaties om met onzekerheiden in de markt om te kunnen gaan. Flexibiliteit of de mogelijkheid om snel van richting te veranderen tegen lage kosten door te reageren op veranderingen die niet geanticipeerd worden is noodzakelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de drie tesen van Porter om er zeker van te zijn dat diversifiëren waarde toevoegdt aan de organisatie?

A

The attractiveness test: het over te nemen bedrijf moet aantrekkelijk zijn en voor langere tijd kunnen blijven.

The cost of entry test: alleen en bedrijf overnemen als de opbrengser hoger gaan zijn dan de investering zelf. Dit klinkt logisch maar het blijkt dat bedrijf structureel te veel geld in overnames investeren.

The better off test: of de nieuwe unit profiteert zelf van de overname of de organisatie profiteert van de toevoeging van de nieuwe unit. Anders kan de unit beter zelfstandig of met een andere parent verder gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly