uitdrukkingen Flashcards
1
Q
met ruitjes, geruit
A
à carreaux
2
Q
met bloemen, gebloemd
A
à fleurs
3
Q
met korte mouwen
A
à manches courtes
4
Q
met lange mouwen
A
à manches longues
5
Q
met motiefjes
A
à motifs
6
Q
met streepjes, gestreept
A
à rayures
7
Q
in zilver, zilveren
A
en argent
8
Q
in houten, houten
A
en bois
9
Q
in katoen, katoenen
A
en coton
10
Q
in leder, lederen
A
en cuir
11
Q
in jeans
A
en jean
12
Q
in wol, wollen
A
en laine
13
Q
in goud, gouden
A
en or
14
Q
zonder mouwen
A
sans manches